Werkwoordspelling - stam & ik-vorm

Nederlands

Nederlands
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Nederlands

Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Programma
- Welkom
- Doelen
- Instructie
- Aan het werk
- Evaluatie

Slide 2 - Tekstslide

Doelen
  • Aan het einde van de les kun je het verschil uitleggen tussen de ik-vorm en de stam van een werkwoord. 
  • Je kunt opdrachten over de stam en ik-vorm foutloos maken. 

Slide 3 - Tekstslide

Stam & ik-vorm
  • stam = hele ww. zonder -en
  • ik-vorm = soms moet je de stam aanpassen om een goed woord te krijgen

Voorbeelden: 
fietsen -> stam = fiets                     schrijven -> stam = schrijv
bakken -> stam = bakk                    lopen -> lop

Slide 4 - Tekstslide

Wat is de stam van het werkwoord praten?

Slide 5 - Open vraag

Wat is de ik-vorm van het werkwoord praten?

Slide 6 - Open vraag

Wat is de stam van het werkwoord verhuizen?

Slide 7 - Open vraag

Wat is de ik-vorm van het werkwoord verhuizen?

Slide 8 - Open vraag

Aan het werk
Wat?                    Opdr. 1 op blz. 26 + woorden op het bord
Hoe?                    Zelfstandig, evt. met oortjes
Hulp?                  Vraag je duo of docent
Tijd?                     Ca. 30 minuten
Klaar?                  Leesboek
Uitkomst?         Nakijken tijdens de volgende les
Huiswerk?         Volgende les af

Slide 9 - Tekstslide

Doelen
  • Aan het einde van de les kun je het verschil uitleggen tussen de ik-vorm en de stam van een werkwoord. 
  • Je kunt opdrachten over de stam en ik-vorm foutloos maken. 

Slide 10 - Tekstslide