Schrijven - Zinnen maken met twee werkwoorden (2)


Welkom!

Ga lekker zitten.

Ik ga zo vertellen wat 
we gaan doen...
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2ISK

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les


Welkom!

Ga lekker zitten.

Ik ga zo vertellen wat 
we gaan doen...

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we 
doen deze les?

Schrijven - Zinnen maken

Aan het einde van de les:
kun je zinnen met twee werkwoorden op de goede manier schrijven.

Slide 2 - Tekstslide

Weet je nog...

Slide 3 - Tekstslide

Werkwoord
A
hij
B
de hond
C
helpen
D
gefietst

Slide 4 - Quizvraag

Waar
A
gisteren
B
de auto
C
fietsen
D
in het park

Slide 5 - Quizvraag

Wat
A
het boek
B
lezen
C
volgende week
D
mijn broertje

Slide 6 - Quizvraag

Wanneer
A
springen
B
om half negen
C
zij
D
in de slaapkamer

Slide 7 - Quizvraag

Wie

Slide 8 - Woordweb

1
2
3
4
5
6
Werkwoord 1
Werkwoord 2
Waar
Wie
Wanneer
Wat

Slide 9 - Sleepvraag

Zet de woorden in de goede volgorde.

het nieuws - hebben - maandag - gekeken - wij - op school

Slide 10 - Open vraag

Werken in groepen...

Slide 11 - Tekstslide







Begrijp je het niet? Vraag je buurman of buurvrouw. Weet hij/zij het ook niet, onthoud je vraag dan even. Ik kom iedereen helpen.
Groep 1
Groep 2
Groep 3
Taha, Bogdan, Vlad, Miguel en Kira
Saladeh, Karolina, Kateryna, Hawo en Anas
Fahad, Ubah en Esmatullah
Alleen (zelfstandig)
Maak het werkblad: tien zinnen + extra opdracht
Samen met mij
Wij oefenen samen met groep 3 nog even verder in LessonUp.
Samen met mij
Wij oefenen samen met groep 2 nog even verder in LessonUp.
Klaar?
Als je klaar bent, dan pak je een laptop en ga je Diglin/DISK doen.
Alleen (zelfstandig)
Maak het werkblad: tien zinnen

Samen met mij + alleen
Je maakt het werkblad af.

Slide 12 - Tekstslide

Volgorde bij zinnen met 
twee werkwoorden
Wie
Werkwoord
Wanneer
Wat
Waar
Werkwoord
(1)
(2)
(3)
(4)
(5)
(6)

Slide 13 - Tekstslide

Volgorde bij zinnen met 
twee werkwoorden





gelezen - de man - in de trein - een krant - zaterdag - heeft
Wie
Werkwoord
Wanneer
Wat
Waar
Werkwoord
(1)
(2)
(3)
(4)
(5)
(6)

Slide 14 - Tekstslide

Volgorde bij zinnen met 
twee werkwoorden





gelezen - de man - in de trein - een krant - zaterdag - heeft
Wie
Werkwoord
Wanneer
Wat
Waar
Werkwoord
De man
(2)
(3)
(4)
(5)
(6)

Slide 15 - Tekstslide

Volgorde bij zinnen met 
twee werkwoorden





gelezen - de man - in de trein - een krant - zaterdag - heeft
Wie
Werkwoord
Wanneer
Wat
Waar
Werkwoord
De man
heeft
(3)
(4)
(5)
(6)

Slide 16 - Tekstslide

Volgorde bij zinnen met 
twee werkwoorden





gelezen - de man - in de trein - een krant - zaterdag - heeft
Wie
Werkwoord
Wanneer
Wat
Waar
Werkwoord
De man
heeft
zaterdag
(4)
(5)
(6)

Slide 17 - Tekstslide

Volgorde bij zinnen met 
twee werkwoorden





gelezen - de man - in de trein - een krant - zaterdag - heeft
Wie
Werkwoord
Wanneer
Wat
Waar
Werkwoord
De man
heeft
zaterdag
een krant
(5)
(6)

Slide 18 - Tekstslide

Volgorde bij zinnen met 
twee werkwoorden





gelezen - de man - in de trein - een krant - zaterdag - heeft
Wie
Werkwoord
Wanneer
Wat
Waar
Werkwoord
De man
heeft
zaterdag
een krant
in de trein
(6)

Slide 19 - Tekstslide

Volgorde bij zinnen met 
twee werkwoorden





gelezen - de man - in de trein - een krant - zaterdag - heeft
Wie
Werkwoord
Wanneer
Wat
Waar
Werkwoord
De man
heeft
zaterdag
een krant
in de trein
gelezen.

Slide 20 - Tekstslide

Zet de woorden in de goede volgorde.

al onze spullen – uit ons huis – heeft (hebben) – een dief – gisteren – gestolen

Slide 21 - Open vraag

Zet de woorden in de goede volgorde.

kopen – een nieuwe woning – wil (willen) – mijn broer – volgend jaar – in Den Haag

Slide 22 - Open vraag

Zet de woorden in de goede volgorde.

u - met een beetje water - moet (moeten) - voor het ontbijt - de medicijnen - innemen

Slide 23 - Open vraag







Begrijp je het niet? Vraag je buurman of buurvrouw. Weet hij/zij het ook niet, onthoud je vraag dan even. Ik kom iedereen helpen.
Groep 1
Groep 2
Groep 3
Taha, Bogdan, Vlad, Miguel en Kira
Saladeh, Karolina, Kateryna, Hawo en Anas
Fahad, Ubah en Esmatullah
Alleen (zelfstandig)
Maak het werkblad: tien zinnen + extra opdracht
Samen met mij
Wij oefenen samen met groep 3 nog even verder in LessonUp.
Samen met mij
Wij oefenen samen met groep 2 nog even verder in LessonUp.
Klaar?
Als je klaar bent, dan pak je een laptop en ga je Diglin/DISK doen.
Alleen (zelfstandig)
Maak het werkblad: tien zinnen

Samen met mij + alleen
Je maakt het werkblad af.

Slide 24 - Tekstslide

Begrijp ik het?

Slide 25 - Tekstslide

Wat gaan we 
doen deze les?

Schrijven - Zinnen maken

Aan het einde van de les:
kun je zinnen met twee werkwoorden op de goede manier schrijven.

Slide 26 - Tekstslide

Check-vragen
1.      Wat is de goede volgorde?
         Kies uit: wat, werkwoord, werkwoord, waar, wie en wanneer

Zet de woorden in de goede volgorde.
2.

3.
zijn huiswerk
moet
bij de docent
vrijdag
hij
inleveren
vorige week
gehaald
wij
een boek
hebben
bij de bibliotheek

Slide 27 - Tekstslide