Thema 9 Blok 4

Blok 4  
Het milieu en ik




Wat kóst een beter milieu en wat betekent 
dat voor jou? 
1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
mens en maatschappijMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Blok 4  
Het milieu en ik




Wat kóst een beter milieu en wat betekent 
dat voor jou? 

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen deze les? 

  • Uitleg Blok 4 
  • Zelfstandig werken
  • Ecologische voetafdruk maken

Slide 2 - Tekstslide

Les 1 Wat kost een beter milieu en wat betekent dat voor jou? 
  • Je leert uitgaven onderverdelen in vaste lasten en dagelijkse uitgaven. 
  • Je kan uitleggen waarom het reserveren van geld en het bijhouden van een budget belangrijk is. 
  • Je kan uitleggen hoe de overheid het koopgedrag van mensen probeert te beinvloeden. 
  • Je kan een voorbeeld geven op welke manier je je eigen gedrag milieuvriendelijker kan maken 

Slide 3 - Tekstslide

Wat koop je en wat kost dat? 
Reserveren = geld opzijzetten voor een grotere uitgave. 
Budgetteren = ervoor zorgen dat je net zoveel inkomsten als uitgaven hebt.
Dagelijkse uitgaven = uitgaven die je (vrijwel) dagelijks doet, zoals kosten van eten en drinken.
Vaste lasten = uitgaven die met een vaste regelmaat terugkomen, zoals de telefoonrekening.


Wat kóst een beter milieu en wat betekent dat voor jou?

Slide 4 - Tekstslide

Wat koop je en wat kost dat? 
  • Voor dat je iets gaat kopen verzamel je eerst informatie:  
Een zuinig apparaat verbruikt minder energie -> Daardoor is het beter voor het milieu en beter voor je portemonnee!  Het energieverbruik kun je zien op het energielabel.
  • Misschien is de aanschafprijs van een apparaat dus wel lager, 
maar op lange termijn kan je duurder uit zijn als je 
een zuinig apparaat koopt wat duurder is. 
  • De overheid beïnvloedt ons keuzegedrag door milieusparend 
gedrag te belonen en milieubelastend gedrag te bestraffen.

Wat kóst een beter milieu en wat betekent dat voor jou?

Slide 5 - Tekstslide

Bedenk
DRIE concrete maatregelen die je thuis kan
nemen jouw energieverbruik te
verlagen.
timer
3:00

Slide 6 - Open vraag

Ga naar de volgende slide! Daar staat de link

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Link

Slide 9 - Video

Zelfstandig werken 
Thema 9 Milieu     Blok 4 Het milieu en ik     
Lezen:   Blz 70 en 71  
Maken: 2, 3, 4, 5, 6, 9, 14, 17   
Maak je ecologische voetafdruk in de LessonUp app of via 
WNF Voetafdruktest .  NOTEER JOUW VOETAFDRUK
 
Klascode 2B  dfuop
Klascode 2E  tntmh
 
   
timer
15:00
Wat kóst een beter milieu en wat betekent dat voor jou?

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Link

Hoe noemen we de maatregelen van de overheid om mensen en bedrijven extra te laten betalen voor 'slechte' of milieubelastende gewoontes?
A
Indirecte belasting en accijns
B
Directe belasting en subsidie
C
Subsidie en accijns
D
Accijns en heffingen

Slide 12 - Quizvraag

Jan krijgt een financiële bijdrage van de overheid voor zijn zonnepanelen. Zo stimuleert de overheid dit gedrag. Jan krijgt een beloning in de vorm van:
A
Accijns
B
Privatisering
C
Bijdrage
D
Subsidie

Slide 13 - Quizvraag

Je koopt een wasmachine met energielabel G. Dit is een:
A
milieu zuinige wasmachine
B
erg vervuilende wasmachine
C
een goedkope wasmachine
D
een dure wasmachine

Slide 14 - Quizvraag

Wat is budgetteren?
A
Een begroting maken
B
Een plan maken
C
Geld overmaken
D
Geld verdienen

Slide 15 - Quizvraag

Geld opzij leggen voor bepaalde uitgaven:
A
inkomen
B
budget
C
schadeverzekering
D
reserveren

Slide 16 - Quizvraag

Les 2 Wat gaan we doen deze les? 

