Tips om woorden te onthouden

10 tips om woorden te leren/onthouden
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

10 tips om woorden te leren/onthouden

Slide 1 - Tekstslide

Maar eerst: 

Hoe werkt ons geheugen eigenlijk? 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Tekstslide

10 handige tips!

Slide 5 - Tekstslide

Tip 1

>> Gebruik emotie

Koppel een nieuw woord 
aan een emotie

Slide 6 - Tekstslide

Tip 2

>> Schep de goede voorwaarden 

Laat je niet afleiden, blijf geconcentreerd. (Leg die telefoon even weg!)

Slide 7 - Tekstslide

Tip 3

>> Visualiseer

Probeer bij ieder nieuw woord een nieuw beeld te vormen (hoe gekker, hoe beter).

Slide 8 - Tekstslide

Tip 4

>> Samenhang

Losse feiten onthoud je slecht. Probeer het nieuwe woord  in een logische context te plaatsen.

Slide 9 - Tekstslide

Tip 5

>> Herhaal!

Herhaal nieuwe woorden minstens vijf keer.

Slide 10 - Tekstslide

Tip 6 >> Leer dingen die je begrijpt. 
Als je iets niet begrijpt, kun je het niet onthouden.

Slide 11 - Tekstslide

Tip 7

>> Verbind nieuwe kennis aan oude kennis

Verbind het nieuwe woord aan woorden die je al kent. 

Slide 12 - Tekstslide

Tip 8

>> Leer hardop

Zo werkt een groter deel van je hersenen mee bij het onthouden van nieuwe woorden.

Slide 13 - Tekstslide

Tip 9

>> Leg uit aan anderen

Leg een nieuw woord aan iemand anders uit. Het helpt je om de betekenis te onthouden.

Slide 14 - Tekstslide

Tip 10

>> Pauze!

Leer 25 minuten, houd 5 minuten pauze. Zo onthoud je alles beter!

Slide 15 - Tekstslide

Welke manier van onthouden past het beste bij...

Slide 16 - Tekstslide

' Je leert Franse woordjes. Je schrijft ze niet alleen op, maar spreekt ze ook zachtjes uit.'
A
Leer dingen die je begrijpt
B
Leg uit aan anderen
C
Samenhang
D
Leer hardop

Slide 17 - Quizvraag

'In de paragraaf 'Woorden' worden nieuwe woorden altijd binnen een tekst aangeboden'
A
Visualiseer
B
Herhaal
C
Samenhang
D
Verbind nieuwe kennis aan oude

Slide 18 - Quizvraag

'Je legt een som van wiskunde aan een klasgenoot uit.'
A
Leer dingen die je begrijpt
B
Leg uit aan anderen
C
Visualiseer
D
Gebruik emotie

Slide 19 - Quizvraag

'Schrijf bij de woorden een zin die er goed bij past. Maak er een verdrietige, gekke of vrolijke zin van.'
A
Houd pauzes
B
Samenhang
C
Schep de goede voorwaarden
D
Gebruik emotie

Slide 20 - Quizvraag

'Je zorgt dat je voldoende afwisselt tussen het leren en momenten van rust.'
A
Leer dingen die je begrijpt
B
Leer hardop
C
Herhaal
D
Houd pauzes

Slide 21 - Quizvraag

'Je bekijkt een filmpje over werkwoordspelling. Daarna snap je precies hoe je werkwoorden moet vervoegen.'
A
Verbind nieuwe kennis aan oude
B
Leer dingen die je begrijpt
C
Leg uit aan anderen
D
Samenhang

Slide 22 - Quizvraag

'Schrijf bij elk woord een zin waardoor je de situatie voor je ziet.'
A
Leer hardop
B
Schep de goede voorwaarden
C
Samenhang
D
Visualiseer

Slide 23 - Quizvraag

'Sluit je computer af, ga rechtop zitten en leer de woorden.'
A
Leer hardop
B
Houd pauzes
C
Schep de goede voorwaarden
D
Gebruik emotie

Slide 24 - Quizvraag

'Schrijf de woorden en hun betekenis op woordkaartjes. Oefen ze net zo vaak tot je ze niet meer vergeet.'
A
Gebruik emotie
B
Leer hardop
C
Herhaal
D
Visualiseer

Slide 25 - Quizvraag

'Je maakt een woordweb rond het concept 'criminaliteit'.'
A
Visualiseer
B
Gebruik emotie
C
Leg uit aan anderen
D
Verbind nieuwe kennis aan oude

Slide 26 - Quizvraag

De ene strategie is niet beter dan de ander. Mijn advies: wissel de diverse strategieën af! Doe er je voordeel mee! 

Slide 27 - Tekstslide