In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Erfelijkheid en evolutie
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we vandaag doen?
Herhalen (10 min.)
Uitleg basisstof 5.5 (10 min.)
Huiswerk maken (20 min.)
Filmpje (5 min.)
Slide 2 - Tekstslide
Alle eicellen van een vrouw hebben hetzelfde genotype.
A
juist
B
onjuist
Slide 3 - Quizvraag
Straling is een mutagene invloed.
A
juist
B
onjuist
Slide 4 - Quizvraag
Een albino is een mutant.
A
juist
B
onjuist
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Video
Het klein robertskruid is een plant uit de ooievaarsbekfamilie. De eicellen van deze plant bevatten 16 chromosomen. Hoeveel chromosomen bevat een cel van een blad van het klein robertskruid?
A
8
B
16
C
32
D
64
Slide 7 - Quizvraag
In de kern van een cel van een kat zitten 19 chromosomen. Deze cel is een lichaamscel.
A
juist
B
onjuist
Slide 8 - Quizvraag
Hoeveel chromosomen heeft een lichaamscel van de mens
A
32
B
23
C
46
D
48
Slide 9 - Quizvraag
Zet in de juiste volgorde van klein naar groot:
A
cel - chromosoom - DNA - gen
B
gen - chromosoom - DNA - cel
C
gen - chromosoom -cel - DNA
D
gen - DNA - chromosoom - cel
Slide 10 - Quizvraag
Door geslachtelijke voortplanting ontstaan organismen met nieuwe genotypen
A
Waar
B
Niet waar
Slide 11 - Quizvraag
Wat gaat er mis bij kanker in de celdeling?
Slide 12 - Open vraag
Lesdoelen
-Ik kan beschrijven hoe fossielen zijn ontstaan.
-Ik kan benoemen dat soorten verwant zijn als ze een gemeenschappelijke voorouder hebben.
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Video
Wat is een fossiel?
Fossielen = versteende overblijfselen van
organismen of afdrukken van organismen
in gesteenten.
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Video
Hoe ontstaat een fossiel? (fossileren)
Vaak blijven alleen harde delen over van het organisme.
Slide 17 - Tekstslide
Geologische tijdschaal
De geschiedenis van het leven op aarde wordt verdeeld in tijdperken, die verder worden onderverdeeld in perioden.
Slide 18 - Tekstslide
Geologische tijdschaal
Temperatuur was te hoog, geen leven mogelijk.
Slide 19 - Tekstslide
Verwantschap van soorten
Soorten die een gemeenschappelijke voorouder hebben, vertonen verwantschap.
Hoe minder DNA overeenkomt, hoe langer geleden leefde de gemeenschappelijke voorouder.