M&A Kennismaken met organisaties (uitgeversgroep)

Kennismaken met organisaties

Mens
en
Activiteiten
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Kennismaken met organisaties

Mens
en
Activiteiten

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen 
Aan het einde van deze week..
  • weet je het verschil tussen zorg en welzijn
  • je kan beroepen in de zorg en welzijn onderscheiden 
  • je kan een werkkaart maken
  • je kent verschillende doelgroepen en je kan voorbeeld hiervan geven. 

Slide 2 - Tekstslide

Les 1
Hoofdstuk 1
paragraaf 1.1 t/m 1.5

Slide 3 - Tekstslide

Beroepen binnen
zorg en welzijn

Slide 4 - Woordweb

Zorg
  • Verpleegkundige
  • Operatieassistent
  • Kraamverzorgende
  • Ambulancechauffeur
  • Doktersassistent
  • Laborant 
Welzijn 
  • Activiteitenbegeleider
  • Sportbegeleider
  • Groepsbegeleider
  • Schoonheidsspecialist 
  • Kapper 
  • Pedagogisch medewerker 
  • Politie
  • Veva

Slide 5 - Tekstslide

Doelgroepen
  • Kinderen
  • Jongeren 
  • Ouderen
  • Mensen met een beperking
Kenmerken
- Leeftijd
- Hobby's
- Beperking 

Slide 6 - Tekstslide

Organisaties 
  • Kinderopvang 
  1. Kinderdagverblijf: 0-4 jaar 
  2. Peuterspeelzaal: 2-4 jaar 
  3. Basisschool: 4 -12 jaar
  4. Buitenschoolse opvang (bso): 4-13 jaar 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

KDV biedt opvang
Noem (re)creatieve activiteiten voor kinderen van 2 jaar

Slide 9 - Open vraag

Voorlezen...
Waar let je op?

Slide 10 - Woordweb

PSZ heeft geen
opvangfunctie.
Wat dan wel?

Slide 11 - Woordweb

Voorlezen
3 leerlingen gaan naar de gang
Luister goed naar het verhaal
de eerste leerling komt weer terug in het lokaal
Leerling uit de klas verteld wat hij nog weet van het verhaal
Leerling 2 komt binnen; leerling 1 verteld wat hij heeft gehoord
Leerling 3 komt binnen; leerling 2 verteld wat hij heeft gehoord
Leerling 3 verteld wat hij heeft gehoord

Slide 12 - Tekstslide

Noem redenen om gebruik te maken van een BSO

Slide 13 - Open vraag

Brede scholen  
Basisschool werkt samen met verschillende organisaties. Doel: ontwikkelkansen van kinderen vergroten door in te spelen op hun talenten. 
  • kinderopvang en peuterspeelzalen
  • Sport- en cultuur                                                 
  • welzijn-instellingen 

Slide 14 - Tekstslide

Integraal kindcentrum
Iets anders dan Brede school. IKC werkt samen met de verschillende organisaties, omdat zij hetzelfde denken over opvang en onderwijs 

Slide 15 - Tekstslide

Bedenk 2 activiteiten die inspelen op het talent van Silas: dans.

Slide 16 - Open vraag

Buurthuis en jongerencentrum 
  • Buurthuis of wijkcentrum: activiteitencentrum van en voor bewoners in de buurt
  • Jongerencentrum: een instelling waar jongeren zich kunnen ontspannen en informatie krijgen over thema's of onderwerpen bij hun leefwereld 

Slide 17 - Tekstslide

Buurthuis of wijkcentrum
Opdracht: 
a. Zoek via internet een buurthuis of wijkcentrum bij jou in de
     buurt. Wat is de naam van dit buurthuis of wijkcentrum?
b. Noem 2 activiteiten die daar worden aangeboden voor
     ouderen.
c. Noem activiteiten die jaar aangeboden worden voor jongeren.
d. Aan welke activiteiten zou je zelf mee willen doen?

Slide 18 - Tekstslide

Voorlezen
Praktijkopdracht:
Kies een boek uit voor kinderen tussen de 4 en 6 jaar.
Waar let je bij het voorlezen?
Lees nu min 4 minuten en maximaal 5 minuten voor aan je klasgenoot. Hierna draai je de rollen om.

Slide 19 - Tekstslide

Presentatie
Praktijkopdracht:
Werk in 2-tallen
Kies een beroep uit
Kijk welke opleiding(en) je nodig hebt na het vmbo
Werk de informatie uit in een PowerPoint presentatie, Prezi of???

Slide 20 - Tekstslide

Les 2

Slide 21 - Tekstslide

Crisis opvangcentra
Opvang voor:
  • Vluchtelingen
  • Kinderen met verslaafde ouders
  • Asielzoekers
  • Dan- en thuislozen 
  • Vrouwen en kinderen (huisgeweld) 

Slide 22 - Tekstslide

Dagbesteding 
  • Activiteitencentra: mensen zonder baan 
  • Medisch kinderdagverblijf: kinderen met ernstig handicapt of ziekte
  • Centra voor dagbesteding: dagbesteding voor verschillende doelgroepen. (recreatieve activiteiten) 
  • Zorgboerderijen: mensendieck niet meer zelfstandig kunnen wonen. 

Slide 23 - Tekstslide

Verpleeghuis, verzorgingshuis en woon zorgcentrum

Slide 24 - Woordweb

Activiteit organiseren

Slide 25 - Woordweb

Activiteiten aanbieden aan een groep

 Homogene groepen: Zelfde kenmerken, bijvoorbeeld: zelfde leeftijd & zelfde geslacht

 Heterogene groepen: Verschillen zijn groter, bijvoorbeeld: Leeftijdsverschil, verschillende geslacht


Verticale groep: Niet iedereen is even oud. Bijvoorbeeld 0 t/m 4 in een groep



Horizontale groep: Iedereen is even oud. Bijvoorbeeld alleen baby's in de zelfde groep.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Grove motoriek 
Grote bewegingen

Bijvoorbeeld:
  • Lopen
  • Zwemmen
  • Fietsen
  • Rennen
  • Traplopen
Fijne Motoriek
Kleinere bewegingen die je met je handen en vingers maakt. 

Bijvoorbeeld:
  • Tekenen 
  • Schrijven

Slide 28 - Tekstslide

Werkkaart maken
B    V    U   T
B = Benodigdheden
V = Voorbereiding
U = Uitvoering
T= Terugblik

We maken samen een werkkaart

Slide 29 - Tekstslide

Opdracht Samenwerken
Bedenk of zoek in 2-tallen een activiteit die je met kinderen van de peuterspeelzaal kunt uitvoeren. 
Thema: kerst
Doel: oefenen van fijne motoriek 
Aantal kinderen: 5
Maak hiervan een werkkaart en voer de opdracht uit 

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Welke antwoord is fout?

Activiteiten zijn belangrijk...
A
omdat je andere mensen ontmoet
B
Er is eten erbij
C
om te ontspannen en om je zorgen te vergeten
D
om regelmaat in je dag te vinden

Slide 32 - Quizvraag

Voor welke leeftijd is de opvang bij het kinderdagverblijf

Slide 33 - Open vraag

Welke antwoord hoor bij BSO
A
BSO is voor opvang van zieke kinderen
B
BSO is voor opvang kinderen tussen 4 en 13 jaar
C
BSO vangt kinderen voor en na schooltijd op
D
BSO vangt kinderen op in de middagpauze

Slide 34 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen grove en fijne motoriek?

Slide 35 - Open vraag