MBO-rm Fin2 (druk 2017) H3

• Handel
• MBO
• Studiejaar 2

Welkom!

Open op je eigen telefoon of laptop

www.lessonup.app 

Gebruik de code die linksonder staat.

Vul je eigen naam in voor presentielijst en om te tonen bij uitslagen van de quiz die we gaan doen.

Planning voor vandaag

Quiz over stof vorige week (5 minuten).

Uitleg Hoofdstuk 3 (10 minuten).

Zelf opgaven maken (25 minuten).

Samen werken we een opgave uit (15 minuten)

Vorige week: H2

Wat deden we vorige week?

Enkele quizvragen 

over 

exploitatiebudget en exploitatiebegroting.

Waarom budgetteren?
"Controle houden over ...."
[ welk antwoord is fout? ]

1. verschil tussen begroting en realisatie.
2. welke artikelen klanten kopen.
3. kosten en uitgaven.
4. inkomsten en omzet.

Wat is NIET belangrijk bij opstellen begroting en budget?
(kruis alle goede antwoorden aan)

1. Wie BHV certificaat heeft gehaald.
2. De omzet van branchegenoten.
3. Een concurrent opende een filiaal naast jou.
4. De omzet van afgelopen jaren.

Wat is de
cumulatieve
omzet maart?

1. 49.500
2. 149.500
3. 180.895
4. 200.750

Dit is een:

1. Staafdiagram
2. Lijndiagram
3. Cirkeldiagram
4. Taartdiagram

Wat is gemiddelde
opbrengst klanten
die €25 besteden?

1. € 10
2. € 25
3. € 475
4. € 730

Vragen?

Wie heeft een vraag om extra uitleg?

Vandaag: H3

Budget bewaken

Hoeveel heb jij voor jezelf uitgegeven in augustus?

Hoeveel geld heb jij in september uitgegeven?

1. Minder dan € 100
2. Tussen € 100 en € 500
3. Tussen € 500 en € 1.500
4. Meer dan € 1.500

Heb jij in september meer uitgegeven dan in mei?

1. Ja, ik gaf meer geld uit.
2. Neen, ik gaf minder geld uit.
3. Ik gaf even veel geld uit.
4. Ik heb geen flauw idee.

Wat is GEEN functie van een budget?

1. Taakstellend
2. Omzet voorspellen
3. Controle
4. Machtigen verantwoordelijke

Wat is GEEN oorzaak voor een verschil tussen realisatie en budget?

1. Hoge belastingaanslag.
2. Fouten in het budget.
3. Onvoldoende sturing door management.
4. Concurrent opende filiaal naast ons.

Wat bepaalt het bezettingsresultaat?

1. Het aantal klanten.
2. Hoeveel meer of minder verkoop dan normaal.
3. Hoeveel onverkochte spullen je weggooit.
4. Hoeveel kosten ik maak om te kunnen verkopen.

Derving

Verlies doordat artikelen niet verkocht kunnen worden.

Voorbeeld Catering:

etenswaren in buffet na twee uur weggooien.

Warmteverlies

Bij Stadsverwarmingsbedrijf

warmte die verloren gaat 

tussen opwekcentrale

en consument.

Lekkage

Totaal aan oorzaken waardoor 

verschil tussen aantal verkocht en aantal ingekocht

anders dan gebudgetteerd.

Verschillenanalyse (formules)

• Werkelijke omzet hoger of lager dan gepland.
• Bezettingsresultaat.
• Verschil in brutowinst (lekkage).
• Verschil in variabele kosten.
• Verschil in constante kosten

Opgaven (huiswerk)

Oude boek (2017) vanaf pagina 128.

Nieuwe boek (2021) vanaf pagina 102.

Het laatste kwartier van de les doen we een opgave samen.