  • Uitleg Blok 4 

Wat kóst een beter milieu en wat betekent dat voor jou?

Slide 17 - Tekstslide

 Wat leer je deze les? 

  • Je kan drie voorbeelden geven van duurzaam bouwen
  • Je kan uitleggen waarom biodiversiteit beschermd wordt. 

Wat kóst een beter milieu en wat betekent dat voor jou?

Slide 18 - Tekstslide

 Een beter milieu begint bij jezelf! 
Wat kun je zelf doen?
In huis minder energie gebruiken door: 
  • apparaten uitzetten ipv op standby
  • spaarlampen of led-verlichting gebruiken
  • deuren sluiten als de centrale verwarming brandt en een trui aantrekken! 
  •  opladers  (warmte=energie) uit het stopcontact te halen als je ze niet gebruikt! 
  •   Energiezuinige apparaten kopen .  Let op het energielabel
  •  Geen klein-verpakkingen kopen ->  Daardoor is er minder afval.  Koop bv een Dopper of Join the Pipefles ipv een wegwerp waterflesje. 
  • Geen producten kopen die van ver moeten komen.  (Bessen uit Chili of Afrika)

Slide 19 - Tekstslide

Waar denk je aan bij Duurzaam Bouwen?

Slide 20 - Woordweb

Duurzaam bouwen
Duurzaam bouwen kan op allerlei manieren:
  • duurzame materialen, zoals hout met FSC-keurmerk of leem.
  • duurzame warmteregeling 
  • hergebruik meubilair 
  • recycling van materialen 

Wat kóst een beter milieu en wat betekent dat voor jou?

Slide 21 - Tekstslide

Duurzaam bouwen!
(DuBo)

Slide 22 - Tekstslide

6.8 Duurzaam bouwen

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Ga naar de volgende slide! Daar staat de link

Slide 25 - Tekstslide

Milieuorganisaties 
Sinds de industrialisatie verdwijnen planten- en diersoorten.
De biodiversiteit neemt af.  

Milieuorganisaties beschermen natuur en milieu:
  • Natuurmonumenten Nederland 
  • het Wereldnatuurfonds (WNF) 
  • Greenpeace 

Wat kóst een beter milieu en wat betekent dat voor jou?

Slide 26 - Tekstslide

Afname van de biodiversiteit
variatie van de natuur

oorzaak: 
toename bevolking
natuur - landbouwgrond
huizen, wegen en visserij

gevolg:
planten- en diersoorten uitgestorven

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Wat is biodiversiteit?
A
Alle uitgestorven planten en dieren
B
Bedreigde dier- en plantensoorten
C
De variatie van soorten in de natuur

Slide 29 - Quizvraag

Wie kent de naam van dit dier?

Slide 30 - Open vraag

Palmolie?
1. Babyvoeding
2. Brood en beleg
Veel producten die je op je brood smeert, maar ook brood zelf, bevatten palmolie. Zo wordt palmolie als stabilisator toegevoegd aan pindakaas en andere notenpasta’s, om te voorkomen dat de olie zich afscheidt en bovenin de pot gaat drijven. Andere voorbeelden zijn hazelnootpasta en ander smeerbaar broodbeleg, maar ook beschuit, soepstengels en cruesli. Fabrikanten van supermarktproducten zijn verplicht om de ingrediënten duidelijk te vermelden. Zo kan je eenvoudig ontdekken of er palmolie (of palmvet) in jouw product zit.
3. Cosmetica
Palmolie wordt in cosmeticaproducten als make-up, zeep, cremespoeling, deodorant en shampoo gebruikt als een natuurlijk alternatief voor aardolie. Wereldwijd komt maar liefst 27 procent van de totale palmolieproductie in cosmetica en schoonmaakmiddelen terecht. Toch is het voor jou als consument niet makkelijk om te ontdekken of er palmolie in dit soort producten zit. In dit lijstje kan je vinden onder welke namen palmolie wordt aangeduid.
4. Biodiesel
OK, biodiesel is inderdaad geen supermarktproduct. Maar wist je dat in Europa maar liefst 51 procent van alle palmolie wordt verwerkt in biodiesel? Dat is bizar. Gelukkig heeft de EU besloten op termijn te stoppen met palmolie in brandstof. 
Meer weten over biobrandstof en waar het vandaan komt? 

