Memo hoofdstuk 6

Hoofdstuk 6
Nieuwe ideeën, nieuwe werelden
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 6
Nieuwe ideeën, nieuwe werelden

Slide 1 - Tekstslide

doorloop hoofdstuk
- Het gaat in dit hoofdstuk om de periode van 1300 tot 1600, de vernieuwing van de renaissance. De Renaissance ontstaat in Italië en de oorzaak is het bestaan van het Grieks-Romeinse rijk en de rijkdom van de handelaren vanaf 1300. Het gevolg is het nadoen van de Romeinse tijd in de kunst en de bouwstijlen (par.1)en in de wetenschap. Door de Renaissance gaan mensen de oorspronkelijke wetenschappelijke teksten weer lezen en onderzoeken.
De wetenschappers vonden zelfstandig nadenken heel belangrijk en gingen neerkijken op de Middeleeuwen. De nieuwe wetenschap was een bedreiging voor de christelijke kerk, ze ontdekten bijvoorbeeld fouten in de bijbel. Erasmus was zo'n nieuwe denker. Ook werd de boekdrukkunst uitgevonden en de kennis kon zo beter verspreid worden.

Slide 2 - Tekstslide

vervolg doorloop
Door de ontdekkingen in de wetenschap kwamen er de ontdekkingsreizen. De Europeanen zochten een zeeweg naar Azië om zelf daar de producten te kunnen halen. Door dat zoeken en doordat de wetenschap beweerde dat de aarde rond was,(oorzaken) kwamen ze in Amerika terecht. Het gevolg is dat er handelsposten en koloniën (politiek) gesticht worden. Er werde plantages aangelegd en handel gedreven (economisch)Doordat de indiaanse bevolking niet tegen Europese ziektes en het harde werken konden, gingen ze snel dood. Gevolg is dat de Europeanen werkers uit Afrika gingen halen. Ze maakten deze mensen tot slaaf.(sociale verhoudingen) Een ander gevolg is een cultureel gevolg, ze verspreidden het christendom.

Slide 3 - Tekstslide

par. 1 Een nieuwe kunst

Slide 4 - Tekstslide

par. 1 doen
- blauwe woorden
- jaartallen
- namen
- de leerdoelen uitleggen
- de tekst lezen en oorzaken en gevolgen herkennen (signaalwoorden)
- opsommingen herkennen (signaalwoorden)
- de paragraaftitels zijn de deelonderwerpen, die moet je uit kunnen leggen
- de opgaven maken (goed maken)

Slide 5 - Tekstslide

belangrijk!
Waar en waarom is de renaissance ontstaan? In Italië, oorzaak de rijkdom en het bestaan van de Romeinse resten en het willen nadoen hiervan
Waarin werden ze geïnspireerd door de oudheid? De bouwstijl (bogen, koepels en brede gebouwen) en de levensechtheid van beeldhouwwerken. Ze wilden wel die Oudheid verbeteren.
Wat veranderde er in de Beeldende kunst? Interessen voor anatomie, perspectief en de kunstenaar werd belangrijker. Kunstwerken zijjn niet meer anoniem, maar ook de gewone mens mag zichzelf op de voorgrond stellen en nu genieten van het leven.

Slide 6 - Tekstslide

oefenopdrachten, geef van onderstaande kunstwerken aan waarom ze tot de renaissance behoren

Slide 7 - Tekstslide

Waarom renaissance

Slide 8 - Open vraag

Waarom Renaissance

Slide 9 - Open vraag

Zijn wie je bent; dat is geluk. (Erasmus) waarom is dit renaissance?

Slide 10 - Open vraag

par. 2 Een nieuwe mentaliteit

Slide 11 - Tekstslide

par. 2 doen
- de blauwe woorden kennen
- de jaartallen kennen
- de leerdoelen kunnen uitleggen
- de bronnen kunnen uitleggen

Slide 12 - Tekstslide

belangrijk
Par. 2 gaat over de invloed van de Oudheid op de Renaissance, maar dan niet beeldende kunst of bouwkunst, maar literatuur en wetenschap. De geleerden gingen meer oude teksten in het Grieks en Latijn bestuderen. Ze ontdekten dat er fouten in het overschrijven zaten en daarom zochten ze nog oudere teksten. Daarbij vonden ze ook teksten over onderwerpen die nieuw voor ze waren. De geleerden die dit doen zijn Humanisten, Erasmus was een van hen. Ze wilden bereiken dat mensen heel precies gaan lezen om zich een zelfstandig oordeel te kunnen vormen. De Humanisten waren ook erg kritisch op de Middeleeuwen, er moesten nieuwe ideeën komen over de samenleving.
Die ideeën waren een bedreiging voor de kerk. De kerk wilde niet dat mensen zelfstandig nadachten.. De Humanisten merkten ook dat de bijbelvertaling die toen gebruikt werd niet betrouwbaar was. 

