Ch. 2 D oefenen + E

Bienvenue dans la classe de Français!
Le programme d'aujourd'hui:
  • On  va exercer avec la grammaire
  • On va regarder jeunes détectives
Le but de ce cours: Je kent de vervoeging van de werkwoorden die eindigen op -er en je kunt de belangrijkste informatie uit een film halen.
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Bienvenue dans la classe de Français!
Le programme d'aujourd'hui:
  • On  va exercer avec la grammaire
  • On va regarder jeunes détectives
Le but de ce cours: Je kent de vervoeging van de werkwoorden die eindigen op -er en je kunt de belangrijkste informatie uit een film halen.

Slide 1 - Tekstslide

Naar de les Frans neem je ALTIJD mee:

  • Ton livre (je boek) (attention: boek A!)
  • Ton cahier (je schrift) 
  • Un stylo bleu et rouge (een blauwe/rode pen)
  • Tes écouteurs (je oortjes) 

Slide 2 - Tekstslide

Les règles de classe:
  • Jas, eten & gamen: Buiten de les!! 
  • We zorgen goed voor het lokaal en de spullen die erin staan.
  • We praten vriendelijk met/tegen elkaar.
  • We luisteren naar elkaar en wanneer ik jullie aandacht wil, zijn jullie stil.
  • Wanneer je iets wilt vragen/zeggen -> vinger omhoog. 
  • Let op het stoplicht!! ->

Slide 3 - Tekstslide

Les devoirs
Apprends (leer) Bron E woorden & zinnen!! (page93)

fais (maak) ex. (17a, b, B1F) 18a (pages 73-75)


Slide 4 - Tekstslide

Test formatif
  1. demain                        6. nu
  2. j'ai besoin de               7. hoeveel
  3. mais                              8. het strand
  4. toujours                       9. de afspraak
  5. aimer                            10. belangrijk

Slide 5 - Tekstslide

Grammaire
Quoi (wat): Fais ex. 19
comment: seul
Aide (hulp): Apprendre D
Temps: 10 minutes
Prêt (klaar): Apprends Bron E




Slide 6 - Tekstslide

Vervoeg: Je ...... (travailler)
A
travailles
B
travaillons
C
travaille
D
travaillent

Slide 7 - Quizvraag

Kies de juiste vervoeging
A
je donnes
B
je donnent
C
je donne
D
je donner

Slide 8 - Quizvraag

Welke vervoeging is onjuist
A
Je danse
B
Elles danse
C
On danse
D
Vous dansez

Slide 9 - Quizvraag

welke vervoeging is juist?
A
elle jouer à la console
B
tu cherches le chat
C
vous aller en ville
D
nous rigolez

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de stam van trouver?
A
Trouve
B
Trouv
C
Trouvez
D
Trouvent

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de juiste vervoeging?
A
Ils cherchent
B
Nous cherchent
C
Ils cherche
D
elle cherchent

Slide 12 - Quizvraag

Werkwoorden op -er: wat is de uitgang van de vous-vorm?
A
-ons
B
-es
C
-e
D
-ez

Slide 13 - Quizvraag

Julie et Manon ....... ensemble
A
Travaille
B
travaillons
C
travaillent
D
travaillez

Slide 14 - Quizvraag

E: Regarder
Quoi (wat): On fait 20a tot 1:30
Après on lit 20b et on fait 20c
comment: seul
Aide (hulp): Apprendre E
Temps: 10 minutes
Prêt (klaar): 




Slide 15 - Tekstslide

E: Regarder
Quoi (wat): fais ex. 21, 22a
comment: seul
Aide (hulp): Apprendre E
Temps: 10 minutes
Prêt (klaar): va apprendre pour la répétition




Slide 16 - Tekstslide

Fin du cours
Le but de ce cours... 

À la prochaine fois!!

Slide 17 - Tekstslide

le dos
la gorge
le ventre
la jambe
la main
le pied
la tête
le bras
accro
mauvais(e)
de rug
de keel
de voet
de hand
het been
het hoofd
de buik
de arm
verslaafd
slecht

Slide 18 - Sleepvraag