1.1 2b fictie les 1

Welkom!
Wat ligt er op je tafel?








           
           Kom binnen en  
           ga zitten op jouw plek.



1
WELKOM!
2
 Werkboek
   Pen
 Laptop
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Wat ligt er op je tafel?








           
           Kom binnen en  
           ga zitten op jouw plek.



1
WELKOM!
2
 Werkboek
   Pen
 Laptop

Slide 1 - Tekstslide

Vragen over zinsdelen, leestekens, DT's of dicteewoorden?
timer
10:00
Voorlezen

Slide 2 - Tekstslide

  • We gaan ons voorbereiden op het kiezen van  een leesboek.
  • We maken vragen die bij paragraaf 1.1 horen.
Vandaag
 Huiswerk:
Programma:

Slide 3 - Tekstslide

  •     Je weet wat spanningsvragen zijn.
  •     Je weet het verschil tussen fictie en non-fictie.
  •     Je weet hoe je de hoofdpersoon in het verhaal kan           herkennen.
  •     Je weet hoe je een boek kunt beoordelen.
LESDOELEN

Slide 4 - Tekstslide

Opdrachten werkboek 1.1
  • Maak opdracht 1
  • Leest tekst 1 en maak opdracht 2
  • Lees het blauwe stuk over spanning en spanningsvragen, maak opdracht 3
  • Lees tekst 2 en maak opdracht 7 en 8
  • Schrijf de aantekeningen over in je schrift.

Slide 5 - Tekstslide

Aantekeningen 1.1 fictie
Spanningsvragen
Een verhaal is spannend, als je benieuwd bent naar de afloop van het verhaal.. Een verhaal roept dan vragen op bij je. Je noemt dit spanningsvragen.

Voorbeeld.
Zal het goed aflopen met de persoon die in gevaar is?
Krijgt de hoofdpersoon verkering?

Fictie en non-fictie
fictie= is een verzonnen tekst bijvoorbeeld: leesboeken, gedicht, strip. film.
non-fictie=een tekst over iets dat waar is gebeurd. bijv. krantenbericht, artikel, recept, handleiding.

Slide 6 - Tekstslide

Aantekeningen 1.1 fictie
Personages
Elk verhaal gaat over personen: personages. In het echt leer je mensen kennen door wat ze zeggen en doen. In een verhaal lees je vaak wat ze denken en voelen. Zo leer je een personage sneller en kennen.

Een hoofdpersoon is de belangrijkste persoon uit een verhaal. Je leert de hoofdpersoon kennen door:
* de naam en leeftijd;
* uiterlijk;
* wat hij zegt, denkt, doet, voelt.

Slide 7 - Tekstslide

Wat is spanning in een verhaal?

Slide 8 - Open vraag

Wat wordt bedoeld met spanningsvragen in een verhaal?

Slide 9 - Open vraag

jeugdbibliotheek.nl
https://www.debibliotheekhaarlemmermeer.nl/lezen
https://pratenoverfictiefragmenten.nl/fictiefragmenten/
Bekijk onderstaande sites en ga dan naar fictiemomenten en kies een kort fragment uit dat je gaat lezen.

Slide 10 - Tekstslide

Huiswerk:
Opdrachten werkboek 1.1
Maak opdracht 1
Leest tekst 1 en maak opdracht 2
Lees het blauwe stuk over spanning en spanningsvragen, maak opdracht 3
Lees tekst 2 (samen) en maak opdracht 7 en 8
Schrijf de aantekeningen over in je schrift.

Slide 11 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?
Wat ging goed?
Welk boek denk je te gaan lezen?
Evaluatie
Heb je nog een vraag?

Slide 12 - Tekstslide

  • Ruim je je plek op?

  • We blijven zitten tot de bel gaat.

  • Schuif je je stoel aan voordat je het  lokaal verlaat?

Tot ziens!

Slide 13 - Tekstslide

Welkom!
Wat ligt er op je tafel?








           
           Kom binnen en  
           ga zitten op jouw plek.



1
WELKOM!
2
 Werkboek
   Pen
 Laptop

Slide 14 - Tekstslide

Vragen over zinsdelen, leestekens, DT's of dicteewoorden?
timer
10:00
Voorlezen

Slide 15 - Tekstslide

  •     Je weet wat spanningsvragen zijn.
  •     Je weet het verschil tussen fictie en non-fictie.
  •     Je weet hoe je de hoofdpersoon in het verhaal kan           herkennen.
  •     Je weet hoe je een boek kunt beoordelen.
LESDOELEN

Slide 16 - Tekstslide

Opdrachten werkboek 1.1
  • We lezen samen tekst 3
  • Maak opdracht 11
  • Schrijf de aantekeningen over in je schrift.
  • Lees blz. 18

Slide 17 - Tekstslide

Aantekeningen 1.1 fictie
Boek beoordelen

Als je een boek beoordeelt vertel je wat je ervan vindt.
* je geeft je mening over het onderwerp, de personages en de spanning
* je gebruikt beoordelingswoorden
* je legt een beoordelingswoord uit met een voorbeeld uit het boek of door iets over jezelf te vertellen.

Lees het blauwe gedeelde op blz. 15
Ik vond het boek Juul on fire niet zo origineel. Vorig jaar heb ik veel boeken gelezen over kinderen die beroemd willen worden via internet.

Slide 18 - Tekstslide

Beoordelingswoorden
Vul eens aan........ 

Slide 19 - Tekstslide

jeugdbibliotheek.nl
https://www.debibliotheekhaarlemmermeer.nl/lezen
https://pratenoverfictiefragmenten.nl/fictiefragmenten/
Bekijk onderstaande sites en ga dan naar fictiemomenten en kies een kort fragment uit dat je gaat lezen.

Slide 20 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?
Wat ging goed?
Welk boek denk je te gaan lezen?
Evaluatie
Heb je nog een vraag?

Slide 21 - Tekstslide