Mentorles 4 M2A 041024

Mentorles 4 M2A 041024
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 28 slides, met tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Mentorles 4 M2A 041024

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
5:00

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

pesten, respect, social media, social media, sociaal, telefoon, apps, gevoel, gevoelens, voelen, plagen, intsagram, whatsapp, snapchat, bereal, onzekerheid, pesten, cyberpesten, sexting, haat, haters, likes, comments, week tegen pesten, week tegen pesten 2024

Slide 7 - Tekstslide

Vertel de leerlingen dat deze les gaat over pesten. De les gaat aan de hand van video’s, vragen, stellingen en opdrachten dieper in op verschillende onderwerpen die te maken hebben met dit thema, zoals de verschillende rollen binnen pesten, pesten vs. cyberpesten & het opkomen voor een ander.

Tip: maak kort een aantal afspraken met elkaar voor als jullie met elkaar in gesprek gaan over dit onderwerp (luisteren, respect hebben, niet uitlachen, elkaar laten uitpraten, etc.).

Slide 8 - Tekstslide

Klassikale vraag
Je gaat nu een korte quiz met de leerlingen doen. De quiz gaat over de verschillende rollen bij pesten. Loop de vragen en antwoorden af. Leerlingen mogen hun hand opsteken bij het juiste antwoord. 

Iemand die een ander keer op keer met opzet pijn doet, noem je de:
A - Helper
B - Gepeste
C - Toekijker
D - Pester

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Klassikale vraag
Je gaat nu een korte quiz met de leerlingen doen. De quiz gaat over de verschillende rollen bij pesten. Loop de vragen en antwoorden af. Leerlingen mogen hun hand opsteken bij het juiste antwoord. 

Wat is een meeloper?
A - Iemand die gepest wordt
B - Iemand die de pester helpt met pesten
C - Iemand die opkomt voor degene die gepest wordt
D - Iemand die zich niet bemoeit met pesten

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Klassikale vraag
Je gaat nu een korte quiz met de leerlingen doen. De quiz gaat over de verschillende rollen bij pesten. Loop de vragen en antwoorden af. Leerlingen mogen hun hand opsteken bij het juiste antwoord. 

Iemand die het pesten wel ziet, maar het kind dat gepest wordt niet helpt, noem je een:
A - Toekijker
B - Pester
C - Helper
D - Slachtoffer

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Klassikale vraag
Je gaat nu een korte quiz met de leerlingen doen. De quiz gaat over de verschillende rollen bij pesten. Loop de vragen en antwoorden af. Leerlingen mogen hun hand opsteken bij het juiste antwoord. 

Wat is een helper?
A - Iemand die zich niet met het pesten bemoeit
B - Iemand die opkomt voor degene die gepest wordt
C - Iemand die begint met pesten
D - Iemand die de pester helpt met pesten

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Klassikale vraag
Vraag klassikaal of leerlingen een voorbeeld van pesten kunnen noemen, en een voorbeeld van cyberpesten. Cyberpesten is pesten via je telefoon, laptop of andere digitale apparaten, bijvoorbeeld gemene berichtjes, foto's of filmpjes versturen op social media. 

Voorbeelden ‘gewoon’ pesten:
  • Iemand wordt gepest vanwege het uiterlijk
  • Iemand wordt gepest vanwege een afwijkende hobby
  • Iemand wordt gepest omdat de pester jaloers is

Voorbeelden van cyberpesten:
  • Gemene foto’s of filmpjes van iemand op social media zetten
  • Iemand ‘voor de grap’ hacken
  • Haatcomments plaatsen

Slide 17 - Video

Bekijk de video waarin Pjotr en jongeren experts met elkaar in gesprek gaan.

Slide 18 - Tekstslide

Stelling
Leerlingen kunnen bijvoorbeeld hun hand opsteken of gaan staan als ze het eens zijn met de stelling, en hun hand omlaag of blijven zitten als ze het oneens zijn. Vraag de leerlingen waarom ze eens of oneens hebben geantwoord. 

Vervolgvragen:
  • Hoe was het voor jou om voor iemand op te komen?
  • Hoe voelde je je nadat je voor iemand was opgekomen?

Slide 19 - Tekstslide

Schrijf op voor jezelf
Laat de leerlingen dit voor zichzelf opschrijven en bespreek dit vervolgens klassikaal. 

Slide 20 - Video

Bekijk de video waarin Pjotr en jongeren experts met elkaar in gesprek gaan.

Slide 21 - Tekstslide

Vertel de leerlingen dat dit ook positief kan zijn, bijvoorbeeld als je iemand een compliment geeft.

Slide 22 - Tekstslide

Vraag in tweetallen
Laat de leerlingen in tweetallen bespreken waarom het moeilijk kan zijn om voor iemand op te komen. Ze mogen samen drie redenen bedenken. Neem een paar minuten de tijd en bespreek daarna klassikaal. 

Vervolgvragen:
  • Waarom is het belangrijk om voor iemand op te komen?
  • Wat zou je kunnen doen om het makkelijker te maken?


Slide 23 - Tekstslide

Bespreek in groepjes van vier
Vraag aan de leerlingen om in groepjes van vier te bespreken hoe ze zouden kunnen opkomen voor hun klasgenoot. Neem een paar minuten de tijd en laat daarna de groepjes hun ideeën delen met de klas. Bespreek klassikaal wat voor soort acties kunnen helpen om op te komen voor iemand die gepest wordt.

Slide 24 - Video

Bekijk de video waarin Pjotr en jongeren experts met elkaar in gesprek gaan.

Slide 25 - Tekstslide

Opdracht
Bedenk voor jezelf en deel met de ander
De boodschap van Pjotr is: woorden hebben kracht. Maar dat kan dus ook positief zijn! Daarom gaan de leerlingen elkaar in tweetallen complimenten geven. Laat de leerlingen 3 complimenten bedenken over de ander en deze vervolgens met elkaar uit te wisselen. Probeer de leerlingen te stimuleren om complimenten te verzinnen die persoonlijk zijn en niet te algemeen.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Dit was het einde van de les. Vraag of de leerlingen nog vragen hebben en check of ze de les goed afsluiten. 

Dankjewel voor het volgen!