AMS H1B Kap. 4 W21 S1 NK

H1B


Im Mai legen alle Vögel ein Ei.
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H1B


Im Mai legen alle Vögel ein Ei.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planung dieser Stunde
1 Anwesend?  
2 Klassenarbeit => Aufgepasst!
3 Kapitel 4  Grammatik                                                                                                                                                            4 Ende der Stunde mit den letzten  Fragen (Feedback)
        




Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2 Klassenarbeit
Deze is verplaatst van vandaag 27 mei naar

VRIJDAG 4 JUNI OM 13.15 UUR!
ZET IN JE AGENDA EN TELEFOON ALS HERINNERING!

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3 Grammatik
Het vervoegen van de 

regelmatige zwakke
werkwoorden N(ormaal) en S(-klank)

Wat is een zwak werkwoord?
Wat is stap 1?


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe maak je de stam van een werkwoord?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie weet de regel nog?
bij de volgende slide geef je antwoord op deze vraag.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

vul persoonsvorm en uitgang in (Duits)
bv. ik + nix

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Had je het hiervoor fout of ben je onzeker?
Dan let je nu goed op!

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Persoonlijke voornaamwoorden+ uitgang
NL
ik
jij
hij/zij/het

wij
jullie
zij(mv)/u
DE
ich
du
er/sie/es

wir
ihr
sie/Sie
uitgang
stam
stam + t
stam + t

stam + en
stam + en
stam + en

ge +stam + t/d
N(ormaal)
uitgang
stam + e
stam + st
stam + t

stam + en
stam + t
stam + en
S-klank
uitgang
stam + e
stam + t
stam + t

stam + en
stam + t
stam + en
              ge + stam + t        ge + stam + t
                                               ww op -ieren    => stam + t 
                                               ww begint met be- of ver-
                                             

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

FE
FE                 E                   T                   T                                                   EN               T                   EN

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de juiste uitgang naar de juiste plek:
werkwoord: petzen (verklappen/verraden)
ich          petz

du           petz

er/sie/es petz

wir          petz

ihr           petz

sie/Sie    petz
e
st
t
en
en
t
t

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de juiste uitgang naar de juiste plek:
werkwoord: lernen (leren)
ich          lern

du           lern

er/sie/es lern

wir          lern

ihr          lern

sie/Sie    lern
e
st
t
en
en
t

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de juiste uitgang naar de juiste plek:
werkwoord: pressen (drukken)
ich         press

du           press

er/sie/es press

wir          press

ihr           press

sie/Sie    press
e
st
t
en
en
t
t

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de stam van het werkwoord en hoort het bij N of S

schwimmen?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de stam van het werkwoord en hoort het bij N of S?

studieren?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de stam van het werkwoord en hoort het bij N of S?

flieBen?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de juiste vorm naar de juiste persoonsvorm:

ich          

du           

er/sie/es 

wir          

ihr           

sie/Sie    
macht
heiBt
brenne
kommen
schwimmen
heiBst
braucht

Slide 17 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lukt het nu met de vervoeging van de werkwoorden?
A
Ja
B
Nein
C
Solala
D
Bitte noch einmal erklären.

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voltooid deelwoord /  Partizip
Wat is een voltooid deeldwoord?
Hoe maak je dat in het Nederlands?

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voltooid deelwoord /  Partizip
Wat is een voltooid deeldwoord?
      voltooid betekent afgehandeld dus al voorbij !

Hoe maak je dat in het Nederlands?
       ge + stam + d of t

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voltooid deelwoord /  Partizip
Hoe doen we dat in het Duits bij de zwakke/regelmatige ww?

Normaal =>      ge + stam + t (DUS NOOIT MET D!)

als het werkwoord eindigt  met ieren dan       stam + t (zonder ge!)

als het werkwoord begint met ver- of be-        stam + t  (zonder ge !)

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voltooid deelwoord
KOTSEN

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Voltooid deelwoord
GIEBEN

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Voltooid deelwoord
WEINEN (=HUILEN)

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Lukt het nu met de vervoeging van het voltooid deelwoord?
A
Ja
B
Nein
C
Solala, muss noch üben.
D
Bitte noch einmal erklären.

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

4Ende der Stunde
Fragen zum Schluss.

Slide 26 - Tekstslide

Welke vormen van het Nederlandse woord ken je.    zu nach in

in +4 => naar binnen gaan + landen met lidwoord

nach  => aardrijkskundige namen en bij vaste combinaties (Hause / links / rechts / oben / unten

zu + 3 => personen + dingen
Was alles duidelijk?
regelmatige werkwoorden vervoegen

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Begrijp je hoe het voltooid deelwoord gevormd wordt?

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ben je tevreden met wat je in deze les voor het vak Duits gedaan hebt?

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Danke für's mitmachen!

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies