Reserveren = geld opzijzetten voor een grotere uitgave.
Budgetteren = ervoor zorgen dat je net zoveel inkomsten als uitgaven hebt.
Dagelijkse uitgaven = uitgaven die je (vrijwel) dagelijks doet, zoals kosten van eten en drinken.
Vaste lasten = uitgaven die met een vaste regelmaat terugkomen, zoals de telefoonrekening.