Slide 13 - Tekstslide

vervolg belangrijk
Rond 1450 werd de boekdrukkunst uitgevonden, gedrukte boeken waren goedkoper en makkelijker te verspreiden. Dat betekende dat de ideeën van de Humanisten verspreid werden. De mentaliteit van de mensen ging daardoor veranderen; Mensen bleven geloven in hemel en hel, maar ze geloofden niet meer alles klakkeloos wat de kerk beweerde. Ze wilden zelfstandig nadenken en zich als mens ontwikkelen tijdens hun leven op aarde.

Slide 14 - Tekstslide

beantwoord de vraag in de volgende slide; de prent laat Galileo Galilei zien voor een kerkelijke rechtbank

Slide 15 - Tekstslide

Waarom bemoeit de kerk zich met de wetenschap?

Slide 16 - Open vraag

Door niet eerst de botten uit te leggen, houden anatomiedocenten de student tegen, en houden hem weg van de studie van de waardevolle werken van God. Leg aan de hand van deze bron de visie van de humanisten uit

Slide 17 - Open vraag

par. 3

Slide 18 - Tekstslide

Wat te doen voor par.3
- de blauwe woorden moet je kennen
- je moet de jaartallen weten, vooral de jaartallen die in de opdrachten terugkomen
- Namen: Columbus; Vasco da Gama; Magelhaen; Hendrik de zeevaarder
- je moet de leerdoelen uit kunnen leggen (tip, let op de eerste zinnen in een alinea, op de laatste zin van het hele stukje en daarbinnen op opsommingen en uitleg en veranderingen ( te herkennen aan de signaal woorden))

Slide 19 - Tekstslide

Filmlinkje van Columbus en de ontdekkingsreizen
https://schooltv.nl/video/histoclips-de-ontdekkingsreizen-van-columbus/

Slide 20 - Tekstslide

Leg aan de hand van slide 18 uit dat het hier wel moet gaan om een secundaire bron

Slide 21 - Open vraag

Wat is belangrijk in par. 3
In de Middeleeuwen kenden de Europeanen maar een deel van de wereld, maar een ander deel kenden ze wel via de producten.
Die producten werden extreem veel duurder toen de Turken het Ottomaanse rijk sterk uitbreidden (en dat ligt op een knooppunt, zie bron 5).
De Europeanen zochten toen een manier om de producten zelf te kunnen gaan halen, via een zeeweg. Dat kon omdat ze nu betere boten en een kompas hadden (100 jaar eerder niet). De eerste routes gingen langs de kust van Afrika, maar(tegenstelling!) Columbus dacht een kortere route te hebben via het westen (omdat de wereld rond was

Slide 22 - Tekstslide

vervolg
Columbus kwam in Amerika uit en daar vonden ze veel nieuwe producten. Anderen bereikten Azië via Zuid-Afrika of Zuid-Amerika. Ook werd er een noordelijke route gezocht (Nova Zembla). De ontdekkingsreizen hadden 1. economische gevolgen; nieuwe producten, plantages en uitbuiting van werkkrachten.
Het had ook gevolgen voor de 2. politiek, door de koloniën namen de West-Europeanen in veel landen in de wereld de macht over. En het had gevolgen voor de sociale verhoudingen (ongelijkheid) in de ongelijkheid tussen etnische afkomsten. Als vierde waren er culturele gevolgen; het christendom werd verspreid.

Slide 23 - Tekstslide

Nadat een Inca-generaal een Spaanse veroveraar had gedood, werd Atahualpa (een Inca prins) ondanks de eerdere belofte van Pizarro (Spaanse veroveraar gedood).
opdracht: Welke gevolgen van de ontdekkingsreizen herken je hier?

Slide 24 - Open vraag

De Spaanse monniken spreken over "de martelingen" die de Azteken pleegden.
opdracht; welke oorzaak van de ontdekkingsreizen herken je hier?

Slide 25 - Open vraag

Slide 26 - Tekstslide

de vragen van slide 26

Slide 27 - Open vraag

Slide 28 - Tekstslide

de vragen van slide 28

Slide 29 - Open vraag

Slide 30 - Tekstslide

de vragen van slide 30

Slide 31 - Open vraag

Slide 32 - Tekstslide

de vragen van slide 32

Slide 33 - Open vraag