H2 - les 3 Wohnen

Freitag 21. April 2022
Frühling - Woche 16
Herzlich Willkommen 

Du brauchst:
Kugelschreiber
Laptop
1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Freitag 21. April 2022
Frühling - Woche 16
Herzlich Willkommen 

Du brauchst:
Kugelschreiber
Laptop

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Was machen wir heute?
- Landeskunde
- Wiederholen 
- Zimmerspiel
- Musikbingo

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Worüber möchtest du etwas hören / lernen?

Hitlers Tagebücher
Sechseläuten

Slide 3 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hitlers Tagebücher

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen:
- weiß ich die Geschichte rund Hitlers Tagesbücher
- habe ich geübt mit der Konjugation von schwache Verben und die Verben "haben" und "sein"

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Aufgabe
Ihr bekommt einen kurzen Text zu diesem Thema. Lest den Text und konjugiert in der Zwischenzeit die Verben in der richtigen Form. Beantwortet danach die Fragen. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fragen:
  1. Voordat de Stern de vondst van de dagboeken bekend maakte, was er al wel gekeken naar de echtheid hiervan. Welke 2 „bewijzen“ leken voldoende om te denken dat het echt de dagboeken van Hitler waren (Zeile = Alinea 7)
  2. Noem tenminste 2 bewijzen/redenen waarom uiteindelijk bleek dat de dagboeken nep waren (Zeilen 8 und 9).
  3. Je kunt je voorstellen dat de uitgever (STERN) behoorlijk voor schut stond, toen bleek dat de dagboeken nep waren. Bekijk onderstaande karikaturen en probeer te bedenken waarom dit karikaturen zijn.
 


Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bild 1
Bild 2

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zum Schluß

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beispiel Fehler:
Die Redewendung „grünes Licht geben“ wurde seit den 1970er-Jahren mit dem massenhaften Aufkommen von Verkehrsampeln gebräuchlich. Kujau trug dem nicht Rechnung und ließ seinen Hitler unter „Morgenlagebesprechung“ und dem 10. Juni 1941 schreiben: „Gebe Göring grünes Licht für die Verlegung von Luftwaffeneinheiten für unseren Ostfeldzug.“

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen...
- weiß ich, was Sechseläuten ist;
- weiß ich, woher der Name Sechselauten kommt;
- kann ich Zahlen in verschiedenen Formen in einem Video erkennen.



Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sechseläuten (CH)

Slide 16 - Tekstslide

Introductie: 
Zwitsers feest om het voorjaar in te luiden en de loop van de zomer te voorspellen. 
Derde maandag van de maand april.
Leerdoel
Das Sechseläuten ist eine jahrhundertealte Tradition zum Frühlingsbeginn in Zürich. Jeden dritte Montag in April wird es gefeiert. Neben historisch kostümierten Zunftmitgliedern prägen Musikkapellen, Pferde, Blumen, Fahnen und der «Böögg» das Fest. Der Böögg ist heutzutage sogar die Hauptfigur: Er wird pünktlich zum Sechs-Uhr-Geläut der Kirche Grossmünster verbrannt. Und je schneller sein mit Feuerwerk gefüllter Kopf explodiert, desto schöner wird der Sommer. Heisst es zumindest in Zürich.
 Zunftmitgliedern = gildeleden
prägen = vormen
Fahnen = vlaggen
heutzutage = tegenwoordig
sogar = zelfs
pünktlich = exact
zumindest = tenminste

Slide 17 - Tekstslide

Geef de lln. 2 minuten de tijd om de tekst te lezen. De onderstreepte woorden zijn cognaten en klinken als Nederlandse woorden. Het woordenlijstje helpt met de onbekende woorden. 
Na de twee minuten kan in gegaan worden op de cognaten en inhoud van de tekst. 
Welche Assozationen hast du?

Slide 18 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Böögg
Das Wort "Böögg" scheint mit den englischen bogy, bogle oder boogie (Schrekgestalt) verwandt zu sein. Der Zürcher Böögg ist 3,40 Meter hoch und sieht einem Schneemann ähnlich. 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Das Sechseläuten ist eine jahrhundertealte Tradition zum Frühlingsbeginn in Zürich. Jeden dritte Montag in April wird es gefeiert. Neben historisch kostümierten Zunftmitgliedern prägen Musikkapellen, Pferde, Blumen, Fahnen und der «Böögg» das Fest. Der Böögg ist heutzutage sogar die Hauptfigur: Er wird pünktlich zum Sechs-Uhr-Geläut der Kirche Grossmünster verbrannt. Und je schneller sein mit Feuerwerk gefüllter Kopf explodiert, desto schöner wird der Sommer. Heisst es zumindest in Zürich.
 Zunftmitgliedern = gildeleden
prägen = vormen
Fahnen = vlaggen
heutzutage = tegenwoordig
sogar = zelfs
pünktlich = exact
zumindest = tenminste

