Leenstelsel

Karel de Grote en het leenstelsel

Karel de grote, vader van Europa?
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Karel de Grote en het leenstelsel

Karel de grote, vader van Europa?

Slide 1 - Tekstslide

De tijd van monniken en ridders was van... tot ....
A
100 v.C.-500 (n.C.)
B
1000-1500
C
500-1000
D
1500-1600

Slide 2 - Quizvraag

Wat zijn horigen?
A
Boeren die op het gebied van de graaf werken.
B
Boeren die hun eigen stuk land hebben.
C
Ridders die voor de graaf vechten
D
Boeren met een uitstekend gehoor.

Slide 3 - Quizvraag

Hofstelsel
A
Een groep machtige boeren.
B
boeren die in ruil voor bescherming op het land van een heer werken

Slide 4 - Quizvraag

Wie is Karel de Grote?
  • Frankisch Rijk  --> Germaans
  • Keizer nieuwe Romeinse Rijk

Moeilijkheden: 
  1. Geen (goede) communicatie
  2. Geen wegen
  3. Steden waren verdwenen

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Hoe bestuur je een groot rijk?
Het Frankische rijk was te groot om in zijn eentje te besturen. Hij had hulp nodig.

Daarom bedacht hij het leenstelsel. Dit wordt ook wel het feodalisme genoemd.

Slide 7 - Tekstslide

Wat is dit dan?
  • Karel was het hoofd van het rijk = leenheer
  • Het rijk werd bestuurd door hertogen en graven (edelmannen) = leenmannen/vazal
  • Horige boeren = achterleenmannen

Slide 8 - Tekstslide

Het leenstelsel
Leenmannenkrijgen een stuk grond in beheer. 

Dit besturen de leenmannen en hier worden inkomsten uitgehaald.
De leenmannen zorgen voor orde en veiligheid. 

Er wordt trouw beloofd en er worden militairen geleverd. 

Slide 9 - Tekstslide

Waarom ontstond het feodalisme?
A
Het besturen van een groot rijk ging moeilijk door slechte wegen en slechte communicatie.
B
Leenmannen wilden toch al macht hebben, dus was het feodalisme een mooie oplossing.
C
Karel de Grote was niet goed genoeg om een groot rijk in zijn eentje te besturen
D
Karel de Grote gunde anderen ook een stukje macht.

Slide 10 - Quizvraag

De koning was in het leenstelsel de ...
A
Leenheer
B
Leenman
C
Achterleenman
D
vazal

Slide 11 - Quizvraag

Het voordeel van het feodalisme is dat...
A
Dat de koning nu een groot land kan besturen
B
Dat de koning een groot leger heeft
C
Dat de koning geen geld nodig heeft
D
Dat de koning nu heel rijk wordt

Slide 12 - Quizvraag

Het nadeel van het feodalisme is dat....
A
de koning zijn geleende land niet meer terugkrijgt
B
de koning een deel van zijn macht weggeeft
C
de koning heel arm wordt
D
zijn ambtenaren moet ontslaan

Slide 13 - Quizvraag