DTH2O week 1 Informatief gesprek voeren H5

Welkom! 
Communicatie 2
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom! 
Communicatie 2

Slide 1 - Tekstslide

Een informatief gesprek voeren
In een informatief gesprek wil je iets van iemand weten.
Bijvoorbeeld: je wilt van je mentor weten welke vakken je moet blijven volgen als je later naar de opleiding Dierenverzorging wilt. Bij zo'n gesprek gaat het erom dat je informatie krijgt die je nodig hebt. Het is dus belangrijk dat je het gesprek goed voorbereid en de goede vragen stelt.

Slide 2 - Tekstslide


Hoe bereid je je voor op een informatief gesprek?

Slide 3 - Tekstslide

Hoe bereid je je voor op een informatief gesprek?
  • Bedenk wat je precies te weten wilt komen.
  • Noteer de belangrijkste vragen. 

Slide 4 - Tekstslide

Hoe voer je een informatief gesprek?

Slide 5 - Tekstslide

Hoe voer je een informatief gesprek?
  • Spreek duidelijk en luister goed naar wat de ander vertelt.
  • Luister belangstellend en spreek enthousiast.
  • Laat de ander nadenken en uitpraten.
  • Let op de lichaamstaal van de ander.
  • Vraag door als de informatie onduidelijk of onvolledig is. Bijvoorbeeld: Hoeveel tijd moet ik aan dat vak besteden? Uit welke onderdelen bestaat het vak precies? Denkt u dat ik gegarandeerd werk kan vinden als ik dit vak doe? 
  • Controleer altijd of je de ander goed begrepen hebt. Herhaal de belangrijkste informatie. Bijvoorbeeld: Dus als ik het goed begrijp, kan ik het beste...

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Tekstslide

Stel: de informatiegever is onduidelijk, wat kun je als vraagsteller het beste doen?
A
Doorgaan met de volgende vraag
B
Doorvragen op het onduidelijke antwoord

Slide 9 - Quizvraag

Waar of niet waar?
'Je voert een goed informatief gesprek als je duidelijk spreekt en goed luistert naar wat de ander vertelt.'
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Hoe voer je GEEN goed informatief gesprek?
A
Als je de ander uit laat praten en na laat denken
B
Als je belangstellend luisteren
C
Als je enthousiast spreken
D
Als je niet let op de lichaamstaal van de ander

Slide 11 - Quizvraag

De vraagsteller zegt: Dus als ik het goed begrijp, kan ik het beste...
Wat doet de vraagsteller hier?
A
Controleren of hij de ander goed begrepen heeft
B
Herhalen van de belangrijkste informatie
C
Doorvragen op onduidelijke of onvolledige informatie

Slide 12 - Quizvraag

Waar of niet waar?

'Het is goed als de vraagsteller duidelijke vragen stelt.'
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Hoe bereid je je goed voor op een informatief gesprek?

A
Niet weten waar het gesprek met de ander over zal gaan
B
De belangrijkste vragen die je wilt stellen noteren
C
Bedenken wat je precies te weten wilt komen

Slide 14 - Quizvraag

Een informatief gesprek voeren
Wat is het doel van een informatief gesprek?
Geef een voorbeeld van een informatief gesprek.
Hoe bereid je je voor op een informatief gesprek?
Hoe voer je een informatief gesprek?

timer
4:00

Slide 15 - Tekstslide

Hoe bereid je je voor op een informatief gesprek?
  • Bedenk wat je precies te weten wilt komen.
  • Noteer de belangrijkste vragen. 

Slide 16 - Tekstslide

Kijkfragment
De man die de kaartjes uitdeelt, is de informatiegever. De mensen die langskomen, zijn de informatievragers.

Wat doen ze wel en niet goed in dit gesprek?
Denk aan de punten hoe je een goed gesprek voert. 

Slide 17 - Tekstslide

0

Slide 18 - Video

Hoe bereid je je voor op
een informatief gesprek? (2)

Slide 19 - Woordweb

Hoe bereid je je voor op een informatief gesprek?
  • Bedenk wat je precies te weten wilt komen.
  • Noteer de belangrijkste vragen. 

Slide 20 - Tekstslide

Hoe voer je een informatief gesprek? (6)

Slide 21 - Woordweb

Hoe voer je een informatief gesprek?
  • Spreek duidelijk en luister goed naar wat de ander vertelt.
  • Luister belangstellend en spreek enthousiast.
  • Laat de ander nadenken en uitpraten.
  • Let op de lichaamstaal van de ander.
  • Vraag door als de informatie onduidelijk of onvolledig is. Bijvoorbeeld: Hoeveel tijd moet ik aan dat vak besteden? Uit welke onderdelen bestaat het vak precies? Denkt u dat ik gegarandeerd werk kan vinden als ik dit vak doe? 
  • Controleer altijd of je de ander goed begrepen hebt. Herhaal de belangrijkste informatie. Bijvoorbeeld: Dus als ik het goed begrijp, kan ik het beste...

Slide 22 - Tekstslide

Opdracht informatief gesprek voeren
1. Aan het werk: terwijl je in DEZE Meet zit, ga je met je tweetal in een nieuwe Meet met de meetcode (zie Classroom, bv. DTH2Ogroep1). 
2. De docent komt bij ieder groepje langs, ben je er dan niet of ben je met andere dingen bezig dan de opdracht? Dan word je absent gemeld. 
3. Zorg ervoor dat je een bestand met de voorbereiding op de presentatie aanmaakt in Classroom, zodat de docent mee kan kijken. 

Om 13:10, dus tien minuten voor het einde van de les, is iedereen weer met de camera aan in DEZE Meet. Dan blikken we klassikaal terug op de les en vertel ik de planning van de presentaties volgende week. 

Slide 23 - Tekstslide

Zijn er nog vragen?
Volgende week tijdens je presentatie:

- Je camera en je microfoon werken. Zorg er dus zelf voor dat ze aan kunnen!
- Je levert je voorbereiding in op Classroom vóór je presentatie. 
- Er zijn minimaal vier dingen besproken waarover de informatievrager iets wilt weten en waarop de medewerker antwoord geeft.
- Je presentatie duurt minimaal 4 en maximaal 8 minuten.
- Je denkt aan: de inhoud van het gesprek, duidelijk spreken, goed luisteren naar wat de ander vertelt, belangstellend luisteren, enthousiast spreken, de ander na laten denken en uit laten praten, je let op de gezichtsuitdrukking van de ander, je vraagt door als de informatie onduidelijk of onvolledig is, je controleert of je de ander goed begrepen hebt/ herhaalt de belangrijkste informatie (zie Opdracht informatief gesprek op Classroom).

Slide 24 - Tekstslide

Planning presentaties volgende week
Je hoeft alleen aanwezig te zijn op de dag dat je bent ingedeeld. Anders hoef je niet in de Meet te komen en mag je je tijd nuttig besteden aan een ander vak. Besteed je tijd goed! 

Woensdag 2e uur (9.10-10u)
- Noor & Jara
- Rick & Robin
- Noam & Batuhan
- Nour & Gabriëlla


Donderdag 5e uur (12.30-13.20u) 
- Jale & Aytug
- Fatima & Puk
- Sanne & Nooriya
Dinsdag 6e uur (13.20-14.10u)
- Allard, Luc & Emirhan
- Aaron & Bob
- Sjoerd & Jaylinn
- Rowdy & Mats

Slide 25 - Tekstslide