Havo 4 - Drogredenen deel 2

Argumentatie


Herhaling par. 1 t/m 4

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Argumentatie


Herhaling par. 1 t/m 4

Slide 1 - Tekstslide

persoonlijke aanval
ontduiken van bewijslast
vertekenen van standpunt
bespelen van publiek
cirkelredenering
Waarom hij spits moet zijn? Ben ik nou zo slim, of ben jij nou zo dom?
Mensen met een beetje een goede smaak,  gaan naar het concert van Kraantje Pappie
Iedereen mag zeggen wat hij wil; je hebt immers recht op een vrije meningsuiting. 
De president zegt dat Europa meer geld aan defensie moet uitgeven. Zie je wel dat hij liever niets meer met Europa te maken heeft. 

Slide 2 - Sleepvraag

Drogredenen
Persoonlijke aanval: iemand beschuldigen van onkunde, onbetrouwbaarheid of andere slechte eigenschappen (vaak gemeen). 

Waarom hij spits moet zijn? Ben ik nou zo slim, of ben jij nou zo dom?

Verschrikkelijk. Wat een warhoofd is die Frits. En hij is ook nog nooit benoemd als hoogleraar. Hij is absoluut geen reclame voor de Universiteit van Harderwijk. Kunnen ze daar geen betere hoogleraren krijgen? 


Slide 3 - Tekstslide

Drogredenen
Vertekenen van standpunt: iemand de woorden in de mond leggen. 

De president zegt dat Europa meer geld aan defensie moet uitgeven. Zie je wel dat hij liever niets meer met Europa te maken heeft. 

Slide 4 - Tekstslide

Drogredenen
Bespelen van publiek: Zo formuleren, dat het verleidelijk wordt om erin mee te gaan. Het wordt moeilijk om ertegen in te gaan. 

Mensen met een beetje een goede smaak, gaan naar het concert van Kraantje Pappie.

Mensen die ook maar een beetje goede smaak hebben, zullen zich echt niet verlagen om naar de Toppers te gaan. 

Slide 5 - Tekstslide

Drogredenen

Cirkelredenering: het standpunt herhalen, maar dan in andere woorden. Je zegt twee keer hetzelfde. 

Iedereen mag zeggen wat hij wil; je hebt immers recht op een vrije meningsuiting. 


Slide 6 - Tekstslide

Drogredenen
Ontduiken van bewijslast: Iemand beweert iets, maar vraagt vervolgens de ander 'bewijs voor het tegendeel'.

Ik heb nog geen goed argument gehoord tegen mijn opvatting dat het met de klimaatverandering allemaal wel losloopt. 

Slide 7 - Tekstslide

feitelijk
waarderend
Hier in Meppel is het goed wonen, er zijn veel goede restaurants. 
Hier in Meppel is het goed wonen, het heeft een heel mooi centrum. 
Hier in Meppel is het goed wonen,  er zijn meer winkels dan in De Wijk. 

Slide 8 - Sleepvraag

Dilemma op dinsdag donderdag

1. Je moet een keuze maken.
2. Onderbouw je keuze met 1 feitelijk argument.

Slide 9 - Tekstslide

 KIEZEN: JE MOET ELKE OCHTEND EEN HALVE LITER LAUW BIER DRINKEN -OF- JE MOET ELKE OCHTEND BOOTCAMPEN TUSSEN 6 EN 8

Slide 10 - Tekstslide


Tip: een feitelijk argument hoeft niet waar te zijn (zolang het maar te controleren is...)

Slide 11 - Tekstslide

Maak een keuze en bedenk 1 feitelijk argument:

JE MOET ELKE OCHTEND EEN HALVE LITER LAUW BIER DRINKEN -OF- JE MOET ELKE OCHTEND BOOTCAMPEN TUSSEN 6 EN 8

timer
2:00000

Slide 12 - Open vraag


1. Kies opnieuw de beste optie. 
2. Geef nu een waarderend argument. 

Slide 13 - Tekstslide

KIEZEN: JE HEBT EEN PERMANENTE PISVLEK IN JE BROEK – OF – JE HOUDT EEN AFSCHEIDSSPEECH VOOR ELKE DROL VOORDAT JE ‘M DOORSPOELT

Slide 14 - Tekstslide

Maak een keuze en bedenk 1 waarderend argument:

JE HEBT EEN PERMANENTE PISVLEK IN JE BROEK – OF – JE HOUDT EEN AFSCHEIDSSPEECH VOOR ELKE DROL VOORDAT JE ‘M DOORSPOELT

timer
2:00000

Slide 15 - Open vraag

Standpunt = Paardrijden is geen sport.
Argument = Het paard is in beweging, niet de ruiter.

