7.2 ontstaan van nieuwe soorten

7.2 ontstaan van nieuwe soorten
7.2 Ontstaan van nieuwe soorten (deel 2)
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

7.2 ontstaan van nieuwe soorten
7.2 Ontstaan van nieuwe soorten (deel 2)

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Je kunt uitleggen wat natuurlijke selectie inhoudt aan de hand van de begrippen struggle for live en survival of the fittest
  2. Je kunt voorbeelden noemen van natuurlijke selectie
  3. Je kunt uitleggen hoe een populatiesamenstelling kan veranderen door natuurlijke selectie
  4. Je kunt uitleggen wat allopatrische en sympatrische soortvorming inhoudt
  5. Je kunt natuurlijke selectie d.m.v seksuele selectie uitleggen
  6. Je kunt het verschil uitleggen tussen kunstmatige en natuurlijke selectie. 


Slide 2 - Tekstslide

Natuurlijke selectie
(overzicht)
  • Struggle for life: dagelijkse strijd tussen organismen voor voorzieningen.
  • Variatie: binnen een populatie zijn er verschillende allelen door mutaties, recombinatie en crossing-over
  • Selectiedruk: de omgeving oefent een druk uit op de populatie die de overlevingskansen en voortplantingskansen van de individuen bepaald


  • Survival of the fittest: De individuen met eigenschappen die gunstig zijn bij de selectiedruk hebben de grootste overlevingskans en krijgen dus meer nakomelingen. Hun eigenschappen worden doorgegeven aan de nakomelingen waardoor deze eigenschappen dus meer voorkomen in de volgende generatie. 

Slide 3 - Tekstslide

Struggle for life: noem 2 voorbeelden van voorzieningen waar organismen onderling voor strijden.

Slide 4 - Open vraag

Natuurlijke selectie 
(struggle for life)
  • Er is een strijd om voorzieningen
  • Tussen individuen in een populatie is er competitie voor voedsel, ruimte en voortplantingspartners 


Slide 5 - Tekstslide

Natuurlijke selectie 
(variatie)
Er is variatie binnen een soort

Variatie onstaat door:
  • Mutaties: Foutjes bij het kopieren van het DNA tijdens celdeling;
    Straling/mutagene stoffen kunnen ook mutaties veroorzaken
  • Geslachtelijke voortplanting: Eigenschappen (genen) van de moeder worden gecombineerd met de eigenschappen (genen) van de vader 
  • Crossing-over: tijdens celdeling treedt crossing over op tussen chromosomen

Slide 6 - Tekstslide

Natuurlijke selectie (selectiedruk)
  • De omgeving oefent altijd een selectiedruk uit op de eigenschappen van de individuen in een populatie. 

  • De individuen die de meest gunstige eigenschappen hebben voor het leven in die omgeving zullen het makkelijkst overleven en daardoor vaker voortplanten. 

  • Deze eigenschappen zullen daardoor vaker worden doorgegeven naar de volgende generatie. In de volgende generatie zullen er dus relatief meer individuen deze eigenschappen hebben. 
  • Door de omgeving zijn er dus bepaalde eigenschappen geselecteerd die voornamelijk worden doorgegeven naar de volgende generatie. 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Natuurlijke selectie 
(survival of the fittest)
Individuen die het beste zijn aangepast aan de omgeving hebben de hoogste overlevingskans en kunnen daardoor het langste of meeste voortplanten. Deze individuen hebben de hoogste fitness
.

Voorbeeld: De antilope die het hardst en langst kan rennen zal het minst snel worden opgegeten door roofdieren en dus het langst overleven
en zich meer voortplanten. 


Het principe waarbij de individuen binnen een soort met de hoogste fitness hun eigenschappen doorgeven noemen we Natuurlijke selectie
.

Slide 9 - Tekstslide

Wat betekent natuurlijke selectie?
Geef het best passende antwoord.
A
Individuen passen zich aan de omgeving aan.
B
De sterkste individuen overleven.
C
De omgeving selecteert de fittest en deze kunnen zich vervolgens voortplanten.
D
Recombinatie van DNA zorgt voor grotere variatie.

Slide 10 - Quizvraag

In de theorie van Darwin is evolutie de verklaring voor het ontstaan van soorten en daarmee is dat voor hem het uitgangspunt ter verklaring van de grote soortendiversiteit op aarde. Waardoor treedt volgens Darwin evolutie op?

