Katheteriseren week 3

Katheteriseren.
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgendeMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Katheteriseren.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel 
Student weet na de les:
reden van katheteriseren
hoe te katheteriseren
kan de risico's benoemen
kent de verschillende methodes
kan de zorgvrager voorlichten 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Katheteriseren
Katherisatie van de blaas en blaasspoelen zijn verpleegtechnische vaardigheden.
Katherisatie van de blaas is een voorbehouden handeling volgens de wet BIG. 
Blaasspoelen van de blaas is een risicovolle handeling
De zorgverlener bevoegd en bekwaam moet zijn voordat hij de handeling mag verrichten.



Slide 3 - Tekstslide

Voorbehouden handelingen zijn handelingen die, als een ondeskundige ze zou uitvoeren, onaanvaardbare risico's met zich meebrengen voor de patiënt. Daarom mogen alleen artsen en andere bevoegde zorgverleners deze handelingen zelfstandig indiceren en verrichten.
Voorbehouden handeling
Voorbehouden handelingen zijn handelingen die, als een ondeskundige ze zou uitvoeren, onaanvaardbare risico's met zich meebrengen voor de patiënt. 

Daarom mogen alleen artsen en andere bevoegde zorgverleners deze handelingen zelfstandig indiceren en verrichten.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Redenen om te katheteriseren

Retentie (obstructie/neurologisch)
Incontinentie (?)
Medicinaal (plastabletten)
Voor een operatie
Urineproductie controleren

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geef aan hoe nummer 1 t/m 4 heten.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom hebben vrouwen een verhoogde kans op blaasontsteking
A
korte urinebuis
B
lange urinebuis
C
hebben geen prostaat
D
hormonen

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Katheteriseren is...

Inbrengen van een holle buis met als doel afvloeien van urine

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Katheteriseren 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

vrouw
Urinebuis 3-5 cm lang 
 Loopt recht naar beneden

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Urinebuis man



 20-25 cm lang
s-vormige bocht
vergrote prostaat kan de urinebuis vernauwen

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschillende katheters 
Katheters zijn verkrijgbaar als één-, twee- of driewegkatheters. Ieder van deze varianten is verkrijgbaar in diverse maten, materialen en met verschillende kathetertips. Praktisch gezien is de indeling op basis van eenmalige- of verblijfskatheter meer bruikbaar.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verblijfskatheter
Urethrale Verblijfskatheter

Bij bijvoorbeeld terminale cliënten, cliënten die niet in aanmerking komen voor eenmalig katheteriseren
Meer kans op complicaties
Wisselen afhankelijk van materiaal ingebrachte katheter

Slide 14 - Tekstslide

Aanvullende informatie afbeelding 1: Lumen 1 is de uitstroomopening. Lumen 2 is het ballonvulkanaal.
Gebruik voor continue blaasspoeling een driewegkatheter (= drielumenkatheter). Deze katheters hebben een kanaal om spoelvloeistof in te brengen, een kanaal om de ballon te vullen en een kanaal voor de afvloed van de urine.
Kies altijd eerst een siliconen gecoate latexkatheter bij blaaskatheterisatie, tenzij er sprake is van een latexallergie. Kies bij cliënten die langdurig gekatheteriseerd worden, snel verstopte katheters of een latexallergie hebben, een 100% siliconen katheter
Soorten kathetertips
De standaard urethrale verblijfskatheter heeft een ‘nelaton’-tip. Het uiteinde van deze katheter is recht, met twee ogen voor drainage (zie afbeelding 2).


Maak voor mannen die moeilijk te katheteriseren zijn ten gevolge van prostaathypertrofie gebruik van een Tiemann-katheter. 

Gebruik bij continue blaasspoelingen een couvelairkatheter. Deze heeft een open tip.
Een Coudé-katheter heeft een gebogen tip zoals een Tiemann, maar met drainageogen in de tip. Tijdens het inbrengen van een katheter met gebogen tip moet de tip omhoog wijzen. Verder zijn er geen verschillen in de wijze van inbrengen.


Slide 15 - Tekstslide

Deze heeft een harde, gebogen tip met twee drainageogen achter de gebogen tip. In de handreiking Kathetermanagement van V&VN wordt geadviseerd deze door deskundig personeel in te laten brengen (uroloog, verpleegkundig specialist etc.).
Katheters
lumen: naam voor holle slang van de katheter
  • enkel lumen: afloop urine
  • dubbel lumen: afloop urine en ballon
  • triple lumen: afloop urine, ballon en spoelen
Maatvoering: dikte katheter in Ch (Charriere) 
Lengte man 41-45 cm en vrouwenkatheters 25 cm

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verblijfskatheter

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Voor vrouwen, mannen en kinderen zijn verschillende lengtes verkrijgbaar. Een mannenkatheter is standaard 41-45 cm, vrouwenkatheters zijn ongeveer 25 cm. Kinderkatheters zijn ongeveer 30 cm. 

Vrouwen kunnen gebruikmaken van mannenkatheters. Dit kan nodig zijn bij obese cliënten. Mannen kunnen géén gebruikmaken van vrouwenkatheters: de katheters zijn niet lang genoeg. De ballon kan zich in de urethra opblazen, wat ernstig letsel kan veroorzaken.
Eenmalige katheter 
Eenmalig
Intermitterend (met tussenpozen)
4 á 6 keer per dag
Door de cliënt (minder gevoelig voor infecties)
Meer zelfredzaam

Slide 19 - Tekstslide

Blaaskatheters voor eenmalig gebruik kunnen voorzien zijn van een coating om het inbrengen te vergemakkelijken. Activeer deze coating met water. 

