H 4.1 Waarom verzeker je dat?

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Je leert in deze paragraaf
  • wanneer het zin heeft om een verzekering af te sluiten
  • om de premie van een verzekering vast te stellen
  • hoe je de kosten van een verzekering berekent
  • hoe je de schadevergoeding kunt berekenen

BELANGRIJK !!!! In toetsweek 2 gaat het om WERKEN EN VERZEKEREN
H 4 Kies je voor zekerheid en H5 IS er werk voor jou?
DEZE TOETS TELT 2 x mee !!


Slide 2 - Tekstslide

Waar denk je aan bij het begrip verzekeren?

Slide 3 - Woordweb

4

Slide 4 - Video

Verzekeren
De verzekeraar neemt de financiële gevolgen over van een schade van de verzekerde. Als de verzekerde schade heeft kan de verzekeraar een bedrag uitkeren.

Je kunt je alleen verzekeren tegen een onzeker voorval. Dat is iets waarvan je niet weet wanneer en of dat ooit zal gebeuren, zoals een ongeluk of diefstal. DUS NIET IETS MET OPZET !


Slide 5 - Tekstslide

Verzekeraar
De verzekeringsmaatschappij.

Slide 6 - Tekstslide

Verzekerde
Degene die zich verzekert bij een verzekeringsmaatschappij.

Slide 7 - Tekstslide

Premie
De prijs van de verzekering; het bedrag dat een verzekerde betaalt aan de verzekeringsmaatschappij om verzekerd te zijn.

De hoogte van de premie hangt af van het risico en hoogte van het verzekerd bedrag.

Slide 8 - Tekstslide

Eigen risico
Het deel van de schade dat je als verzekerde zelf betaalt.

Slide 9 - Tekstslide

Verzekerings-voorwaarden

Hierin staan de rechten en de plichten van de verzekerde en de verzekeraar.

Slide 10 - Tekstslide

Verzekeringkosten
Een verzekering kost geld. Je moet premie betalen. 

Daarnaast betaal je eenmalig poliskosten (voor het opmaken van de polis). 

Over de premie en de poliskosten moet je assurantiebelasting betalen.

Slide 11 - Tekstslide

Berekening verzekeringskosten

Premie

Poliskosten +

Totaal

Assurantiekosten +                 

Verzekeringskosten

Slide 12 - Tekstslide

voorbeeldsom

berekening totale verzekeringskosten

Jaap heeft een AVP verzekering. De premie bedraagt € 40,00 per maand.

De poliskosten zijn € 5,00. De assurantiebelasting is 21%.

Bereken de totale verzekeringskosten.

Premie               € 40

Poliskosten  + €   5 

                              € 45

Ass. bel         +  €   9,45  (21:100 x € 45)

totale kosten   € 54,45



Slide 13 - Tekstslide

Thea sluit een doorlopende reisverzekering af. De jaarpremie is € 37, de poliskosten zijn € 5,25. De assurantiebelasting is 21%.
Bereken de verzekeringskosten.

Slide 14 - Open vraag

Je leert in deze paragraaf
  • wanneer het zin heeft om een verzekering af te sluiten
  • om de premie van een verzekering vast te stellen
  • hoe je de kosten van een verzekering berekent
  • hoe je de schadevergoeding kunt berekenen

BELANGRIJK !!!! In toetsweek 2 gaat het om WERKEN EN VERZEKEREN
H 4 Kies je voor zekerheid en H5 IS er werk voor jou?
DEZE TOETS TELT 2 x mee !!


Slide 15 - Tekstslide

Huiswerk 
Alle opdrachten behorende bij 4.1
en alles goed doorlezen.

Als we tijd over hebben kunnen we al klassikaal beginnen met de opdrachten.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Link

Juist of onjuist?
Hoe hoger het risico, hoe hoger de premie.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quizvraag

AVP staat voor Aansprakelijkheids Verzekering voor Personen
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quizvraag