Evolutie treedt volgens Darwin op doordat ….
A
.. in een populatie individuen zich voortdurend aanpassen aan veranderende milieuomstandigheden en vooral nieuwe kenmerken doorgeven aan hun nakomelingen.
B
.. verandering in het milieu de individuen in een populatie aanzet tot mutaties om te overleven; die mutaties worden dan doorgegeven aan hun nakomelingen.
C
.. in een populatie alléén sterke individuen overleven en deze dus ook gemiddeld sterke individuen zullen voortbrengen.
D
.. in een populatie vooral de aan het milieu aangepaste individuen zich zullen voortplanten.

Slide 11 - Quizvraag

Wat is GEEN voorbeeld van een oorzaak van genetische variatie binnen een soort?
A
Door mutaties
B
Door recombinatie
C
Door crossing-over
D
Door modificatie

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Geef hier antwoord op de vraag van vorige slide

Slide 14 - Open vraag

Leerdoelen
1.  Je kunt uitleggen wat allopatische en sympatrische soortvorming inhoudt
2.  Je kunt natuurlijke selectie d.m.v seksuele selectie uitleggen
3. Je kunt het verschil uitleggen tussen kunstmatige en natuurlijke selectie. 


Slide 15 - Tekstslide

Soortvorming door natuurlijke selectie
In de vorige les heb je geleerd dat populaties kunnen veranderen door de selectiedruk van de omgeving. 

Dit verklaard echter nog niet hoe een nieuwe soort ontstaat

Slide 16 - Tekstslide

Soortvorming door natuurlijke selectie
Populaties kunnen door natuurlijk ontstane barrières opgesplitst worden.

Na de splitsing is er  reproductieve isolatie, er vind geen genenuitwisseling meer plaats tussen de groepen. 

Een verschillende selectiedruk en willekeurige mutaties zorgen ervoor dat de twee groepen steeds meer van elkaar gaan verschillen.

Dit kan als gevolg hebben dat de twee groepen na een lange tijd elkaar niet meer herkennen als soortgenoot of dat ze niet meer met elkaar kunnen voortplanten, er zijn dan 2 verschillende soorten ontstaan.  We spreken in dit geval van allopatrische soortvorming


Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Welke bewering van de vorige dia is juist?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 19 - Quizvraag

Seksuele selectie
Een belangrijk onderdeel van het doorgeven van de genen aan de volgende generatie is de voortplanting.

Partners worden vaak zorgvuldig gekozen in het dierenrijk.

Bepaalde eigenschappen kunnen een individu aantrekkelijker maken. Individuen met deze eigenschappen worden vaker gekozen als partner en zullen hun genen (eigenschappen) dus vaker doorgeven dan hun soortgenoten.

Deze vorm van natuurlijke selectie wordt seksuele selectie genoemd. 


Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Video

Sympatrische soortvorming
Soortvorming zonder geologische barrières. 
  • Gevolg van gedragverschillen tussen populaties of verschil in voedseltype
Voorbeeld: 
Verschillende populaties orka's in noordoostelijk deel van grote oceaan jagen op verschillende prooien. De populatie die jaagt op walvissen paren niet meer met de walvissen die jagen op zeehonden. Door de tijd heen vindt er steeds minder contact plaats tussen de verschillende orka populaties. Hierdoor hopen de verschillen langzaam op, uiteindelijk zullen deze zo groot zijn dat ze 2 verschillende soorten zullen vormen.


Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Zet de begrippen bij de juiste beschrijving
Beschrijving
Begrip
Soortvorming door reproductieve isolatie vanwege verschillen in gedrag
Er vindt geen genenuitwisseling plaats tussen 2 populaties
Soortvorming door geologische barrière
Selectie op uiterlijke kenmerken door partner
Sympatrische soortvorming
Allopatrische soortvorming
Reproductieve isolatie
Seksuele selectie

Slide 25 - Sleepvraag

Kunstmatige selectie
Bij fokken van dieren of kweken van planten selecteren mensen individuen op eigenschappen en laten ze deze individuen paren. 

Dit wordt ook wel kunstmatige selectie genoemd. De mens voert in dit geval de selectiedruk uit in plaats van de omgeving. 

Kunstmatige selectie heeft geleid tot honderden verschillende rassen honden. 

Slide 26 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen natuurlijke selectie en kunstmatige selectie?

Slide 27 - Open vraag

Nog meer uitleg nodig?
https://biologiepagina.nl/Vwo4/N8Evolutie/inleiding.htm


Slide 28 - Tekstslide