introductieles

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Waar denk je aan bij het vak economie?

Slide 3 - Woordweb

0

Slide 4 - Video

Welke spullen heb je nodig?
* boek: Pincode
* lijntjeschrift
* twee verschillende kleuren pennen
* rekenmachine

Slide 5 - Tekstslide

26/08 Programma
* tweede helft kennismaking
* wat heb je nodig? hoe werkt het boek?
* Opdracht "wensenlijstje" maken
* uitleg paragraaf 1.1
* fotograaf 11.15 uur

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht wensenlijstje
Maak een wensenlijstje:
*Schrijf minimaal 4 dingen op.
*Schrijf achter elk item het aankoopbedrag op
* Noteer het totale aankoopbedrag onderaan
timer
1:00

Slide 7 - Tekstslide

Uitleg 1.1

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht wensenlijstje 2.0
Maak een wensenlijstje:
*Schrijf minimaal 3 basisbehoeften op
*Schrijf minimaal 3 overige behoeften op
* Zet een G achter Goederen (minimaal 2x)
* Zet een D achter Diensten (minimaal 2x)

Slide 9 - Tekstslide

PRIMAIR
SECUNDAIR
Plaats de behoeften in de bijbehorende vakken.
Primaire behoeften
Secundaire behoeften
Medicijnen
Vitaminepillen
Benzine
Smartphone
Televisie
Bed
Groente en fruit
Auto
Beroepsopleiding

Slide 10 - Sleepvraag

Uitleg van het boek
1. Je hebt voor economie de volgende cijfers gehaald: 6-7,4-8,8. Wat is je gemiddelde cijfer?

2. Je koopt twee flessen cola van € 1,68 per fles en een fles sinas van € 1,59. Wat is de gemiddelde prijs per fles?

Klaar: lezen bladzijde 8 en 9 (totaan het groene blok)

Slide 11 - Tekstslide

0

Slide 12 - Video

Leerdoelen
In deze les leer je wat economie is:
 
  • je kunt uitleggen wat het verschil is tussen basisbehoeften en overige behoeften
  • je kunt een geldbedrag op de juiste manier noteren
  • je kent het verschil tussen consumeren en zelfvoorziening
  • je kunt een gemiddelde berekenen

Slide 13 - Tekstslide

Noem een ander voorbeeld dan genoemd in de video van primaire behoeften en secundaire behoeften.

Slide 14 - Open vraag

Behoeften verschillen door:
  • budget (hoeveel heb je te besteden)
  • leeftijd
  • geslacht
  • de invloed van vrienden en klasgenoten
  • de invloed van familie
  • de invloed van reclame

Slide 15 - Tekstslide

Middelen
Om in je behoeften te voorzien heb je middelen nodig zoals tijd en geld

Deze middelen zijn beperkt, dat noem je schaarste.

Slide 16 - Tekstslide

Goederen
Tastbare producten waarmee je in je behoefte kunt voorzien.

Tastbaar =  alles wat je vast kunt pakken/aan kunt raken

Slide 17 - Tekstslide

Diensten
Activiteiten waarmee je in iemands behoeften voorziet, zoals bediening in een restaurant of het knippen van iemands haar.

Let op: geen "vriendendienst"

Slide 18 - Tekstslide

Prioriteiten
Je kunt niet in al je behoeften voorzien doordat middelen schaars zijn. Je moet keuzes maken.

Bepalen wat je het belangrijkste vindt, noem je prioriteiten stellen.

Slide 19 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?

Slide 20 - Tekstslide

Primaire behoeften zijn ...
A
de noodzakelijke behoeften.
B
de luxe behoeften.

Slide 21 - Quizvraag

Het hebben van een fiets is een ...
A
primaire behoefte.
B
secundaire behoefte

Slide 22 - Quizvraag

voorbeeld secundaire behoeften

Slide 23 - Woordweb

Basisbehoeften
Overige behoeften

Slide 24 - Sleepvraag

'Prioriteiten stellen' betekent...
A
kiezen wat je het leukst vindt
B
kiezen wat je het meest belangrijk vindt
C
kiezen wat je het lekkerst vindt
D
kiezen wat je het minst leuk vindt

Slide 25 - Quizvraag

Vind je de lesstof nog lastig? Bekijk dan de extra uitleg in de volgende video's.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Slide 28 - Video