MZVIG Omgaan met onbegrepen gedrag bij mensen met dementie

Wat vond je afgelopen week spannend om te doen maar heb je toch gedaan?
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1-4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 300 min

Onderdelen in deze les

Wat vond je afgelopen week spannend om te doen maar heb je toch gedaan?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn oorzaken van
onbegrepen gedrag?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Doel van de les
  • Je kan benoemen wat oorzaken zijn van onbegrepen gedrag
  • Je kan een hulpvraag met betrekking tot (onbegrepen) gedrag op een methodische manier achterhalen
  • Je kan benoemen welke hulpmiddelen je kan gebruiken om de oorzaak van onbegrepen gedrag te achterhalen
  • Je kan: VIG en VP - een PESDIE formuleren op gedragsmatig gebied 
                        HZW - benoem wat je hebt geobserveerd en welke acties je moet                          nemen (denk aan rapporteren, direct hulpvragen)
                       

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onbegrepen gedrag

  • Wat is onbegrepen gedrag
  • Signalen van probleemgedrag
  • Vormen van probleemgedrag
  • Waaruit komt probleemgedrag voort?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opfrissen dementie
  • Dementie en de vier meest bekende vormen ervan
  • Verloop en fases van dementie
  • Symptomen en signalen
  • Niveaus van de hersenen
  • Mantelzorgers

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dementie en meest voorkomende vormen
Verzamelnaam voor meer dan 50 ziekten, waarbij de hersenen informatie niet meer goed kunnen verwerken en deze verstoord raakt. De beschadigingen in de hersenen verergeren waardoor steeds verdere achteruitgang in het functioneren. De vier meest bekende vormen zijn:
  • Ziekte van Alzheimer (ongeveer 60-70%)
  • Vasculaire dementie (ongeveer 15%)
  • Fronto-temporale dementie (ongeveer5-10%)
  • Lewy-body dementie (5-15%)

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verloop van dementie
Fases van dementie
Dementie verloop in een bepaalde volgorde dit overkomt je niet op eens.
  • Niet pluis gevoel
  • Diagnose
  • Leven met dementie en ondersteuning
  • Leven met dementie zorg
  • Stervensfase en nazorg

Dementie verloopt in vier stadia:

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Symptomen/signalen
Mensen met dementie hebben een combinatie van symptomen: 


Geheugenstoornissen  met één of meer cognitieve stoornissen:
  • Afasie: moeite om woorden te vinden en problemen om zich uit te drukken                                    met taal
  • Apraxie: verminderd vermogen om motorische handelingen uit te voeren
  • Agnosie: onvermogen om objecten te herkennen
  • Stoornissen in uitvoerende functies : zoals rekenen, logisch nadenken, plannen

Gedragsproblemen (gaan we vandaag dieper op in)


Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Probleemgedrag
(Definitie Verenso)
"Probleemgedrag is gedrag dat gepaard gaat met lijdensdruk of gevaar voor de persoon met dementie of voor mensen in zijn of haar omgeving."

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Meest voorkomende gedragsproblemen

  • Psychotisch
  • Depressief
  • Angstig
  • Geagiteerd
  • Apathisch

Slide 12 - Tekstslide

  • rusteloosheid
  • zorg afhouden
  • doe jij maar, is goed
  • geen zin in, weet het niet, nu even niet
  • wantrouwen, hallucinaties

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Stappenplan probleemgedrag

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Energizer: maak de test

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hulpmiddelen bij het stappenplan
Er zijn verschillende hulpmiddelen bij de observatie van het gedrag, bijvoorbeeld:

- Analyseformulier zorg (GRIP) (pdf)
- Hetero anamnese zorg (Word), vragenlijst voor EVV-ers bij probleemgedrag bewoner
- Vragenlijst Inventarisatie en observatie gedragsproblematiek in Handreiking Multidisciplinair omgaan met probleemgedrag - Geeltjesmeting Thema 'Verbeteren doe je zo'
- ABCs-methode (pdf)
https://www.zorgvoorbeter.nl/probleemgedrag-ouderen/stappenplan

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Omgangstips
  • Maak contact en behoud deze. Hoe doe jij dat nou eigenlijk?


  • Biedt veiligheid. Wat vindt jij daarbij belangrijk en hoe bied jij veiligheid aan jouw zorgvragers?

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het ontstaan van onbegrepen gedrag
Gedrag, dus ook onbegrepen gedrag, wordt bepaald door de interactie tussen zorgvragers en diens omgeving. Factoren die een rol kunnen spelen bij het ontstaan van onbegrepen gedrag: 
  • Lichamelijke conditie
  • Hersenaandoening
  • Medicijngebruik
  • Psychische factoren (persoonlijkheid, omgaan met tegenslag, levensloop, stemming, omgeving

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Angst
Soms wil je zelf ook niet laten merken dat je angstig bent als een zorgvrager agressief gedrag vertoont. Verbaal lukt dit vaak wel, maar non-verbaal niet echt.

De zorgvrager weet niet wat er gaat gebeuren, dus is het zaak om zelfverzekerd over te komen. Je zult moeten proberen jouw energie die (de eigen) angst met zich meebrengt, om te zetten in (positief) handelen. 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

8 kernelementen voor omgang 
met onbegrepen gedrag
  1. Tijdig signaleren van onbegrepen gedrag zodat ingegrepen kan worden voordat escalatie plaatsvindt.
  2. Een gedegen analyse maken van het gedrag met nagaan van oorzaken op lichamelijk, psychisch en sociaal terrein.
  3. Multidisciplinair werken in een team met in ieder geval verzorgende, arts en psycholoog.
  4. De oorzaak van het gedrag aanpakken en niet het gedrag zelf. 
  5. Eerst psychosociale interventies toepassen. Psychofarmaca worden alleen toegepast wanneer kan worden aangetoond dat psychosociale interventies niet (voldoende) werkzaam zijn (met uitzondering van een lichamelijke oorzaak of bij sprake van een delier of psychose).
  6. Psychofarmaca volgens de richtlijn toepassen tenzij er belangrijke redenen zijn om hiervan af te wijken.
  7. Familie en mantelzorg betrekken bij de analyse en aanpak van het probleem.
  8. Behandeling evalueren met extra aandacht voor het mogelijk staken van behandeling met psychofarmaca.




Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen
  • Aan de slag met opdracht uit "Client als uniek mens"
  • Je kan: VIG en VP - een PESDIE formuleren op gedragsmatig gebied                                HZW - benoemen wat je observeert en welke actie je daarop                               neemt (denk aan rapporteren, direct hulpvragen)

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Leervragen uitwerken: VIG & VP
  • Voor de volgende lesdag kan ik: aangeven waar en op welke wijze, er in het zorgdossier de zorg-/begeleidingsvraag wordt beschreven.
  • Voor de volgende lesdag heb ik een lijstje gemaakt van de verschillende hulpmiddelen die op mijn afdeling worden gebruikt.

Leervragen maken: HZW, VIG & VP
  • Maak minimaal 1 eigen leervraag (SMART) en werk deze uit.

Lezen: Module 3 "De client als uniek mens" Hoofdstuk 3


Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Heb jij iets geleerd deze les? 0=helemaal niets en 100=heel veel
0100

Slide 24 - Poll

Deze slide heeft geen instructies