Ned_2h_Week3_les3

1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik  
Namenronde 
Samen aan de slag (nieuwe stof)
Zelfstandig aan de slag
Evalueren 
Vooruitblik
Kahoot! 




Slide 2 - Tekstslide


Vorige les: formuleren (tekst aantrekkelijker maken d.m.v woordgebruik) en woordjes woordenschat 


Materiaal mee
Methodeboek Nieuw Nederlands, leesboek, schrift en pen
(mobiel/pc)

Werkhouding

Huiswerk


Afwezigheid of te laat



Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Huiswerk begrepen?
Ik kan vergelijkingen herkennen.



Slide 5 - Tekstslide

Inhoud lessen deze week
Start H1 Formuleren + Spelling
Opdracht 1 en 2 (blz 33)
Theorie (blz 32)
Opdracht 3 (blz 33) verrijken

Lezen h3
Opdracht 1,2 en 4 (blz. 72-76)
Theorie blz. 72  
Opdracht 3 en 5 (blz. 72-76)
verrijken

Woordenschat letter A en B




Opdracht 3 en 5


Slide 6 - Tekstslide

Doel


  • Je kunt tekstverbanden herkennen aan de hand van signaalwoorden
  • Je kunt vergelijkend en samenvattend verband en doel-middelverband in een tekst herkennen

Slide 7 - Tekstslide

Startopdracht, bladzijde 72
Kijk mee met deze tekst.

Slide 8 - Tekstslide

Kijk naar de startopdracht.
Maak duo's.
Maak 3 duo's
Je mag samenwerken.

Slide 9 - Open vraag

Antwoord
Er zijn diverse combinaties mogelijk. Het eerste woord duidt steeds een middel aan en het tweede een doel dat met dat middel behaald (of bereikt) kan worden. 

actie voor veilig kruispunt – stoplichten
stoplichten – veilig verkeer
teamtraining – betere ploeg
bril – beter zicht
brommer – school
oven – cake
hardlopen – betere conditie
school – diploma
paracetamol – geen pijn meer
sparen – brommer

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Link

Theorie, bladzijde 72
Kijk mee met deze tekst.

Slide 12 - Tekstslide

Open je boek op bladzijde 72
Kijk mee naar tekst 1.

Je leest de tekst oriënterend. 

Door naar de titel te kijken, tussenkopjes, plaatjes en de eerste of laatste zin (bij een korte tekst) of de eerste of laatste alinea (bij een lange tekst) kom je achter het onderwerp van de tekst.


Slide 13 - Tekstslide

Lees tekst 1.
Wat is het onderwerp van de tekst?

Slide 14 - Open vraag

Antwoord
Opdracht 1
1 Uitkomsten Nibud Scholierenonderzoek 2016 / scholieren en geld


Slide 15 - Tekstslide

3. Lees vraag 3 (blz 72)

In welke alinea's komt deze info uitgebreider aan de orde?

Slide 16 - Open vraag

Antwoord

in alinea 6 hun ouders lijken meer voor hen te betalen
in alinea  7 61 procent geeft aan..

Meer dan de helft van de ouders betaalt de volledige kosten van de kleding, schoenen en de smarthphone van hun kinderen tussen de 12-18 jaar. 


Slide 17 - Tekstslide

Noteer uit alinea 2, 3 en 4 zoveel
mogelijk signaalwoorden voor een vergelijking.

Slide 18 - Woordweb

Antwoord
vergelijking signaalwoorden:

alinea 2: minder dan
alinea 3: In vergelijking met
alinea 4: hoger ten opzichte van – minder … dan – is het populairst

Slide 19 - Tekstslide

5. In de laatste zin van alinea 2 staan ng 3 signaalwoorden, welke?

Slide 20 - Open vraag

Antwoord
5 zo – maar – ook 

Slide 21 - Tekstslide

6 Op welke tekstverbanden duiden deze signaalwoorden?
zo – maar – ook

Slide 22 - Open vraag

Antwoord
zo: toelichtend verband 
maar: tegenstellend verband
ook: opsommend verband

Slide 23 - Tekstslide

7. In de laatste zin van alinea 5 staat en doel-middelverband.
Noteer M (middel) en D (doel).

Slide 24 - Open vraag

Antwoord
7 middel: hulp krijgen 
 doel: online bankieren

Slide 25 - Tekstslide

8 Alinea 5 (laatste zin). Op welk verband duidt 'daarnaast'?

Slide 26 - Open vraag

Antwoord
8 Het duidt op een opsomming: er worden twee situaties opgesomd waarin scholieren geen hulp van hun ouders krijgen bij internet bankieren.

Slide 27 - Tekstslide

Wie betalen meer? Meisjes of jongens? Kijk naar de tabel.
A
meisjes
B
jongens

Slide 28 - Quizvraag

Wat ga je maken:
Hoofdstuk 3
Lezen 
Opdracht 1 vanaf vraag 7 (vanaf blz 73)
Opdracht 2 (vanaf blz 74)


Klaar? Top! Je kunt het volgende afmaken van lezen:

Woordenschat (woordjes A en B leren)
Woordenschat, woordjes C en D invullen.


Weer klaar? 
Hoofdstuk 3
Lezen
Verrijking opdracht 2 OF 4 (vanaf blz 74)


Slide 29 - Tekstslide

Woordenschat woordjes C en D uitdelen


Slide 30 - Tekstslide

Schooltaalwoorden met de A
Aannemen (veronderstellen) 
Afzonderlijk
Anticiperen
Assertief
Autonoom

Slide 31 - Tekstslide

Schooltaalwoorden met de B
Baseren (op)
Beleid
Beredeneren
Betrekking (met betrekking tot of m.b.t.)
Blootstaan (aan)


Slide 32 - Tekstslide

Hoe ging de invulopdracht?
Wat ging goed?
Kan er de volgende keer iets beter?

Slide 33 - Tekstslide

Wat gaan we de volgende les doen?
Woordenschat


Wat moet er volgende week mee? 
Methodeboek, schrift, pen, leesboek en je mobiele telefoon en oortjes 




Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Link

Slide 37 - Tekstslide