1. Paardrijden wordt door het NOC NSF erkend als een sport.
2. De ruiter traint tijdens het paardrijden alle spieren, vooral kuitspieren, bilspieren en de bovenbenen.
A
1 = weerlegging 2 = tegenargument
B
1 en 2 zijn tegenargumenten
C
1 en 2 zijn weerleggingen
D
1 = tegenargument 2 = weerlegging

Slide 16 - Quizvraag

Leerlingen zouden ook eens de krant moeten lezen. Leerlingen die de krant lezen, halen hogere cijfers en weten meer van de wereld.
A
enkelvoudige argumentatie
B
nevenschikkende argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
nevenschikkende en onderschikkende argumentatie

Slide 17 - Quizvraag

Ik moet echt mijn schermtijd verminderen. Uit onderzoek blijkt dat hersenen na 6 uur schermtijd per uur een millimeter kleiner worden. Tijdens een experiment gebeurde dit bij 76% van de deelnemers. Ik vind zoveel schermtijd overigens ook zonde van mijn tijd.
A
B
C
D

Slide 18 - Quizvraag

Samenwerking tussen individuen hoort bij overleven. Niemand van ons kan zelfvoorzienend zijn. Het is de kern van de democratie. Nu onze wereld de hele planeet omvat, is samenwerking ook de kern van de internationale betrekkingen. Zo hangt ons leven aan elkaar van samenwerken: de buren hebben de sleutel en zorgen voor de katten; de chauffeur op de rijstrook naast ons doet netjes zijn of haar richtingwijzer aan, zodat we hem of haar in laten voegen; landen beslissen samen over van alles, van de maximale hoeveelheid bestrijdingsmiddel in appelmoes tot het afschaffen van nucleaire wapens.  
Samenwerking tussen individuen hoort bij overleven. Niemand van ons kan zelfvoorzienend zijn. Het is de kern van de democratie. Nu onze wereld de hele planeet omvat, is samenwerking ook de kern van de internationale betrekkingen. Zo hangt ons leven aan elkaar van samenwerken: de buren hebben de sleutel en zorgen voor de katten; de chauffeur op de rijstrook naast ons doet netjes zijn of haar richtingwijzer aan, zodat we hem of haar in laten voegen; landen beslissen samen over van alles, van de maximale hoeveelheid bestrijdingsmiddel in appelmoes tot het afschaffen van nucleaire wapens.  

Slide 19 - Tekstslide

Samenwerking tussen individuen hoort bij overleven. Niemand van ons kan zelfvoorzienend zijn. Het is de kern van de democratie. Nu onze wereld de hele planeet omvat, is samenwerking ook de kern van de internationale betrekkingen. Zo hangt ons leven aan elkaar van samenwerken: de buren hebben de sleutel en zorgen voor de katten; de chauffeur op de rijstrook naast ons doet netjes zijn of haar richtingwijzer aan, zodat we hem of haar in laten voegen; landen beslissen samen over van alles, van de maximale hoeveelheid bestrijdingsmiddel in appelmoes tot het afschaffen van nucleaire wapens.

Van welk type argumentatie wordt vooral gebruik gemaakt?
A
oorzaak en gevolg
B
overeenkomst of vergelijking
C
voorbeelden
D
voor- en nadelen

Slide 20 - Quizvraag

Welke drogreden wordt gebruikt?

Veel ouderen die op een e-bike rijden hebben een ongeluk gehad, dus het is gevaarlijk fietsen met een e-bike.
A
overhaaste generalisatie
B
onjuist beroep op autoriteit
C
verkeerde vergelijking
D
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie

Slide 21 - Quizvraag

Welke drogreden wordt gebruikt?

Werklozen zijn te beroerd om te werken. Dat zie je wel aan mijn buurman
A
Overhaaste generalisatie
B
Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
C
Verkeerde vergelijking
D
Overdrijven van de voor- of nadelen

Slide 22 - Quizvraag