Slide 20 - Tekstslide

Geef de lln. 2 minuten de tijd om de tekst te lezen. De onderstreepte woorden zijn cognaten en klinken als Nederlandse woorden. Het woordenlijstje helpt met de onbekende woorden. 
Na de twee minuten kan in gegaan worden op de cognaten en inhoud van de tekst. 
Jetzt
schauen wir einen kurzen Film. 
speziale Fokus auf Zahlen

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

9

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

00:20
Wie groß ist der Böög?
A
1 bis 2 Meter
B
mehr als 3 Meter
C
2 bis 3 Meter
D
mehr als 4 Meter

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

00:33
Wieviel Zünfte (gildes) gibt es in Zürich? (buchstabiere deine Antwort)

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

00:45
Aus welchem Jahrhundert stammt die Zunft "Hottingen" ?
A
17. Jahrhundert
B
19. Jahrhundert
C
18. Jahrhundert
D
20. Jarhhundert

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

01:19
1971: Frauenwahlrecht
In Zwitserland kregen vrouwen pas in 1971 stemrecht.
In hoeverre is dit een verklaring voor wat je zojuist hebt gehoord?

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

01:48
Wie oft ist dieses Pferd schon mit diesem Mann auf der Parade geritten?
A
dritte Mal
B
vierte Mal
C
fünfte Mal
D
sechste Mal

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

01:57
Wie spät wird der Böög verbrannt?
A
vier Uhr
B
fünf Uhr
C
sechs Uhr
D
sieben Uhr

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

02:17
Wie oft darf jede Zunft um das Feuer gehen? (buchstabiere deine Antwort)

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

02:26
Wie lange hat es gedauert, bis der Böög explodiert ist?
A
16 minuten
B
17 minuten
C
18 minuten
D
19 minuten

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

02:46
Inwieweit ist die Vorhersage richtig?
A
immer
B
manchmal
C
nie
D
fast immer

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deine Meinung...
Was findest du von diesem Fest? 
Ich finde ...



erschrecklich
fremd
unbegreiflich
toll
langweilig
blöd
witzig
......



oder: 
der Böög...
der Grill...
die Zünfte...
das Fest...
die Musik...
die Stadt...
die Pferde...
......
am liebsten
am besten
am schönsten
am seltsamsten
am schlimmsten
........

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe vond je van dit stukje "Landeskunde"?
😒🙁😐🙂😃

Slide 35 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je hiervan geleerd?

Slide 36 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

TSCHÜSS
SERVUS
TSCHAU
UF WIDRLUEGE

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wiederholung
Grammatik

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

DOFEGUB
welke voorzetsels zijn dit ook alweer?

Slide 39 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Waarom gebruiken we DOFEGUB?
A
om voorzetsels te onthouden die altijd met 1e naamval moeten
B
om voorzetsels te onthouden die altijd met 3e naamval moeten
C
om voorzetsels te onthouden die altijd met de 4e naamval moeten

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De 4e naamval in het Duits =
A
onderwerp
B
meewerkend voorwerp
C
lijdend voorwerp
D
bijvoegelijke bepaling

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wir haben das Bett für ... (hem)
A
er
B
ihn

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sie liebt ... (jou)
A
dich
B
du

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Durch .... (mij) bist du wieder auf dem neusten Stand der Dinge.
A
ich
B
mich

Slide 44 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ohne ... (hem) will ich nicht leben
A
er
B
ihn

Slide 45 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ich trainiere .... (haar)
A
sie
B
ihr

Slide 46 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wer spielt morgen gegen ... (jullie)?
A
ihr
B
euer
C
euch

Slide 47 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

ICH - MICH
DU - DICH
ER - IHN
SIE - SIE
ES - ES
WIR - UNS
IHR - EUCH
SIE - SIE
WER - WEN / WAS - WAS
Voorbeeld:
Ich trainiere ihn
(ik train hem)
1) gezegde in zin?
ich trainiere ihn 
2) wie/wat + trainiere?
ich trainiere ihn
3) wie/wat trainiere ich?
ich trainiere ihn.

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zimmerspiel

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zimmerspiel

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jetzt:
https://motivatiespiegel.nl/vo
Klik op de rode button. Het vak is "Duits"
Vul de gevraagde gegevens in + je naam. Bij docentcode vul je in: 7386b / en bij leerlingcode je voornaam

Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies