2.5 Woordformules

2.5 Woordformules
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

2.5 Woordformules

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
- Weten wat een woordformule is
- Kunnen rekenen met een woordformule
- Zelf een woordformule kunnen opstellen

Slide 2 - Tekstslide

Programma
- Planning week 44
- Theorie-uitleg 2.5 Woordformules
- Zelfstandig aan het werk

Slide 3 - Tekstslide

Planning week 44
Maandag
2.5 Woordformules
Dinsdag
Herhalen H2
Woensdag
Proefwerk H2
Donderdag
Start 2.6 Formules met letters

Slide 4 - Tekstslide

Theorie: 2.5 Woordformules

Slide 5 - Tekstslide

Formule?

Slide 6 - Woordweb

Cola kopen

Slide 7 - Tekstslide

Hoeveel kost het als ik 2 blikjes cola koop?

Slide 8 - Open vraag

Hoeveel kost het als ik 9 blikjes cola koop?

Slide 9 - Open vraag

Cola kopen - Formule


Kosten in € = 1,20 x aantal blikjes

Slide 10 - Tekstslide

Sponsorloop
Stel ik sponsor Meneer van der Linden €3 per ronde en een vast bedrag van €5.

Hoeveel euro sponsor ik hem als hij 1 ronde loopt?

Slide 11 - Tekstslide

Stel ik sponsor Meneer van der Linden €3 per ronde en een vast bedrag van €5.
Hoeveel euro sponsor ik hem als hij 1 ronde loopt?

Slide 12 - Open vraag

Stel ik sponsor Meneer van der Linden €3 per ronde en een vast bedrag van €5.
Hoeveel euro sponsor ik hem als hij 5 ronde loopt?

Slide 13 - Open vraag

Sponsorloop - Formule


Sponsorbedrag = 5 + 3 x aantal rondes

Slide 14 - Tekstslide

Woordformules
Kosten in € = 1,20 x aantal blikjes



Sponsorbedrag = 5 + 3 x aantal rondes
Vast bedrag / begin getal
Stijggetal

Slide 15 - Tekstslide

Welk getal is het begin getal?
Kosten in € = 1,25 + 6 x aantal dvd's
A
1,25
B
6

Slide 16 - Quizvraag

Welk getal is het vaste bedrag?
kosten in € = 2,50 + 6 x aantal foto's
A
2,50
B
6

Slide 17 - Quizvraag

Wat betekent het getal 5 in de volgende formule:
Inkomsten in € = 15+ 5 x aantal uren
A
begin getal
B
stijggetal
C
vaste bedrag
D
bedrag per uur

Slide 18 - Quizvraag

Hoeveel verdien je als je 12 uur werkt? (met berekening)
Inkomsten in € = 15+ 5 x aantal uren

Slide 19 - Open vraag

Leerdoelen
- Weten wat een woordformule is
- Kunnen rekenen met een woordformule
- Zelf een woordformule kunnen opstellen

Slide 20 - Tekstslide

Zelfstandig aan het werk

Slide 21 - Tekstslide

Aan de slag!
Wat?
Opgaven uit 2.5 volgens periodeplan
Hoe?
Individueel of in tweetallen
Hulp?
- Theorie in boek
- Buurman/buurvrouw
- Docent

Slide 22 - Tekstslide