Afweer les 3





Afweer



Deel 2
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
anatomie & fysiologieMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 33 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les





Afweer



Deel 2

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
*  De witte bloedcellen
* infectie en ontstekingsreacties

* Toets anatomie periode maandag 29 maart


Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen van vandaag

  • Je kunt het de verschillende witte bloedcellen benoemen en uitleggen
  • Je kunt de 5 symptomen van een ontsteking benoemen en uitleggen

Slide 3 - Tekstslide

Afweerschema

Slide 4 - Tekstslide

De witte bloedcellen

Slide 5 - Tekstslide

Organen immuunsysteem
Amandelen, thymus, lymfeknopen, milt, lymfevaten en beenmerg.



Slide 6 - Tekstslide

Witte bloedcellen,
ontstekingsreactie met of zonder koorts

Slide 7 - Tekstslide

Witte bloedcellen met een rol in de specifieke afweer
3e lijns defensie

B-lymfocyten
T-lymfocyten
Plasmacellen

Slide 8 - Tekstslide

Stamcellen
Stamcellen maken continu nieuwe cellen aan en zitten overal in het lichaam met ieder een eigen taak.
 

In het beenmerg worden continu nieuwe stamcellen gemaakt die bloedcellen produceren (jong-> alle beenderen) (volw. -> platte beenderen)

Per minuut worden er ongeveer 350 miljoen bloedplaatjes en rode en witte cellen aangemaakt.

Het lichaam  moet snel te kunnen reageren. 
Extra afgifte maar daarna weer stoppen (bloeding/infectie)
Tijdens de vele celdelingen kunnen zich fouten voordoen. Wanneer er fout op fout ontstaat, is er een kans op kwaadaardige ontwikkeling (leukemie/lymfklierkanker)



Slide 9 - Tekstslide

Beenmerg
In het beenmerg verblijven de moedercellen van de bloedcellen, de stamcellen. De cellen ontstaan hier maar rijpen hier ook voor een groot deel uit.

Thymys 
De T-cel komt vanuit het beenmerg maar rijpt verder uit in de thymus. Hiermee is de functie ook direct bepaald. Hij zal zich uiteindelijk ontwikkelen tot T-helpercel of  

Slide 10 - Tekstslide

Lymfocyten:
B en T cellen
Lymfocyten (t-lymfocyt en b-lymfocyt) 
zijn gespecialiseerde cellen die een ziekteverwekker kunnen herkennen, doden en onthouden.

Het onthouden is belangrijk om bij een volgende infectie met dezelfde ziekteverwekker sneller te kunnen reageren 

B cellen blijven zitten in het beenmerg
T cellen gaan naar de Thymus om daar te ontwikkelen

B cellen zorgen voor de humorale afweer (maken antistoffen)
T cellen zorgen voor de cellulaire afweer (maken geïnfecteerde cellen kapot)

Slide 11 - Tekstslide

De B-Lymfocyt
Rijpe B-lymfocyten zijn plasmacellen ze maken antistoffen aan en markeren zo "de indringer" (bacterie etc.).
plasmacellen maken antistoffen aan en markeren zo "de indringer" (bacterie etc.).

Deze antistoffen zorgen ervoor dat virussen geen cellen meer binnen kunnen gaan.
De antistoffen zorgen ervoor dat de bacteriën kapot gaan óf makkelijk vernietigd kunnen worden door fagocyten.( fagocytose)



Slide 12 - Tekstslide

De T-Lymfocyt
belangrijke rol is de specifieke afweer.
Actief tegen pathogenen die zich ophouden in de cellen van de gastheer, en dus uitzicht van het afweersysteem.

Geactiveerde T-cellen zijn in staat om met virussen geïnfecteerde cellen lek te schieten.
cel inhoud en ziekteverwekker kunnen daarna makkelijk worden opgeruimd.

Slide 13 - Tekstslide

De ontsteking

Slide 14 - Tekstslide

Infectie
* Als lichaamsvreemde stoffen het inwendige milieu binnendringen noemen we dit een infectie.
(De stoffen passeren een membraan voordat ze echt in je lichaam zitten)

* Virussen en bacteriën veroorzaken infecties

* Virussen bestaan niet uit niet levend

Slide 15 - Tekstslide

De symptomen
  • Pijn (dolor)
  • Roodheid (rubor)
  • Warmte (calor)
  • Zwelling (tumor)
  • Gestoorde functie (functio laesa)

Slide 16 - Tekstslide

Wat gebeurt er als er een wond ontstaat
  1. bacteriën en ziekteverwekker dringen binnen via de wond
  2. bloedplaatjes en fibrine proberen de wond te sluiten
  3. bloedvaten verwijden, cellen komen vanuit bloed in wondgebied
  4. neutrofielen gaan de ziekteverwekker (pathogenen) aanvallen
  5. neutrofielen en macrofagen eten de ziekte verwekkers op
  6. macrofagen scheiden cytokines uit (cytokinen zijn eiwitten die fungeren als chemische boodschapper tussen cellen) activeren afweer + herstel
  7. ontstekingsreactie blijft voortduren tot de aanvallers dood zijn en wond hersteld

Slide 17 - Tekstslide

Koorts

Slide 18 - Tekstslide

koorts
Koorts, ook wel verhoging, febris, of pyrexia,
is een normale reactie van het lichaam op een infectie met virussen of bacteriën.

