In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Welkom klas 3!
Ben jij klaar voor deze les?
- Werkboek + schrift..
- Jas + telefoon in jouw kluisje...
- Kauwgom/snoep in de prullenbak....
MOOI, dan kunnen we beginnen!
Slide 1 - Tekstslide
7.4 Spieren
Deze les:
- herhalen 7.3
- aantekeningen 7.4
- zelfstandig werken.
Slide 2 - Tekstslide
Terugblik!
Slide 3 - Tekstslide
Hoe zitten de armen vast aan de schouder?
A
gewrichten
B
naden
C
kraakbeen
D
vergroeid
Slide 4 - Quizvraag
Waaraan levert het skelet GEEN bijdrage?
A
stevigheid
B
bescherming
C
beweging
D
vertering
Slide 5 - Quizvraag
Juist of onjuist? Het skelet beschermt het hart
A
juist
B
onjuist
Slide 6 - Quizvraag
Hoe heet het groene bot?
A
Sleutelbeen
B
Dijbeen
C
Schoudergordel
D
Schouderblad
Slide 7 - Quizvraag
Hoe heet bot nr 14?
A
Rib
B
Sleutelbeen
C
Wervel
D
Borstbeen
Slide 8 - Quizvraag
Wat zit er tussen de wervels?
A
kraakbeen
B
botten
C
niks
Slide 9 - Quizvraag
Wat is het meest bewegelijk gewricht?
A
kogelgewricht
B
scharniergewricht
C
rolgewricht
Slide 10 - Quizvraag
kogelgewricht zit in
A
onderarm en onderbeen
B
schouder en heup
C
opperarmbeen en ellepijp
Slide 11 - Quizvraag
Gewricht
Naad
Vergroeid
Kraakbeen
Slide 12 - Sleepvraag
De beenderen van een kind bevatten meer kalk dan de beenderen van een oudere
A
ja
B
nee
Slide 13 - Quizvraag
Welk deel van de wervelkolom zit vast aan je heupbeenderen?
A
Staartbeen
B
Wervelkolom
C
Lendenwervels
D
Heiligbeen
Slide 14 - Quizvraag
Kogelgewricht
Scharnier-
gewricht
Rol-
gewricht
Slide 15 - Sleepvraag
Doel van deze les...
Je weet waar spieren zitten
Je kunt vertellen hoe ze zijn opgebouwd
Je kunt vertellen hoe ze vastzitten
en hoe ze werken
Slide 16 - Tekstslide
Spierstelsel
Aan de botten zitten spieren vast. Door deze spieren kan je lichaam bewegen. Alle spieren in het lichaam samen vormen het spierstelsel.
Slide 17 - Tekstslide
Waar zitten al je spieren?
spieren zitten onder je huid
spieren zitten in organen (maag, darmen..)
je hart is een spier
Slide 18 - Tekstslide
Spieren in je organen
Je hebt ook spieren in je organen. Bijvoorbeeld in de wand van je maag en je darmen. Deze spieren zorgen ervoor dat het voedsel wordt gekneed en vervoerd.
Slide 19 - Tekstslide
Spieren in je organen
Zelfs in je huid zitten spieren.
Aan elk haartje zit een klein spiertje vast.
Als je kippenvel krijgt, trekken die spiertjes samen.
Ook je hart is een spier.
De hartspier pompt het bloed door je lichaam.
Spiertje
Slide 20 - Tekstslide
Bouw van een spier
Spiercellen vormen spiervezels
Groepjes spiervezels vormen spierbundel.
Om spierbundel zit een laag bindweefsel.
Één spier heeft meerdere spierbundels.
Om de spier ligt een laag bindweefsel: de spierschede
Bindweefsel van de spierschede is bij de uiteinden aan elkaar gegroeid = pees
Pezen zitten vast aan botten
Slide 21 - Tekstslide
Antagonisten = tegengestelde spieren
armbuigspier
(biceps)
armstrekspier
(triceps)
Slide 22 - Tekstslide
Werking van een spier
Wat heeft een spier nodig om te werken?
Een impuls vanuit het zenuwstelsel
Energie uit voedingsstoffen en zuurstof (verbranding).
Wat komt er vrij: warmte, CO2 en beweging
Slide 23 - Tekstslide
Pezen
Skeletspieren, zitten vast aan beenderen met pezen.
Pezen zijn taaie "kabels". Pezen kunnen zich niet samentrekken. Waar pezen vast zitten aan de
botten noemen we de
aanhechtingsplaats
Slide 24 - Tekstslide
Gescheurde pees
Wanneer pezen afscheuren, zitten de spieren niet meer vast aan de beenderen.
Deze kunnen dan niet meer bewegen.
Slide 25 - Tekstslide
Aan het werk! Biologie
Wat? 5.4 Spieren - opdrachten
Maak opdracht
Klaar? Oefen met de namen van de botten en de botverbindingen.
Slide 26 - Tekstslide
Weet jij nu..
waar spieren zitten in jouw lichaam?
Huiswerk:
oefen met deze LessonUp
en maak opdracht .......
af.
Tot de volgende les!
Slide 27 - Tekstslide
Thuis oefenen: Biologie
Je kunt de namen van de botten oefenen via de link: Klik hier
Voor het oefenen van de beenverbindingen klik je hier
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Video
Waar bestaan spieren uit?
A
Pezen
B
Spiervezels
C
Vlies
Slide 30 - Quizvraag
Welke spieren zijn elkaars antagonisten?
Spier 1 en spier
Spier 2 en spier
3
4
Slide 31 - Sleepvraag
Waar kan je lichaam door bewegen
A
Alleen door botten
B
Door botten en spieren samen
C
Alleen door spieren
Slide 32 - Quizvraag
Wat zit er tussen een bot en een spier?
A
Spierbundel
B
Spiervezel
C
Pees
D
Vlies
Slide 33 - Quizvraag
Als de armbuigspier samentrekt wordt hij:
A
langer en dunner
B
langer en dikker
C
korter en dikker
D
korter en dunner
Slide 34 - Quizvraag
De spieren zitten met pezen vast aan de botten
A
juist
B
onjuist
Slide 35 - Quizvraag
Spier
Spierschede
Spiervezel
Pees
Bewegingszenuwcel
Spierbundel
Slide 36 - Sleepvraag
Wat is een antagonist?
A
een spier met een tegengestelde werking
B
een spier met dezelfde werking
C
allemaal pezen bij elkaar
Slide 37 - Quizvraag
Wat is de antagonist van de biceps?
A
armbuigspier
B
armstrekspier
Slide 38 - Quizvraag
Wat is de antagonist van de triceps?
A
armbuigspier
B
armstrekspier
Slide 39 - Quizvraag
De spier die het been laat buigen is de ....
De spier die het been weer strekt is de ....
Achterste dijspier
Voorste dijspier
Slide 40 - Sleepvraag
Een spier kan een bot maar in één richting bewegen. Daardoor zijn er minstens twee spieren nodig om een bot te bewegen. Deze spieren hebben een tegengesteld effect op de beweging van het bot. Hoe noem je deze spieren?