In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
1.5 woorden
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
onthoudstrategieën toepassen
een woordvierkant maken
de betekenis van de behandelde woorden
Slide 2 - Tekstslide
Opdracht 1 blz 52
Bespreek samen met je docent redenen om veel woorden te kennen.
Slide 3 - Tekstslide
woordenlijst
zie bladzijde 55
Slide 4 - Tekstslide
afgeleide woorden
psychisch (= geestelijk )
de psycholoog
Slide 5 - Tekstslide
letterlijkfiguurlijk
Ontsporen
Slide 6 - Tekstslide
woordvierkant
• In het midden schrijf je het nieuwe woord.
• In de vier hoeken maak je een tekening over het woord of noteer je informatie. Dat kan zijn:
– een omschrijving;
– een tegenstelling;
– een synoniem;
– een zin waarin het woord gebruikt wordt;
– een vertaling;
– een aantal woorden die erbij passen.
Slide 7 - Tekstslide
woordvierkant
De verdachte
heeft psychische problemen psy
= geestelijk
chisch
psycholoog
psychologische instelling
tegenovergesteld: lichamelijk/ fysiek
Slide 8 - Tekstslide
eigen info:
cul
eigen info:
tuur
eigen info:
eigen info:
Slide 9 - Tekstslide
woorden voor je eindexamen
aanduiden= een andere omschrijving geven
de boodschap= bedoeling
citeren= deel van een zin of een zin uit een tekst precies overschrijven
het element= deel, onderdeel
de omschrijving= op een andere manier gezegd, synoniem
Slide 10 - Tekstslide
woorden voor je eindexamen
de passage= stukje tekst
ergens tegenover staan= ergens iets van vinden, een mening ergens over hebben
de uitspraak= iets wat iemand heeft gezegd
voornaamste= belangrijkste
weergeven= onder woorden brengen
Slide 11 - Tekstslide
3 tips om woorden te onthouden
Tip 1: Zorg dat je begrijpt wat je leert
Een nieuw woord begrijp je beter als je zoekt naar:
• een (andere) omschrijving;
• aantal voorbeelden;
• een tegenstelling.
Slide 12 - Tekstslide
3 tips om woorden te onthouden
Tip 2: Verbind nieuwe kennis aan oude
Maak een woordweb of een woordvierkant. Daarmee wordt jouw voorkennis (dat wat je al weet) geactiveerd (wakker) en verbonden met het nieuwe woord. Zo kan je brein het woord
goed vasthouden.
Slide 13 - Tekstslide
3 tips om woorden te onthouden
Tip 3: Gebruik emotie
Gebeurtenissen waardoor je bang, vrolijk of boos wordt, onthoud je beter. Koppel een nieuw woord daarom aan een emotie.