Als je duidelijkheid hebt over je zelfbeeld dan heb je zelfkennis.
Voor een beroepskracht MZ/VP is het belangrijk om zelfkennis te hebben.
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
agogiekMBOStudiejaar 4
In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Zelfbeeld
Zelfbeeld is de basis van je gedrag.
Als je duidelijkheid hebt over je zelfbeeld dan heb je zelfkennis.
Voor een beroepskracht MZ/VP is het belangrijk om zelfkennis te hebben.
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoel
* Weten dat je gedrag aan- en af kan leren bij cliënten en dat
hier veel mee gewerkt wordt in het werkveld.
* Je weet welke invloed cultuur heeft op de cliënt,
* Inzicht hebben in hoe je clienten zou kunnen ondersteunen bij hun persoonlijkheidsontwikkeling.
Lesdoelen
* Je kan in eigen woorden vertellen wat gedrag is
* Je hebt kennis over het ontstaan van gedrag
*Je hebt kennis over je persoonlijkheid en je kan hier op reflecteren
* Je weet wat voor invloed je eigen persoonlijkheid heeft tijdens je werk met cliënten
Slide 2 - Tekstslide
Planning
Theorie & interactieve vragen 'Gedrag'
Theorie & interactieve vragen 'Persoonlijkheid'
Uitleg eindopdracht
Slide 3 - Tekstslide
Totale communicatie
Slide 4 - Woordweb
Totale communicatie
Het gebruiken van alle middelen die de communicatie bevorderen, zoals gebaren (al dan niet uit een bestaand gebarensysteem), geschreven taal, gesproken taal, lichaamshouding, mimiek, spraakafspraken en vingerspelling
Slide 5 - Tekstslide
Gedrag
Ijsbergmodel van McClelland
Slide 6 - Tekstslide
Definitie Gedrag
Gedrag:
Alle activiteiten van een persoon die anderen kunnen waarnemen.
Slide 7 - Tekstslide
Gedrag wordt bepaald door erfelijke factoren en de omgeving
Nature en nurture.
Slide 8 - Tekstslide
Welk gedrag heb jij vandaag laten zien?
Slide 9 - Open vraag
Gedrag wordt bepaald door leerprocessen (nadoen, complimenten geven/ kritiek)
Slide 10 - Tekstslide
Gedragingen aan- en afleren heeft te maken met de
cultuur waarin iemand opgroeit
cultuur: normen, waarden
opvattingen/ gewoonten
Boeren na het eten vinden wij onbeleefd, maar in China wordt dit helemaal niet als onbeleefd gezien, integendeel!
Slide 11 - Tekstslide
De mens is een sociaal wezen (aanpassen gedrag, erbij horen)
Slide 12 - Tekstslide
Jij als MZ/VP beroepskracht leert cliënten vaardigheden aan
(voordoen, complimenten geven)
Slide 13 - Tekstslide
Wat zijn andere redenen waarom mensen op elkaar willen lijken?
timer
3:00
Slide 14 - Open vraag
Ander gedrag...
Slide 15 - Tekstslide
Mensen willen andere mensen graag in hokjes plaatsen
Mensen hebben behoefte aan eenvoudige oordelen over grote groepen mensen.
Slide 16 - Tekstslide
Wat is het nadeel van mensen indelen in hokjes?
A
mensen passen soms niet in 1 hokje
B
er is geen nadeel, lekker overzichtelijk
C
Je kijkt niet meer naar wie de persoon zelf is
Slide 17 - Quizvraag
Persoonlijkheid
Met persoonlijkheid bedoelen we het totaal aantal aan eigenschappen dat iemand kenmerkt, waardoor deze persoon verschilt van andere mensen.
Persoonlijkheid bestaat uit karakter en temperament
* Karakter is dat deel van de persoonlijkheid dat min of meer
vaststaat; het gaat om stabiele eigenschappen. Ouders,
vrienden, en anderen kunnen een bepaalde karaktertrek
remmen, maar ook versterken.
* Temperament is de aangeboren manier waarop iemand
reageert op bepaalde omstandigheden
Slide 20 - Tekstslide
Wat zijn karaktereigenschappen?
A
sociaal
B
druk
C
rustig
D
nieuwsgierig
Slide 21 - Quizvraag
Voorbeelden van temperament zijn:
A
ongeduldig
B
rustig
C
betrouwbaar
D
eigenwijs
Slide 22 - Quizvraag
Noem 4 karaktereigenschappen van jezelf. Beschrijf of je hier tevreden mee bent & of je er iets aan zou kunnen/willen veranderen voor op je werk.
Slide 23 - Open vraag
Slide 24 - Tekstslide
Als je weet hoe jezelf in elkaar zit, kan je begrijpen waarom jouw persoonlijkheid soms botst met die van een cliënt .
Slide 25 - Tekstslide
Praktijkvoorbeeld
Je cliënt/collega is heel slordig, maar jij netjes. Jij bent erg open en praat makkelijk, de cliënt/collega is heel gesloten en zegt uit verlegenheid vaak niets.
In dit soort situaties is het belangrijk om eerlijk tegenover jezelf te zijn dat de cliënt/collega iets oproept wat je niet wilt. Vaak gaat het om gevoelens van ergernis. Erken hierbij ook dat jouw ergernis te maken heeft met het verschil in persoonlijkheid. Dat maakt het gemakkelijker om zelf verantwoordelijk te blijven voor jouw gevoelens en de schuld niet bij de cliënt/collega te leggen.
Slide 26 - Tekstslide
Geef een voorbeeld wanneer jouw persoonlijkheid botste met die van een ander: Rondje om.