H2 - les 2 Wohnen

Freitag 21. April 2022
Frühling - Woche 16
Herzlich Willkommen 

Du brauchst:
Kugelschreiber
Laptop
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Freitag 21. April 2022
Frühling - Woche 16
Herzlich Willkommen 

Du brauchst:
Kugelschreiber
Laptop

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Was machen wir heute?
- Landeskunde
- Grammatik Kap 7  
- Zimmerspiel
- Musikbingo

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen...
- weiß ich, was Sechseläuten ist;
- weiß ich, woher der Name Sechselauten kommt;
- kann ich Zahlen in verschiedenen Formen in einem Video erkennen.



Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sechseläuten (CH)

Slide 5 - Tekstslide

Introductie: 
Zwitsers feest om het voorjaar in te luiden en de loop van de zomer te voorspellen. 
Derde maandag van de maand april.
Leerdoel
Das Sechseläuten ist eine jahrhundertealte Tradition zum Frühlingsbeginn in Zürich. Jeden dritte Montag in April wird es gefeiert. Neben historisch kostümierten Zunftmitgliedern prägen Musikkapellen, Pferde, Blumen, Fahnen und der «Böögg» das Fest. Der Böögg ist heutzutage sogar die Hauptfigur: Er wird pünktlich zum Sechs-Uhr-Geläut der Kirche Grossmünster verbrannt. Und je schneller sein mit Feuerwerk gefüllter Kopf explodiert, desto schöner wird der Sommer. Heisst es zumindest in Zürich.
 Zunftmitgliedern = gildeleden
prägen = vormen
Fahnen = vlaggen
heutzutage = tegenwoordig
sogar = zelfs
pünktlich = exact
zumindest = tenminste

Slide 6 - Tekstslide

Geef de lln. 2 minuten de tijd om de tekst te lezen. De onderstreepte woorden zijn cognaten en klinken als Nederlandse woorden. Het woordenlijstje helpt met de onbekende woorden. 
Na de twee minuten kan in gegaan worden op de cognaten en inhoud van de tekst. 
Welche Assozationen hast du?

Slide 7 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Böögg
Das Wort "Böögg" scheint mit den englischen bogy, bogle oder boogie (Schrekgestalt) verwandt zu sein. Der Zürcher Böögg ist 3,40 Meter hoch und sieht einem Schneemann ähnlich. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Das Sechseläuten ist eine jahrhundertealte Tradition zum Frühlingsbeginn in Zürich. Jeden dritte Montag in April wird es gefeiert. Neben historisch kostümierten Zunftmitgliedern prägen Musikkapellen, Pferde, Blumen, Fahnen und der «Böögg» das Fest. Der Böögg ist heutzutage sogar die Hauptfigur: Er wird pünktlich zum Sechs-Uhr-Geläut der Kirche Grossmünster verbrannt. Und je schneller sein mit Feuerwerk gefüllter Kopf explodiert, desto schöner wird der Sommer. Heisst es zumindest in Zürich.
 Zunftmitgliedern = gildeleden
prägen = vormen
Fahnen = vlaggen
heutzutage = tegenwoordig
sogar = zelfs
pünktlich = exact
zumindest = tenminste

Slide 9 - Tekstslide

Geef de lln. 2 minuten de tijd om de tekst te lezen. De onderstreepte woorden zijn cognaten en klinken als Nederlandse woorden. Het woordenlijstje helpt met de onbekende woorden. 
Na de twee minuten kan in gegaan worden op de cognaten en inhoud van de tekst. 
Jetzt
schauen wir einen kurzen Film. 
speziale Fokus auf Zahlen

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

9

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

00:20
Wie groß ist der Böög?
A
1 bis 2 Meter
B
mehr als 3 Meter
C
2 bis 3 Meter
D
mehr als 4 Meter

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

00:33
Wieviel Zünfte (gildes) gibt es in Zürich? (buchstabiere deine Antwort)

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

00:45
Aus welchem Jahrhundert stammt die Zunft "Hottingen" ?
A
17. Jahrhundert
B
19. Jahrhundert
C
18. Jahrhundert
D
20. Jarhhundert

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

01:19
1971: Frauenwahlrecht
In Zwitserland kregen vrouwen pas in 1971 stemrecht.
In hoeverre is dit een verklaring voor wat je zojuist hebt gehoord?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

01:48
Wie oft ist dieses Pferd schon mit diesem Mann auf der Parade geritten?
A
dritte Mal
B
vierte Mal
C
fünfte Mal
D
sechste Mal

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

01:57
Wie spät wird der Böög verbrannt?
A
vier Uhr
B
fünf Uhr
C
sechs Uhr
D
sieben Uhr

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

02:17
Wie oft darf jede Zunft um das Feuer gehen? (buchstabiere deine Antwort)

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

02:26
Wie lange hat es gedauert, bis der Böög explodiert ist?
A
16 minuten
B
17 minuten
C
18 minuten
D
19 minuten

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

02:46
Inwieweit ist die Vorhersage richtig?
A
immer
B
manchmal
C
nie
D
fast immer

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deine Meinung...
Was findest du von diesem Fest? 
Ich finde ...



erschrecklich
fremd
unbegreiflich
toll
langweilig
blöd
witzig
......



oder: 
der Böög...
der Grill...
die Zünfte...
das Fest...
die Musik...
die Stadt...
die Pferde...
......
am liebsten
am besten
am schönsten
am seltsamsten
am schlimmsten
........

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe vond je van dit stukje "Landeskunde"?
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je hiervan geleerd?

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke Duitse persoonlijk voornaamwoorden ken je al?

Slide 26 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

1e naamval = onderwerp
(nominativ)
ICH
DU
ER / SIE / ES

WIR
IHR
SIE/SIE
Ich esse ein Brötchen
Du trinkst Cola.
Ihr wohnt in einem Haus.
Ich liebe dich.

1) wat is gezegde?
2) wat is het onderwerp?
(wie of wat + gezegde)

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ICH - MICH
DU - DICH
ER - IHN
SIE - SIE
ES - ES
WIR - UNS
IHR - EUCH
SIE - SIE
WER - WEN / WAS - WAS
Lijdend voorwerp in Duits = 
4e naamval (akkusativ)
ich liebe dich

Het voorzitsel für is altijd met een 4e naamval

(SEITE 43)

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden:
Welches Bett ist für mich. 
Ich habe ein Poster für dich.
Hier ist ein Stuhl für sie.
Ich liebe euch.




Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Der Hund bleibt zu Hause, ........ ist krank.
A
er
B
sie
C
es

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

vertaal het pers. voornaamwoord
in de 4e naamval:
jij =

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

............... (ik) komme um 12 Uhr.

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ich sehe ....... jeden Tag.
A
er
B
ihn

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Warum lachst ..... so wenig?
A
du
B
dich

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sind diese Möbel alle für ...
A
ihr
B
euch

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voorzetsels + 4e naamval
DOFEGUB:
Durch
Ohne
Für
Entlang
Gegen
Um
Bis
Als je deze voorzetsels in de zin ziet staan, komt daarna ALTIJD de 4e naamval 

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beispiele:
Das ist mein neuer Sessel. Durch ihn wird mein Zimmer gemütlich.
Ohne dich will ich hier nicht leben.
Ich liebe meine Katze und kümmere mich gern um sie.
Wer spielt morgen gegen euch.

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ich esse ein Brötchen
Du trinkst Cola
Ihr wohnt in einem Haus.
Ich liebe dich.

Hoe zoek je het lijdend voorwerp?


Lijdend voorwerp in Duits = 
4e naamval (akkusativ)

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zimmerspiel

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies