Ik-verteller: je weet alleen wat de 'ik' denkt en voelt
Personale verteller: je krijgt alleen inzicht in de gedachten en gevoelens van de hoofdpersoon
Alwetende verteller: je hebt inzicht in meerdere personages, terwijl deze verteller zelf geen rol speelt in het verhaal
Slide 13 - Tekstslide
Welke verteller heeft jouw boek?
Ik-verteller
Personale verteller
Alwetende verteller
Slide 14 - Poll
Personages
Slide 15 - Tekstslide
Personages
Hoofdpersoon - bijpersoon
Verhoudingen tussen personages?
Personages beschrijven:
Innerlijk, uiterlijk, leeftijd, gender, gedrag, ontwikkeling, etc.
Slide 16 - Tekstslide
Aan de slag
-Beschrijf je boek aan de hand van de begrippen die we net hebben behandeld: zakelijke gegevens, het genre, het perspectief en de personages van je boek (ongeveer 100 woorden)
-Je mag zachtjes met je buur overleggen
-Ik loop langs als er vragen zijn
Klaar? Maak alvast een korte samenvatting van je boek
Slide 17 - Tekstslide
Fabel en sujet
Fabel is het verhaal. Stel je een kleuter voor: En toen en toen en toen (chronologie)
De sujet is hoe het verhaal verteld wordt in het boek.
Bij welke 'en toen' begin je. (flashback en flashforward)
Slide 18 - Tekstslide
Presenteren
Jullie ervaringen met presenteren
Goed presenteren - voorbereiden en uitvoeren
Feedback - wat is goede feedback?
Slide 19 - Tekstslide
Presenteren - ervaring?
Hoe vaak heb je gepresenteerd? Hoe ging dat?
Slide 20 - Open vraag
Hoe sta jij tegenover het presenteren?
Ik vind het leuk om te doen dus ik heb er vertrouwen in
Ik vind het wel oké dus het gaat wel lukken
Ik vind het wel spannend maar het komt wel goed
Ik vind het heel erg spannend dus ik kijk er erg tegen op
Ik vind het niet spannend maar ik heb er gewoon geen zin in
Slide 21 - Poll
Presenteren: voorbereiden
Werk goed uit wat je gaat vertellen en hoe
-Is de opbouw logisch?
-Is je verhaal helder?
Oefenen!!
-bijv. voor de spiegel of voor je familie
-Time je pitch met een stopwatch
Slide 22 - Tekstslide
Presenteren: uitvoeren
Houding: Sta je er actief bij? Heb je een open houding? Gebruik je handgebaren?
Oogcontact: Maak je oogcontact? Kijk je de hele klas aan?
Stem: Ben je verstaanbaar? Houd je een goed tempo aan? Varieer je met intonatie?
Slide 23 - Tekstslide
Voorbeeld presentatie - tips?
https://www.youtube.com/watch?v=GFfYnY7LCt4
Slide 24 - Tekstslide
Wat vond je niet goed aan hoe deze vrouw presenteert?
Denk aan houding, stemgeluid, tempo, oogcontact, etc.
Slide 25 - Open vraag
Feedback geven
Verwoord feedback altijd opbouwend
Dus niet: Je praatte te zacht
Maar wel: Je mag wat harder praten
Geef nooit feedback over: Iets wat iemand niet kan veranderen
Zeg ook altijd wat er wel goed gaat!
Slide 26 - Tekstslide
Is dit goede feedback?
- Goed gedaan, maar ik kon je niet goed zien want je bent klein
- Ik zou de volgende keer wat meer de klas in kijken
- Je hebt dit heel slecht gedaan
- Ik kon je moeilijk verstaan, dus je mag iets harder praten
Slide 27 - Tekstslide
Tips boekpitch
-Begin met een zin uit je boek
-Begin met een anekdote over je boek
-Vertel iets interessants over de omslag
-Verklaar de titel
-Stel een vraag aan de klas
-Verwerk een leuk grapje in je boekpitch
Slide 28 - Tekstslide
Ten slotte: persoonlijk doel
Kies een punt waar jij op wil focussen voor je boekpitch
Verwoord dat als persoonlijk doel, bijv.:
-'ik wil niet te snel spreken' -'ik wil iets origineels in mijn pitch verwerken' -'ik wil de 3 minuten halen' -'ik wil één iemand overtuigen om mijn boek (niet) te lezen'
Slide 29 - Tekstslide
Persoonlijk doel: waar wil jij op letten bij je boekpitch?