Thema 3, week 1 Les 1 bestuur en gezag

• Taal
• Basisschool
• Groep 8

onderstreep de woorden in de leestekst.

het debat

(twee debatten)

gesprek tussen voorstanders en tegenstanders van een bepaald onderwerp.

Het was een spannend debat tussen de voor- en tegenstanders van de lockdown.

debatteren

(debatteerde, heeft gedebatteerd)

een gesprek voeren over een bepaald onderwerp met mensen die daar een andere mening over hebben.

Als je gaat debatteren moet je wel met goede argumenten komen.

de democratie

(twee democratieën)

staatsvorm waarbij het volk
  veel invloed heeft op hoe het land geregeerd wordt.

Nederland heeft een democratie omdat het volk veel invloed heeft.

de politieke partij

(twee politieke partijen)

een groep mensen die
  dezelfde ideeën heeft over hoe een land
  bestuurd moet worden.

Als je gaat stemmen dan stem je op een politieke partij.

de fractie

(twee fracties)

alle leden
  van één politieke partij die het volk
  vertegenwoordigen.

de fractievoorzitter

(twee fractievoorzitters)

de leider van het deel van
  een politieke partij dat in de Tweede Kamer
  zit.

Rob Jetten is de fractievoorzitter van D'66.

Rob Jetten van D'66

de regering
(twee regeringen)

de mensen die bepalen wat er in een land gebeurt.

De regering heeft nieuwe maatregelen verkondigd over Corona.

regeren
(regeerde, heeft geregeerd)

een land besturen. 

Donald Trump regeert in de Verenigde Staten.

de Tweede Kamer

de plek
  waar mensen van verschillende politieke
  partijen de regering controleren en nieuwe
  wetten maken.

de Eerste Kamer

de plek

  waar mensen vergaderen over nieuwe wetten.

het parlement
(twee parlementen)

een groep mensen die

  is verkozen om samen met de regering het land te besturen.

Het parlement zijn de Eerste en de Tweede Kamer samen.

De Eerste en de Tweede Kamer

een andere naam:

de Staten Generaal

Uitdrukking:

strenge wetten en

  regels maken.

met ijzeren vuist regeren