Breuken door elkaar

Vereenvoudigen.. wat is dat ook alweer?

Een breuk kleiner maken!

Je gaat op zoek naar een getal dat je kunt delen door de teller en de noemer.

 In de volgende slide gaan we hiermee

oefenen.

Vereenvoudig 16/24

Vereenvoudig 30/35

Gelijknamig maken... wat is dat ook alweer?

De noemer (getal onder de streep) gelijk maken, oftewel hetzelfde getal. Hierna kun je de breuken optellen of aftellen.

1/6 + 1/4 = ?
Vereenvoudig je antwoord zoveel mogelijk

7/8 - 3/4 = ?
Vereenvoudig je antwoord zoveel mogelijk

Helen uit een breuk halen... wat is dat ook alweer?

Bijvoorbeeld 5/5 = 1 (want -> 5:5=1) dus 10/5 = 2 (10:5=2) enz.

28/5 = ?

57/6 = ?

breuken vermenigvuldigen met een geheel getal 

Wat is dat? .... Ik zal een voorbeeld geven.

1/3 X 10 of 1/3 deel van 10.

1 x 10 = 10 -> 10/3 -> 3 1/3

4/5 X 6 =
Vereenvoudig zoveel mogelijk!

1. 24/5
2. 4 4/5
3. 25/5
4. 4 3/5

3/4 X 12 =
Vereenvoudig zoveel mogelijk!

1. 36/4
2. 8
3. 9
4. 9 3/4

2/7 X 24 =
Vereenvoudig zoveel mogelijk!

1. 6 6/7
2. 48/7
3. 6 5/7
4. 6 4/7

8/9 X 5

1. 40/9
2. 45/9
3. 4 3/9
4. 4 4/9

3/8 X 11 =
Vereenvoudig zoveel mogelijk!

15/4 X 7 =
Vereenvoudig zoveel mogelijk!

Werkblad

Jullie krijgen nu nog een werkblad om alle soorten breuken te oefenen. Steek je vinger op als je nog een vraag hebt.