Slide 31 - Tekstslide

Palmolie

Slide 32 - Tekstslide

Welke dieren of planten ken jij die uitgestorven zijn?

Slide 33 - Woordweb

25.0000 soorten worden met uitsterven bedreigd

Slide 34 - Tekstslide

Wat zijn bedreigde dieren?
A
Dieren waar er nog veel van zijn
B
Dieren die gevaarlijk zijn voor mensen
C
Dieren waar er nog maar weinig van zijn
D
Dieren die harde geluiden maken

Slide 35 - Quizvraag

Uitgestorven diersoorten
Vooral na de industriële revolutie gaat het namelijk hard. Vanaf 1900 zijn er volgens het onderzoek 198 gewervelde diersoorten volledig verdwenen. Daarnaast zijn er nog 279 diersoorten die niet meer voorkomen in het wild, of die vermoedelijk zijn uitgestorven.

En als de mens er niet was geweest? Dan zouden er waarschijnlijk slechts negen soorten zijn uitgestorven.

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Juist of onjuist. Het vergroten van bestaande natuurgebieden leidt tot een afname van de biodiversiteit.
A
juist
B
onjuist

Slide 38 - Quizvraag

Bij afname biodiversiteit zijn er minder planten in een gebied?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 39 - Quizvraag

Wat is biodiversiteit?
A
Alle uitgestorven planten en dieren
B
Bedreigde dier- en plantensoorten
C
De variatie van soorten in de natuur

Slide 40 - Quizvraag

hoe noemen we dieren die met uitsterven worden bedreigd?
A
krimpen van dieren
B
panda's
C
bedreigde diersoorten
D
uitgestorven dieren

Slide 41 - Quizvraag

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Link

Zelfstandig werken 
Thema 9 Milieu    
Blok 4 Het milieu en ik    
Lezen:   Blz 70 en 71  
Maken: 2, 3, 4, 5, 6, 9, 14, 17  
Leren:  Begrippen blok 1 t/m  4  
  
   
   
timer
15:00

Slide 44 - Tekstslide

Samenwerken 
Blok 4 Het milieu en ik    
Lezen:   Blz 70 en 71  
Maken: 2, 3, 4, 5, 6, 9, 14, 17  
Leren:  Begrippen blok 1 t/m  4  


 Klaar? Ga aan de slag met de Eindsprint, teken af. bekijk de interactieve schoolplaat. Start met je mini-onderzoek. 
 
   

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Link

Les 3 Wat gaan we doen deze les? 

  • Aftekenen
  •  Economisch rekenen  
  • Zelf onderzoeken

Slide 47 - Tekstslide

Samenwerken 
Blok 4 Het milieu en ik    
Lezen:   Blz 70 en 71  
Maken: 2, 3, 4, 5, 6, 9, 14, 17   
ECONOMIEBLAD MAKEN 
Zelf onderzoek doen.


 Klaar? 
Leren begrippen blok 1 t/m 4
Ga aan de slag met de Eindsprint, teken af. bekijk de interactieve schoolplaat. Start met je mini-onderzoek. 
 
   

Slide 48 - Tekstslide

Oefenen met procenten 
HOEVEEL PROCENT GAAT ERAF OF KOMT ERBIJ? >>>
Een procentuele verandering berekenen
(nieuw-oud)/oud x 100% = procentuele verandering

HOEVEEL KOMT ER PRECIES BIJ OF GAAT ERAF? 
Een absolute verandering berekenen: 
Oud/100 x percentage = absolute verandering

HOE BEREKEN JE EEN DEEL VAN HET TOTAAL? 
Deel van het totaal berekenen:
Bedrag/100 x percentage = deel van totaal 

Slide 49 - Tekstslide

Zelf een mini-onderzoekje doen
Op de volgende pagina vind je een link naar een aantal onderwerpen. Je mag één van deze kiezen en de opdracht uitvoeren. 
Heb je zelf een idee voor een onderzoekje? Dat is goed. Bedenk zelf hoe je wilt laten zien wat je onderzocht hebt. 

Slide 50 - Tekstslide

Slide 51 - Link

Wat heb je geleerd deze les?
En waar wil je (nog) meer over weten?

Slide 52 - Open vraag