Ik (stam ) hoor (geen t als hij er niet staat in het ww na -en)
Jij /Hij / zij / (hoorT (altijd een T)
Wij horen ( hele werkwoord)
We noemen dit persoonsvormen, want ze horen bij het onderwerp. Je vindt ze door de zin vragend te maken of de zin in een andere tijd te zetten.