In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
1.8a
A
gesloten: 250 + 75
B
gesloten: 250 - 75
Slide 1 - Quizvraag
1.8b
A
waarde zien kinderen > €175
B
waarde zien kinderen < €175
Slide 2 - Quizvraag
1.8f
A
bar, want 15 < 30
B
film, want 30 < 40
Slide 3 - Quizvraag
1.8g
A
belastingverlaging meer waard dan kwaliteitsverlies zorg
B
belastingverlaging minder waard dan kwaliteitsverlies zorg
Slide 4 - Quizvraag
keuzeprobleem
- financiële afweging, maar ook eigen voorkeuren
---------------> netto opbrengst
€ 40,- voor een leuk shirt < € 30,- voor een normaal shirt
( voor dat leuke shirt had je € 50,- over gehad, voor het normale shirt € 30,- )
€ 10,- voor leuk werk > € 30,- voor vervelend werk
Slide 5 - Tekstslide
Voorbeeld
Je hebt een budget van € 10,- per maand voor broodjes en snacks bij de kantine. Een broodje kost € 2,50 en een snack kost € 2,-. Je kunt dan kiezen uit de volgende mogelijkheden:
Slide 6 - Tekstslide
De budgetlijn
Je kunt dit laten zien a.d.h.v. een budgetlijn:
Slide 7 - Tekstslide
De budgetlijn
Je kunt dit laten zien a.d.h.v. een budgetlijn:
Slide 8 - Tekstslide
Verschuiving budgetlijn
Als het budget of de prijs van de producten verandert, verandert ook de budgetlijn.
Stel dat de prijs van
snacks stijgt
naar € 2,50.
Dan wordt de nieuwe
budgetlijn:
Slide 9 - Tekstslide
Verschuiving budgetlijn
Als het budget of de prijs van de producten verandert, verandert ook de budgetlijn.
Stel dat de prijs van
snacks stijgt
naar € 2,50.
Dan wordt de nieuwe
budgetlijn:
Slide 10 - Tekstslide
Stel dat vervolgens je budget stijgt naar € 12,50.
Dan wordt de nieuwe budgetlijn:
Slide 11 - Tekstslide
Stel dat vervolgens je budget stijgt naar € 12,50.