Bij sommige katheters is er een zakje met water in de verpakking van de katheter verwerkt.
Ook zijn er katheters waarbij de verpakking van de katheter is voorzien van glijmiddel, zodat dit niet apart hoeft te worden ingebracht.
Suprapubisch katheter

Suprapubische katheters worden door de buikwand, boven het schaambeen in de blaas ingebracht. De suprapubische katheter is een alternatief voor de urethrale katheter en wordt operatief ingebracht. 
 

Slide 20 - Tekstslide

Er zijn verschillende varianten:
Foley-ballonkatheter voor suprapubische katheterisatie
Katheter zonder ballon: deze wordt met een hechting op de plaats gehouden
Foley-ballonkatheter met een open uiteinde
Gebruik voor suprapubische katheterisatie bijvoorkeur een 100% siliconenkatheter.

Slide 21 - Tekstslide

De eerste 5 dagen na plaatsing is er sprake van een wond. Bescherm deze met een steriel splitgaas. Vervang het steriele gaasje ten minste eenmaal per dag én bij iedere verontreiniging.

Dagelijkse verzorging: was het gebied rondom de suprapubische katheter dagelijks met water. Gebruik geen zeep, verzorgendwassenproduct of desinfectans*.

Balloncontrole. Dit is alleen nodig bij gebruik van een siliconenkatheter. De concentratie van de urine kan de doorlaatbaarheid van de ballonwand van een siliconenkatheter beïnvloeden. Hierdoor is het mogelijk dat de katheterballon leegloopt. Zuig met een spuit de aanwezige vulling uit de ballon. Noteer de hoeveelheid. Spuit met een nieuwe spuit de voor de katheter aanbevolen hoeveelheid vloeistof in. Hoe vaak de controle moet plaatsvinden is afhankelijk van de concentratie van de urine en de hoeveelheid ballonvulling die is weggelopen. Meestal is eens per drie weken voldoende.
Moet je de suprapubisch katheter draaien of dompelen?
A
Draaien wel maar Dompelen mag niet meer
B
Afhankelijk van voorschrift arts,
C
Dagelijks draaien en dompelen
D
Wekelijks draaien en dompelen.

Slide 22 - Quizvraag

Draaien en/of dompelen. In de richtlijnen voor suprapubische katheters wordt niet meer gesproken over het draaien of dompelen van de suprapubische katheter voor het vormen van een goede fistel. Er zijn echter artsen die dit nog voorschrijven. Overleg dus altijd met de arts of de suprapubische katheter ook gedraaid of gedompeld moet worden en zo ja, hoe vaak.
Dit apparaat wordt gebruikt om te meten hoeveel urine nog aanwezig is in de blaas. 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overige blaaskathethers
Tiemann:
  •  Stugge gebogen tip,  katheteriseren bij bv prostaathypertrofie vergemakkelijken.
  •  Door urologen (of urologisch verpleegkundigen).
  • Tip moet omhoog wijzen bij het inbrengen


Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ballon

  • Op plaats houden van katheter
  • 6-10 ml steriel water in ballon 
  • Afgesproken hoeveelheid (noteren)!
  • Afhankelijk van katheter en cliënt

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Glijmiddel
Meestal meerder functies;
  • verdovend
  • glijmiddel
  • desinfecterend

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een blaaskatheter die goed zit produceert op vaste tijden urine
A
waar
B
niet waar

Slide 28 - Quizvraag

Door peristaltiek komt urine continu in de blaas, onwillekeurig. 

Normaal bij ongeveer 300/ 400 ml vulling wordt de prikkeldrempel van de rekreceptoren (soort ‘peilstokje’) in de blaaswand overschreden > signaal via autonome zenuwstelsel naar de hersenstam, gevolg: > gevoel van aandrang> ontspanning van onwillekeurige sluitspier (kan ook sneller bijvoorbeeld door angst).

Kringspier spant aan tot dat :
Willekeurige sluitspier wordt op commando ontspannen waarna mictie/ plassen volgt. (ophouden kan tot ongeveer 500 ml)

Blaasspoelen met spuitzak via blaaskatheter 

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Indicaties voor blaasspoeling
- Om vlokken, gruis en/of stolsels te verwijderen
- Om met antibiotica ontstekingen te bestrijden (medicinale spoeling)
- Bij blaaskanker, om kankercellen te vernietigen of om de afweer te stimuleren (dit vindt plaats in het ziekenhuis)

Het is niet zinvol om zorgvragers met een katheter standaard te spoelen om urineweginfecties te voorkomen!



Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aandachtspunten
Breng de spoelvloeistof op lichaamstemperatuur in om spasmen van de blaas zoveel mogelijk te voorkomen. 

Haal de spoelvloeistof tijdig uit de koelkast en verwarm de spoelvloeistof zo nodig, door het verpakte zakje in lauwwarm water te dompelen.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Open versus gesloten systeem
Er zijn twee manieren om een blaasspoeling te geven:

Open blaasspoeling. Een blaasspoelzakje of een blaasspuit wordt op de katheter aangesloten. De katheterzak wordt hierbij losgekoppeld.

Gesloten blaasspoeling. De blaasspoeling vindt plaats via de derde ingang van de blaaskatheter. De katheterzak wordt hierbij niet losgekoppeld.




Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Complicatie bij inbrengen katheter

Bloeding
Weerstand
Urine loopt niet af
Beschadiging wand urethra (niet zichtbaar)

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zijn er nog vragen?
Aan de slag! 

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies