In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Renaissance en ontdekkingsreizen
Slide 1 - Tekstslide
Wat was GEEN reden waarom de Renaissance begon in Noord-Italiaanse steden?
A
Minder invloed van de kerk
B
Mensen waren daar heel gelovig
C
Veel handel
D
Contact met de Arabieren
Slide 2 - Quizvraag
A
Middeleeuwen
B
Renaissance
Slide 3 - Quizvraag
Middeleeuwen of Renaissance?
"God is de verklaring voor alles wat ik niet begrijp"
A
Middeleeuwen
B
Renaissance
Slide 4 - Quizvraag
Renaissance of Middeleeuwen?
A
Middeleeuwen
B
Renaissance
Slide 5 - Quizvraag
Wat doet een humanist
A
Dingen uitvinden
B
Schilderen
C
Griekse en Romeinse teksten bestuderen
D
Gebouwen bouwen
Slide 6 - Quizvraag
Bekijk beide bronnen.
In de tijd van de Renaissance komt de mens in plaats van God centraal te staan. Leg met twee verschillen tussen bron I en bron II uit dat je deze stelling kunt illustreren met deze twee afbeeldingen van hetzelfde Bijbelse thema.
Slide 7 - Open vraag
Leg met gegevens uit de bron uit dat Erasmus een christelijk humanist was
Slide 8 - Open vraag
Wat was GEEN reden voor de Portugezen en Spanjaarden om op ontdekkingsreis te gaan?
A
De indianen bekeren tot het christendom.
B
Veel geld verdienen aan de producten zoals specerijen.
C
Een goede handelsrelatie opbouwen met de Indianen.
D
De Turkse blokkade van de zijderoute omzeilen
Slide 9 - Quizvraag
Sorteer de gebeurtenissen op oorzaken en gevolgen van het ontdekkingsreizen in de 16e eeuw
Oorzaken
Gevolgen
betere kaarten
sterfte onder Indianen groot
Slavernij
Christendom groeit
luxeproducten brengen veel geld op
Ottomanen vragen belasting
Christendom uit gaan breiden
Slide 10 - Sleepvraag
Welke gevolgen van de ontdekkingsreizen waren door de Europeanen bedoeld en welke niet bedoeld?
Bedoeld
Niet bedoeld
Verspreiding van het Christendom in nieuwe gebieden.
De verspreiding van ziektes over de wereld
Het veroveren van grote gebieden in Amerika
Het verkrijgen van meer macht voor Europeanen
Slide 11 - Sleepvraag
Aan welke zijde stond de schilder: aan die van de Kerk of aan de zijde van de mensen die de Kerk bekritiseren?