In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Extra stof 6 roken en blowen
Slide 1 - Tekstslide
kenniskaart thema 1
Slide 2 - Tekstslide
leerdoelen
Je kent de mogelijke gevolgen van verslaving aan roken en blowen
Slide 3 - Tekstslide
Herhaling
Waar gingen de vorige basisstoffen ook weer over.
Slide 4 - Tekstslide
Geef het reactieschema van verbranding
Slide 5 - Open vraag
Hoe noem je de stof waarmee je iets kunt aantonen bij een proef
Slide 6 - Open vraag
beschrijf de werking van de longblaasjes
Slide 7 - Open vraag
Wat is het gevaar van koolstofmonoxide?
Slide 8 - Open vraag
tabakrook
Rokers leven korter, want door roken kun je hart en vaatziekten en longziekten krijgen.
Twee longziekten zijn COPD en longkanker. COPD betekent een chronische ontsteking aan de longen.
Chronisch betekent blijvend.
Slide 9 - Tekstslide
stoffen in sigaret
In tabaksrook zitten veel schadelijke stoffen.
- nicotine
- teer
- koolstofmonoxide
Slide 10 - Tekstslide
nicotine
Nicotine is een verslavende stof. Al na een paar sigaretten kun je niet meer zonder nicotine.
Deze stof zorgt ervoor dat je niet meer zonder kan.
Slide 11 - Tekstslide
teer
Teer veroorzaakt bruine aanslag op vingers en tanden. Teer beschadigd de slijmvliezen van de longen.
de trilharen gaan kapot en daarom hoesten mensen die roken vaker. Rokershoest.
Slide 12 - Tekstslide
koolstofmonoxide
koolstofmonoxide is giftig.
Als je het inademt dan neemt het de plaats in van zuurstof. Hierdoor krijg je een slechtere conditie.
Slide 13 - Tekstslide
passief roken of meeroken
Als je in een omgeving bent waar gerookt wordt dan krijg je automatisch rook van anderen binnen.
Je hebt het niet door maar je kunt dan ook ziek worden van de rook van anderen.
Slide 14 - Tekstslide
blowen
Blowen is het roken van hasj en wiet. Hasj en wiet zijn vormen van cannabis. Cannabis is een hennepplant. In cannabis zit een stof waar je stoned of high van wordt. Die stof heet THC.
Bij het roken van een joint komt er 5x meer teer in de longen dan van een sigaret.
Slide 15 - Tekstslide
Bij passief roken adem je dezelfde stoffen in als bij actief roken.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 16 - Quizvraag
Kan door roken astma worden veroorzaakt? En kan door roken COPD worden veroorzaakt?
A
Alleen Astma
B
Alleen COPD
C
Beide
D
Geen van Beide
Slide 17 - Quizvraag
Rook is een mengsel. Waaruit bestaat rook?
A
vaste deeltjes, fijn verdeeld in een gas
B
vaste deeltjes, fijn verdeeld in een vloeistof
C
vloeistofdruppeltjes, fijn verdeeld in een gas
D
vloeistofdruppeltjes, fijn verdeeld in een vloeistof
Slide 18 - Quizvraag
exit ticket: welke stof in een sigaret is verslavend
Slide 19 - Open vraag
exit ticket: rokers hebben meer kans op ziekten. welke?