Rekenvolgorde, C1A, L26

Wat gaan we deze les doen?

- TOETS FEEDBACK
- Theorie, rekenvolgorde
- Oefenen
- Huiswerk
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we deze les doen?

- TOETS FEEDBACK
- Theorie, rekenvolgorde
- Oefenen
- Huiswerk

Slide 1 - Tekstslide

Toets feedback

Slide 2 - Tekstslide

Bij opgaven met meerdere bewerkingen los je de opgaven volgens een vaste volgorde op.

De rekenvolgorde is
  1. Bereken wat binnen de haakjes staat. 
  2. Vermenigvuldigen en delen van links naar rechts.
  3. Optellen en aftrekken van links naar rechts.

Slide 3 - Tekstslide

Bij opgaven met meerdere bewerkingen los je de opgaven volgens een vaste volgorde op.

De rekenvolgorde is
  1. Bereken wat binnen de haakjes staat. 
  2. Vermenigvuldigen en delen van links naar rechts.
  3. Optellen en aftrekken van links naar rechts.

Bijvoorbeeld:
9 + 5 × 4 =

Slide 4 - Tekstslide

Bij opgaven met meerdere bewerkingen los je de opgaven volgens een vaste volgorde op.

De rekenvolgorde is
  1. Bereken wat binnen de haakjes staat. 
  2. Vermenigvuldigen en delen van links naar rechts.
  3. Optellen en aftrekken van links naar rechts.

Bijvoorbeeld:
9 + 5 × 4 =

Slide 5 - Tekstslide

Bij opgaven met meerdere bewerkingen los je de opgaven volgens een vaste volgorde op.

De rekenvolgorde is
  1. Bereken wat binnen de haakjes staat. 
  2. Vermenigvuldigen en delen van links naar rechts.
  3. Optellen en aftrekken van links naar rechts.

Bijvoorbeeld:
9 + 5 × 4 =
9 + 20 

Slide 6 - Tekstslide

Bij opgaven met meerdere bewerkingen los je de opgaven volgens een vaste volgorde op.

De rekenvolgorde is
  1. Bereken wat binnen de haakjes staat. 
  2. Vermenigvuldigen en delen van links naar rechts.
  3. Optellen en aftrekken van links naar rechts.

Bijvoorbeeld:
9 + 5 × 4 =
9 + 20 = 29

Slide 7 - Tekstslide

Bij opgaven met meerdere bewerkingen los je de opgaven volgens een vaste volgorde op.

De rekenvolgorde is
  1. Bereken wat binnen de haakjes staat. 
  2. Vermenigvuldigen en delen van links naar rechts.
  3. Optellen en aftrekken van links naar rechts.

Bijvoorbeeld:
9 + 5 × 4 =
9 + 20 =29
Nog een voorbeeld:
8 : 2 × (4 + 3) = 

Slide 8 - Tekstslide

Bij opgaven met meerdere bewerkingen los je de opgaven volgens een vaste volgorde op.

De rekenvolgorde is
  1. Bereken wat binnen de haakjes staat. 
  2. Vermenigvuldigen en delen van links naar rechts.
  3. Optellen en aftrekken van links naar rechts.

Bijvoorbeeld:
9 + 5 × 4 =
9 + 20 =29
Nog een voorbeeld:
8 : 2 × (4 + 3) =

Slide 9 - Tekstslide

Bij opgaven met meerdere bewerkingen los je de opgaven volgens een vaste volgorde op.

De rekenvolgorde is
  1. Bereken wat binnen de haakjes staat. 
  2. Vermenigvuldigen en delen van links naar rechts.
  3. Optellen en aftrekken van links naar rechts.

Bijvoorbeeld:
9 + 5 × 4 =
9 + 20 =29
Nog een voorbeeld:
8 : 2 × (4 + 3) =
8 : 2  × 7

Slide 10 - Tekstslide

Bij opgaven met meerdere bewerkingen los je de opgaven volgens een vaste volgorde op.

De rekenvolgorde is
  1. Bereken wat binnen de haakjes staat. 
  2. Vermenigvuldigen en delen van links naar rechts.
  3. Optellen en aftrekken van links naar rechts.

Bijvoorbeeld:
9 + 5 × 4 =
9 + 20 =29
Nog een voorbeeld:
8 : 2 × (4 + 3) =
8 : 2  × 7 = 

Slide 11 - Tekstslide

Bij opgaven met meerdere bewerkingen los je de opgaven volgens een vaste volgorde op.

De rekenvolgorde is
  1. Bereken wat binnen de haakjes staat. 
  2. Vermenigvuldigen en delen van links naar rechts.
  3. Optellen en aftrekken van links naar rechts.

Bijvoorbeeld:
9 + 5 × 4 =
9 + 20 =29
Nog een voorbeeld:
8 : 2 × (4 + 3) =
8 : 2  × 7 = 
4  × 7 = 

Slide 12 - Tekstslide

Bij opgaven met meerdere bewerkingen los je de opgaven volgens een vaste volgorde op.

De rekenvolgorde is
  1. Bereken wat binnen de haakjes staat. 
  2. Vermenigvuldigen en delen van links naar rechts.
  3. Optellen en aftrekken van links naar rechts.

Bijvoorbeeld:
9 + 5 × 4 =
9 + 20 =29
Nog een voorbeeld:
8 : 2 × (4 + 3) =
8 : 2  × 7 = 
4  × 7 = 28

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Testopgave











aantal
240









aantal







Slide 15 - Tekstslide

Zelf aan de slag
Blz.103 opgaven
timer
15:00

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Ik ken de volgorde waarin sommen worden uitgerekend .

😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll

Ik kan sommen op de afgesproken volgorde berekenen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll

Huiswerk
Blz. 104 afmaken 

Slide 22 - Tekstslide