De koorts helpt de infectie te bestrijden.
Bij een hogere temperatuur groeien virussen en bacteriën minder goed.

Gedacht wordt dat het afweersysteem beter werkt bij koorts, maar dat is (nog) niet bewezen.

Pilo-erectie (rechtop staan van de haren, kippenvel)


Slide 19 - Tekstslide

Ontstaan van koorts
Koorts ontstaat door een communicatie tussen het ontstekingssysteem en de hersenen.

* Er ontstaat een ontstekingsreactie: Deze reactie is bedoeld om onze overlevingskansen te verhogen en ons te verdedigen tegen infecties

* Onze witte bloedcellen worden actief en produceren cytokines(boodschappereiwitten die andere cellen activeren) waarvan sommige koorts kunnen veroorzaken

* Bij koorts loopt de lichaamstemperatuur op tot een nieuw evenwicht bereikt is.




Slide 20 - Tekstslide

Koorts


* Koorts kan opgevat worden als een bescherming tegen ziekteverwekkers


* Door een verhoogde lichaamstemperatuur versnelt het metabolisme en kan er een sneller herstel optreden van aangetaste cellen of weefsels.

* Koorts versnelt het hartritme en daarmee de bloedsomloop, waardoor de cellen van het immuunsysteem sneller aangevoerd worden.

* Daarnaast kan koorts opgewekt worden door bacteriën zelf d.m.v. pyrogenen zodat zij door de hoge temperatuur zich sneller kunnen vermeerderen en zo het afweersysteem kunnen ontlopen.



Slide 21 - Tekstslide

Extra uitleg en verdieping 

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Witte bloedcellen met een rol in de aspecifieke afweer
1e en 2e lijns defensie

Mastcellen Bij ontsteking geven deze cellen heparine, histamine, serotonine (gelukstof) en protease vrij.

Monocyten kunnen bloedbaan verlaten (macrofagen)

Dendritische cellen pathogenen opeten, antigenen aan de buitenkant van celmembraan plakken en zo herkend worden door afweercellen. antigeen-presenterende cellen (APC's).

Pmk’s: neutrofiel, eosinofiel, basofiel ( bevat granules)

Natural killer cell:  kunnen direct cellen doden die geïnfecteerd zijn. Zij binden aan besmette cel, spuiten soort chemicaliën in.





Slide 25 - Tekstslide

Koorts

Slide 26 - Tekstslide

Het overzicht van bloed

Slide 27 - Tekstslide

koorts
Koorts, ook wel verhoging, febris, of pyrexia,
is een normale reactie van het lichaam op een infectie met virussen of bacteriën.

De koorts helpt de infectie te bestrijden.
Bij een hogere temperatuur groeien virussen en bacteriën minder goed.

Gedacht wordt dat het afweersysteem beter werkt bij koorts, maar dat is (nog) niet bewezen.

Pilo-erectie (rechtop staan van de haren, kippenvel)


Slide 28 - Tekstslide

Ontstaan van koorts
Koorts ontstaat door een communicatie tussen het ontstekingssysteem en de hersenen.

* Er ontstaat een ontstekingsreactie: Deze reactie is bedoeld om onze overlevingskansen te verhogen en ons te verdedigen tegen infecties

* Onze witte bloedcellen worden actief en produceren cytokines(boodschappereiwitten die andere cellen activeren) waarvan sommige koorts kunnen veroorzaken

* Bij koorts loopt de lichaamstemperatuur op tot een nieuw evenwicht bereikt is.




Slide 29 - Tekstslide

Koorts


* Koorts kan opgevat worden als een bescherming tegen ziekteverwekkers


* Door een verhoogde lichaamstemperatuur versnelt het metabolisme en kan er een sneller herstel optreden van aangetaste cellen of weefsels.

* Koorts versnelt het hartritme en daarmee de bloedsomloop, waardoor de cellen van het immuunsysteem sneller aangevoerd worden.

* Daarnaast kan koorts opgewekt worden door bacteriën zelf d.m.v. pyrogenen zodat zij door de hoge temperatuur zich sneller kunnen vermeerderen en zo het afweersysteem kunnen ontlopen.



Slide 30 - Tekstslide

T-lymfocyten en B-lymfocyten
T-lymfocyten en B-lymfocyten. Beide worden tijdens het embryonale leven gemaakt in het beenmerg.
De T-cellen gaan naar de thymus worden geprogrammeerd

Slide 31 - Tekstslide

T-cel
T- helpercellen = TH-cel stimuleert dan aanmaak/vrijkomen van de specifieke T + B lymfocyten voor de specifiek pathogeen


TC- cellen = cytotoxische t cellen, zorgt ervoor dat virussen of andere pathogenen worden gedood of onschadelijk worden gemaakt

T- memory cellen = Tm-cellen, bij een herhaalde infectie herkennen ze het antigeen, hierdoor wordt is de immuunrespons sneller 

Slide 32 - Tekstslide

B-cel

Slide 33 - Tekstslide