1.7. Rectale toedieningsvormen

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
ApothekersassistenteMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Als je kan kiezen tussen kristallijn of poeder in je zetpil. Wat pak je dan?
A
Kristallijn
B
Poeder

Slide 11 - Quizvraag

Zijn morfine zetpillen hydrofiel of lipofiel?
A
hydrofiel
B
lipofiel
C
D

Slide 12 - Quizvraag

Hoe zal deze morfine zetpil gaan werken in het lichaam?
A
Het vet smelt door lichaamswarmte, gnm komt vrij.
B
Zetpil lost op in vocht in de darm, gnm komt vrij.

Slide 13 - Quizvraag

Waarom zit er lactosum in deze zetpil?
A
Om het smeltpunt te verlagen
B
Om agglomeraten fijn te wrijven
C
Voor een betere verdeling van de morfine
D
Om de massa vloeibaar te houden tijdens gieten

Slide 14 - Quizvraag

Waarom is de ph van een klysma belangrijk?
A
Dit zorg dat het geneesmiddel beter oplost
B
Dit zorgt voor een goede verdeling
C
Dit zorgt dat de oplossing viskeuzer wordt
D
Dit voorkomt irritatie

Slide 15 - Quizvraag

Is deze zetpil bedoeld voor volwassenen?
A
Ja, dat zie je aan de sterkte
B
Ja, dat zie je aan de zetpilmaat
C
Dat maakt niet uit.
D
Nee, deze is geschikt voor kinderen

Slide 16 - Quizvraag

Waarom wordt er Silica colloidale toegevoegd ?
A
Voor een betere verdeling
B
Om agglomeraten fijn te wrijven
C
Om de massa vloeibaar te houden
D
Om het smeltpunt te verlagen

Slide 17 - Quizvraag

Wat betekent (45) en (90) achter de geneesmiddelen?

Slide 18 - Open vraag

Als je 10 zetpillen wil maken, moet je dan deze hoeveelheden met 10 vermenigvuldigen
A
Ja
B
Nee

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide