roken

THEMA 1  Verbranding en ademhaling
BASISSTOF 
1.6  Roken en blowen


1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

THEMA 1  Verbranding en ademhaling
BASISSTOF 
1.6  Roken en blowen


Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je nog van...
BASISSTOF 3/4  Het ademhalingsstelsel?



...in drie vragen!

Slide 2 - Tekstslide

strottenhoofd
bronchiën
longblaasjes
keelholte
luchtpijp
neusholte
longen

Slide 3 - Sleepvraag

bronchiën
kraakbeenringen
vertakkingen
bronchiën
longblaasjes

Slide 4 - Sleepvraag

Waarvoor hebben cellen zuurstof nodig?
A
Om adem te halen
B
Voor verbranding van glucose
C
Zodat koolstofdioxide kan ontstaan
D
Om de cellen te voeden

Slide 5 - Quizvraag

BASISSTOF 5 Roken
BASISSTOF
6  Roken
EXTRA BASISSTOF
7  Gezonde luchtwegen
8  Hooikoorts

Slide 6 - Tekstslide

Je leert...
  • Gevolgen binnenkrijgen van sigarettenrook. 
  • Welke schadelijke stoffen er in een sigaret zitten. 
  • Actief en passief roken.
  • De maatregelen van de overheid om roken tegen te gaan.

Slide 7 - Tekstslide

Wat zit er allemaal in een sigaret?

Slide 8 - Woordweb

Tabaksrook
Rokers leven korten, want door roken kun je hart- en vaatziekten en longziekten krijgen. Twee longziektes zijn longkanker en COPD. Mensen met COPD hebben een chronische ontsteking van de longen. Dit gaat niet meer over. 

Slide 9 - Tekstslide

Schadelijke stoffen
In tabaksrook zitten schadelijke stoffen zoals:
Nicotine 
Teer 
koolstofmonoxide 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Waarom roken mensen?

Slide 12 - Woordweb

Waarom roken mensen eigenlijk?
  • Rustgevend gevoel.
  • Gezelligheid.
  • Jongeren voelen zich volwassen.
  • “Stoer" doen.
  • Verslaafd 

Slide 13 - Tekstslide

Steeds minder mensen gaan roken. Hoe zou dit komen?

Slide 14 - Woordweb

3 belangrijkste stoffen in een sigaret
1. Teer


2. Nicotine


3 Koolstofmono-oxide

Slide 15 - Tekstslide

1  Teer
  • Zwart, kleverig stofje, blijft plakken aan het slijmvlies van je longen.
  • Teer veroorzaak ook een bruine aanslaag op je vingers en tanden.
  • Kan kanker veroorzaken. 
  • Je longen worden er zwart van.
  • Teer beschadigd het slijmvlies in je longhierdoor hoesten veel rokers 

Slide 16 - Tekstslide

2  Nicotine
Door roken komt er nicotine in je lichaam. Nicotine is erg verslavend. Al naar een paar sigaretten vraagt je lichaam om nicotine. Je wilt dan steeds weer een sigaret. Daardoor is het moeilijk om te stoppen. 

Slide 17 - Tekstslide

3  Koolstofmono-oxide
  • Koolstofmonoxide is giftig. 
  • Koolstofmonoxide zorgt ervoor dat je rode bloedcellen niet zoveel zuurstof kunnen vervoeren. Hierdoor krijgen/hebben rokers een slechtere conditie. 

Slide 18 - Tekstslide


Wat veroorzaakt kanker?

A
Nicotine
B
Koolstofmono-oxide
C
Teer
D
Rook

Slide 19 - Quizvraag

Actief roken
Passief roken
Je rookt zelf.
Je bent erbij als iemand rookt.
Je krijgt de schadelijke stoffen die iemand uitblaast ook binnen. 

Slide 20 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een e-sigaret en een waterpijp?
timer
2:00

Slide 21 - Open vraag

E-sigaret vs Waterpijp
E-sigaret: verdampen vloeistof met nicotine
Schadelijke stoffen: Metalen, stikstofverbindingen en nicotine
Waterpijp: 30x meer koolstofmonoxide

Slide 22 - Tekstslide

Effecten van cannabis
De werking van cannabis is afhankelijk van de soort wiet of hasj. 
  •  stoned (loom, ontspannen),
  • high (energiek, vrolijk). 
De lichamelijke effecten zijn een versnelde hartslag, lagere bloeddruk, hoofdpijn, duizeligheid, slaperigheid, angst, verminderde concentratie en geheugenproblemen.


Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

lange termijn cannabisgebruik
  • verslaving, 
  • slapeloosheid, 
  • somberheid 
  • en problemen met de concentratie. 
  •  verhoogt de kans op een psychische stoornis, zoals depressie en angstklachten. 
Bij een bepaalde aanleg in je DNA kan schizofrenie ontstaan. Dat is een ernstige psychiatrische ziekte waarbij iemand het contact met de werkelijkheid verliest.

Slide 25 - Tekstslide

Drugs soorten
Stof waardoor je gevoelens en gedrag verandert 
Badtrip
Verdovende middelen: GHB, Heroïne en slaapmiddelen 
Stimulerende middelen: Cocaïne en XTC 
Bewustzijn veranderende middelen: Wiet en paddo’s 

Slide 26 - Tekstslide

Powerpoint drugs
In tweetallen ga je presentatie maken over hard/softdrugs 
Je krijgt een onderwerp toegewezen 
Cocaïne, wiet, hasj, speed, GHB, XTC, paddo’s, Heroïne, Ketamine, lachgas, LSD, 4fmp, Cyrstal meth


Slide 27 - Tekstslide

Wat moet er in powerpoint?
Wat is het ?
Wat voor effect heeft het?
wat zijn de gevolgen, risico’s? 
 hoe ziet het eruit?

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video