2H Debatles 23 mei 2024

Debatteren 
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Debatteren 

Slide 1 - Tekstslide

Het debat
Sprekers krijgen in een debat de tijd om hun mening toe te lichten. 
Het doel van een debat is om het publiek/de jury te overtuigen.
Het gaat dan niet om wie gelijk heeft, maar om wie het beste zijn mening kan onderbouwen.
Een debat is een discussie met regels.

Slide 2 - Tekstslide

Regel 1
Je hebt een mening over de stelling
Je kunt deze mening onderbouwen met argumenten
Je reageert op de ander en neemt dat mee in jouw argument.

Slide 3 - Tekstslide

Regel 2
Je mag elkaar niet onderbreken. Reageren mag alleen als je aan de beurt bent. 
Als je wilt reageren, ga je staan en je wacht tot je van de debatleider het woord krijgt.

Slide 4 - Tekstslide

Regel 3
Je gebruikt zinnetjes als:
* Ik hoor wat je zegt, maar.....
* Jij zegt dat ...., maar ik vind...
* Ik ben het niet eens met ..., want ...



Slide 5 - Tekstslide

Observatiepunten tijdens debat

Oogcontact: richt de debater zich tot het publiek?

Houding & handen: staat de
debater stevig en maakt hij ondersteunende handgebaren?

Be the argument’: gelooft
de debater zelf in wat hij zegt?

Stemgebruik: zijn tempo en volume passend en overtuigend?



 



Slide 6 - Tekstslide

Debatteren
Jullie gaan debatteren over de volgende stelling.(zie volgende dia)
Ga staan als je wilt reageren en wacht tot je het woord krijgt van de debatleider. 

Slide 7 - Tekstslide

Denk voor jezelf na over:
Je weet dat het een verschil maakt als je minder vlees eet, korter doucht, minder producten van plastic koopt.

Denk je dat je anders zou kunnen leven en daar meer rekening mee zou kunnen houden?

Slide 8 - Tekstslide

Stelling 
Ik moet mijn gedrag t.a.v. het milieu veranderen, daarmee help ik het klimaat op peil te houden.

Slide 9 - Tekstslide

Debat
Twee groepen zijn vóór en twee groepen zijn tégen
In groepjes gaan jullie je mening voorbereiden
Zoek informatie om jullie argument  sterker te maken
Schrijf alles op waar jullie aan denken


Slide 10 - Tekstslide

je bent vóór of tégen
zoek argumenten voor of tegen
kies die argumenten die voor jou kloppen

Schrijf die op in je eigen  vak (=individueel)
Daarna overleg je met elkaar, wat is het sterkste argument?
Deze schrijf je op in het middenvak

Slide 11 - Tekstslide