Woorden H2 en H3
1 / 11
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Kies het juiste woord: vastberaden en zonder aarzeling
A
impact
B
resoluut
C
abrupt
D
delicaat
Slide 2 - Quizvraag
A
afzetten tegen
B
introduceren
C
focussen
D
selecteren
Slide 3 - Quizvraag
Maak een zin van ten minste tien woorden waaruit blijkt dat jij de betekenis kent met het woord defibrillator.
Slide 4 - Open vraag
Maak een zin van ten minste tien woorden waaruit blijkt dat jij de betekenis kent met het woord essentieel.
Slide 5 - Open vraag
Wat betekent het voorvoegsel ego?
Slide 6 - Open vraag
Wat betekent het voorvoegsel bio?
Slide 7 - Open vraag
Welk woord hoort er niet bij?
A
interessant
B
banaal
C
onbenullig
D
alledaags
Slide 8 - Quizvraag
Welk woord past in de volgende zin: Om het ongeoorloofde verzuim op school .... moet je als straf om half 8 komen inhalen.
A
te reflecteren
B
te stimuleren
C
in te dammen
Slide 9 - Quizvraag
Welk woord past in de volgende zin: In deze .... hitte is het heel moeilijk om je te concentreren
A
verzengende
B
intellectuele
C
banale
Slide 10 - Quizvraag
Stapelbed
Werkzaam
Onschuldig
Harteloos
Boomhut
Koffiekan
Samenstelling
Afleiding
