Fictie 2.1 personages

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Fictie 2.1

Fictie H1 en H2

H1:

• Ik weet het verschil tussen fictie en non-fictie;

• Ik weet het verschil tussen realistische en niet-realistische fictie.

H2:

• Ik weet wat hoofd- en bijpersonages zijn;

• Ik weet wat karaktereigenschappen zijn en kan deze omschrijven;

• Ik weet wanneer een personage sympathiek of antipathiek is en ik kan uitleggen waarom zij dit zijn.

Fictie
Wat is fictie?

1. Verzonnen verhalen
2. Biografie
3. Informatieve verhalen
4. Autobiografie

Wat is je favoriete genre bij fictie?

Wat is het verschil tussen
realistische en non-realistische fictie?

Wat is het verschil tussen hoofd- en bijpersonages?

Bekende
hoofdpersonen

sympathiek

antipathiek 

(anti = tegen)

En dan nu:

Opdracht 2, 3 en 4

Klaar? opdracht 5