WW spelling

Werkwoordspelling en schrijven
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Werkwoordspelling en schrijven

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning
  • Uitleg werkwoordspelling
  • Oefenen
  • Brief aanpassen

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Wat is de persoonsvorm?
Mike heeft zijn voet gekneusd tijdens de wedstrijd afgelopen weekend.

A
heeft
B
gekneusd
C
wedstrijd
D
Mike

Slide 4 - Quizvraag

Wat is het onderwerp?

De verbouwing van de keuken kostte mijn ouders vorig jaar een fortuin.

A
kostte
B
de verbouwing van de keuken
C
mijn ouders
D
vorig jaar

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

TIP
Vervang het werkwoord door een vorm van lopen

Ik word daar blij van.
Ik loop daar blij van.

Je hoort geen 't', dus je schrijft ook geen 't'!

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Steffen ..... (bieden) haar geen kans
A
bied
B
biedt

Slide 9 - Quizvraag

doden
VT - De leeuwen ..... het kleine schaap
A
dode
B
doden
C
doodde
D
doodden

Slide 10 - Quizvraag

....(beloven) je broer het aan jou?
A
beloofd
B
belooft

Slide 11 - Quizvraag

GRENZEN
VT - Het huis ..... aan het bos
A
grenste
B
grensten
C
grensde
D
grensden

Slide 12 - Quizvraag

Het is koud dus ..... (kleden) je warm aan
A
kleed
B
kleedt

Slide 13 - Quizvraag

...... jij ook wel eens moe van het eeuwige gezeur?
A
Word
B
Wordt
C
Worden

Slide 14 - Quizvraag

Kun je me nog eens uitleggen wat je daarmee .... (bedoelen)?
A
bedoeld
B
bedoelt

Slide 15 - Quizvraag

Hij heeft niet .... (betalen)
A
betaalt
B
betaald

Slide 16 - Quizvraag

Aan de slag
  1. Maak de de opdrachten over werkwoordspelling in Forms zelfstandig (chat Teams Nederlands)
  2. Klaar? Maak je betoog af en check de werkwoordspelling van je betoog
  3. Antwoorden bespreken

Slide 17 - Tekstslide