Taak 1 + 2 - Winst en verlies, Industriële revolutie

Winst en verlies
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Winst en verlies

Slide 1 - Tekstslide

Wat hebben we gedaan?

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
- Terugblik op de economische sectoren
- Maken van opdrachten taak 1
- Uitleg taak 1 (Winst en verlies)
- Aan de slag met taak 1

Slide 3 - Tekstslide

De productiesectoren zijn natuur, arbeid en kapitaal.
A
juist
B
onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Timmerman is een beroep in de primaire sector.
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Welke beroepen kom je niet tegen in de tertiaire sector?
A
kapper
B
boer
C
taxichauffeur
D
leraar

Slide 6 - Quizvraag

Industrie is een onderdeel van de secundaire sector.
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Noem zoveel mogelijk beroepen in de tertiaire sector.

Slide 8 - Woordweb


A
1e
B
2e
C
3e

Slide 9 - Quizvraag


A
1e
B
2e
C
3e

Slide 10 - Quizvraag


A
1e
B
2e
C
3e

Slide 11 - Quizvraag


A
1e
B
2e
C
3e

Slide 12 - Quizvraag


A
1e
B
2e
C
3e

Slide 13 - Quizvraag


A
1e
B
2e
C
3e

Slide 14 - Quizvraag


A
1e
B
2e
C
3e

Slide 15 - Quizvraag


A
1e
B
2e
C
3e

Slide 16 - Quizvraag

Aan de slag
Basis: opdrachten 5, 7, 8, 9

Kader: opdrachten 4, 5, 7
timer
7:30

Slide 17 - Tekstslide

begrippen
Type de begrippen over in een Word bestandje
Zet de goede omschrijving er achter
Werk in 2 of 3-tallen
  • omzet
  • verkooppijs
  • inkoopprijs
  • afzet
  • kosten
  • winst of verlies

Slide 18 - Tekstslide

Omzet
=
Geld dat je verdient met verkoop van producten

Omzet = opbrengst

Slide 19 - Tekstslide

Verkoopprijs

=
De prijs waartegen je het product verkoopt.

Slide 20 - Tekstslide

Inkoopprijs

=
De prijs waartegen je het product inkoopt.

Slide 21 - Tekstslide

Afzet

=
Het aantal producten dat je verkoopt

Slide 22 - Tekstslide

Formule
Omzet = verkoopprijs x afzet

Slide 23 - Tekstslide

Kosten

=
Het geld dat je kwijt bent om je product te verkopen

Slide 24 - Tekstslide

Winst of verlies

=
Het verschil tussen de omzet(opbrengst) en de kosten


Slide 25 - Tekstslide

Formule
Omzet - kosten = winst/verlies


Slide 26 - Tekstslide

Aan de slag
Basis: opdrachten 11, 12, 13, 14

Kader: opdrachten 8, 9
timer
7:30

Slide 27 - Tekstslide