Formuleren H2 havo 3

H2 Formuleren blz. 79
Foutieve samentrekking
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 56 min

Onderdelen in deze les

H2 Formuleren blz. 79
Foutieve samentrekking

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Overzicht formuleerfouten
Deze ken je al: Tautologie en Pleonasme
Vandaag--> Foutieve samentrekking Formuleren H2 blz. 82

  • Fouten met verwijswoorden: Formuleren H3 blz. 126
  • Foutieve beknopte bijzin Formuleren H4 blz. 169
  • Foutieve samentrekking en inversie Formuleren H5 blz. 213
  • Losstaand zinsgedeelte en begrenzen Formuleren H6 blz. 265



Slide 10 - Tekstslide

Doelen
Aan het eind van deze les:
  • weet je wat een foutieve samentrekking is
  • kun je een foutieve samentrekking verbeteren

Taaldoel:
 - Je kunt jouw antwoorden formuleren in volledige en goedlopende zinnen
- Elke zin begint met een hoofdletter en eindigt op een leesteken

Slide 11 - Tekstslide

Wat zou een foutieve samentrekking kunnen zijn?

Slide 12 - Woordweb

Wat is een samentrekking?
Maak oefening 1 op blz. 79
timer
5:00
Een samentrekking is een zin waarin een woord of een woorddeel wordt weggelaten uit een zinsdeel (of woordgroep), omdat hetzelfde woord al eens in de zin voorkomt. Het deel wat wordt weggelaten zorgt er dan voor dat de zin korter wordt, en dus wordt samengetrokken.
Er kunnen ook meerdere woorden of woorddelen worden samengetrokken. Hierdoor valt de herhaling weg en kun je op een kortere manier de zin maken.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Link

De woorden moeten:
Hetzelfde getal hebben (enkelvoud/meervoud)
Dezelfde betekenis hebben
Dezelfde functie hebben (onderwerp, lijd. vw, meew. vw, enz.

Slide 15 - Tekstslide

Controleer samentrekking
  1. Noteer de woorden die in het tweede deel van de zin weggelaten zijn.
  2. Bepaal de functie (welk zinsdeel of welke woordsoort), de betekenis en het getal van de samengetrokken woorden in het eerste deel van de zin.
  3. Bepaal de functie, de betekenis en het getal van de weggelaten woorden in het tweede deel van de zin.
  4. Controleer of de functie, de betekenis en het getal in beide gevallen hetzelfde zijn. Zo ja, dan is de samentrekking correct.
  5. Als er sprake is van een foutieve samentrekking, plaats je de ten onrechte weggelaten woorden alsnog in het tweede deel van de zin.




Slide 16 - Tekstslide

Deze film kreeg een internationale prijs en heb ik vandaag in de bioscoop gezien.
A
de samentrekking is goed
B
het is niet dezelfde functie
C
het is niet dezelfde betekenis
D
het is niet hetzelfde getal

Slide 17 - Quizvraag

Deze literaire thriller is spannender dan de detectives.
A
de samentrekking is goed
B
het is niet dezelfde functie
C
het is niet dezelfde betekenis
D
het is niet hetzelfde getal

Slide 18 - Quizvraag

Wij bieden u een baan aan en hopen u volgende week te zien.
























De juf wordt toegezongen door alle leerlingen en de lokalen versierd.



A
de samentrekking is goed
B
het is niet dezelfde functie
C
het is niet dezelfde betekenis
D
het is niet hetzelfde getal

Slide 19 - Quizvraag

De conciërge zet de kratten frisdrank in het magazijn en daarna de vaatwasser uit.
A
de samentrekking is goed
B
het is niet dezelfde functie
C
het is niet dezelfde betekenis
D
het is niet hetzelfde getal

Slide 20 - Quizvraag

Liesbeth is keeper en veel te vinden op het trainingsveld.
























De juf wordt toegezongen door alle leerlingen en de lokalen versierd.

Wij bieden u een baan aan en hopen u volgende week te zien.


A
de samentrekking is goed
B
het is niet dezelfde functie
C
het is niet dezelfde betekenis
D
het is niet hetzelfde getal

Slide 21 - Quizvraag

Mijn neven en nichten krijgen wel tien cadeautjes met kerst, maar ik slechts eentje.























De juf wordt toegezongen door alle leerlingen en de lokalen versierd.



A
de samentrekking is goed
B
het is niet dezelfde functie
C
het is niet dezelfde betekenis
D
het is niet hetzelfde getal

Slide 22 - Quizvraag

Veel sporters vonden het benauwd in de sporthal en wilden enkele deuren openzetten.
























De juf wordt toegezongen door alle leerlingen en de lokalen versierd.



A
de samentrekking is goed
B
het is niet dezelfde functie
C
het is niet dezelfde betekenis
D
het is niet hetzelfde getal

Slide 23 - Quizvraag

De ouders worden ingelicht over de werkweek en de docent over de begeleiding.
























De juf wordt toegezongen door alle leerlingen en de lokalen versierd.



A
de samentrekking is goed
B
het is niet dezelfde functie
C
het is niet dezelfde betekenis
D
het is niet hetzelfde getal

Slide 24 - Quizvraag

Trix is moe en ziek gemeld door haar moeder.
























De juf wordt toegezongen door alle leerlingen en de lokalen versierd.



A
de samentrekking is goed
B
het is niet dezelfde functie
C
het is niet dezelfde betekenis
D
het is niet hetzelfde getal

Slide 25 - Quizvraag

Doelen
Aan het eind van deze les:
  • weet je wat een foutieve samentrekking is
  • kun je een foutieve samentrekking verbeteren

Taaldoel:
 - Je kunt jouw antwoorden formuleren in volledige en goedlopende zinnen
- Elke zin begint met een hoofdletter en eindigt op een leesteken

Slide 26 - Tekstslide

Aan de slag!
Maken opdracht 2 en 3 blz 79 en 80
In je schrift
Klaar?  Ga naar formuleren H3- blz 126 en maak opdracht 1


timer
20:00

Slide 27 - Tekstslide