bestimmte Artikel

Welke Duitse lidwoorden ken je?
1 / 20
volgende
Slide 1: Open vraag
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welke Duitse lidwoorden ken je?

Slide 1 - Open vraag

"die" geeft aan dat het ... is
A
mannelijk
B
onzijdig
C
vrouwelijk
D
weiß nicht

Slide 2 - Quizvraag

"der" geeft aan het dat ... is
A
onzijdig
B
mannelijk
C
meervoud
D
vrouwelijk

Slide 3 - Quizvraag

"das" geeft aan dat het ... is
A
vrouwelijk
B
meervoud
C
onzijdig
D
mannelijk

Slide 4 - Quizvraag

In deze les ga je:

- de geslachtregels van een znw herhalen
-de geslachtregels van een znw actief oefenen.

Slide 5 - Tekstslide

Welk geslachtsregels ken je nog? Schrijf het lidwoord erbij.

Slide 6 - Open vraag

mannelijk (mänlich)
-dagen, maanden, jaargetijden (Tagen, Monate, Jahreszeiten)
-windrichtingen                                 (Windrichtungen)
- "het weer" begrippen                    (Wetter Begriffe)
- namen van vissen en vogels       (Fische und Vögel)
- landbouwproducten                       (Landwirtschaftprodukte)
- automerken                                         (Automarken)

Slide 7 - Tekstslide

vrouwelijk (weiblich)
-woorden die eindigen op -heit,- keit, -schaft, -ung -ei  -e
-namen van bomen en bloemen            (Bäume und Blume)
-vrouwelijke dieren, beroepen, personen

Slide 8 - Tekstslide

onzijdig (sächlich)
-"het" woorden in NL
- woorden met de verklein vorm -chen of -lein

Slide 9 - Tekstslide

.... Freundschaft (vriendschap)
A
der
B
das
C
die

Slide 10 - Quizvraag

... Pflanze (plant)
A
der
B
das
C
die

Slide 11 - Quizvraag

... Wasser (water)
A
der
B
die
C
das

Slide 12 - Quizvraag

... Volkswagen
A
der
B
das
C
die

Slide 13 - Quizvraag

... Sommer
A
die
B
der
C
das

Slide 14 - Quizvraag

der Mann ....>>> een man
A
eine Mann
B
ein Mann

Slide 15 - Quizvraag

die Frau.... een vrouw
A
eine Frau
B
ein Frau
C
kein Frau
D
keine Frau

Slide 16 - Quizvraag

das Kind ... mijn kind
A
meine Kind
B
mein Child
C
mein Kind
D
dein Kind

Slide 17 - Quizvraag

der Vater ... mijn vader
A
meine Vater
B
mein Vater
C
deine Vater
D
sein Vater

Slide 18 - Quizvraag

die Kinder - zijn kinderen
A
sein Kind
B
seine Children
C
sein Kinder
D
seine Kinder

Slide 19 - Quizvraag

Ende - danke sehr

Slide 20 - Tekstslide