gr8bl2wk7les1

Hoera, het internet is 50 jaar! 


Samenvatten oefenen
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
Basisschool

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoera, het internet is 50 jaar! 


Samenvatten oefenen

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet jij allemaal van samenvatten?

Slide 2 - Woordweb

Doel van deze les
Samenvatten: de kunst van het weglaten!!!!! 
  • Waarom is handig om samen te vatten?
  • Welke informatie gebruik je? > hoofdzaken en bijzaken.
  • Hoofdzaken=> de belangrijkste informatie. => kernzinnen, kernwoorden, hoofdgedachte, conclusie
  • Bijzaken: voorbeelden, herhalingen, details
  • Samenvatting = hoofdzaken. 

Slide 3 - Tekstslide

Een voorbeeld
Een eeneiige tweeling bestaat altijd uit twee jongens of twee meisjes. Dat komt door de manier waarop een eeneiige tweeling ontstaat: de bevruchte eicel splitst zich in twee delen. Die groeien beiden uit tot een baby. Met precies hetzelfde DNA erin dus. Toch zijn de kinderen nooit helemaal hetzelfde, ook al lijken ze erg op elkaar. Een twee-eiige tweeling kan wel uit een jongen en een meisje bestaan. 

Slide 4 - Tekstslide

Wat weet jij allemaal van internet?

Slide 5 - Woordweb

Lees de eerste dikgedrukte alinea. Wat legt de tekst vooral uit, denk je? Kies het beste antwoord.
A
Internet bestaat vooral uit berichtjes, fimpjes en mailtjes.
B
Het internet is door slimme mensen bedacht.
C
Het internet is in 50 jaar tijd een groot succes geworden.
D
Miljarden mensen gebruiken elke dag intenet

Slide 6 - Quizvraag

Vraag
Wat is meestal de bedoeling van de inleidende alinea? Deze is vaak dikgedrukt. 2 redenen! 

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht
Arceer de kernzin van de alinea: het eerste begin. 
Motiveer je keuze. Waarom kies je juist deze zin? 

Slide 8 - Tekstslide

Alinea: Het eerste begin. Wat zijn de kernwoorden?
A
bestanden, delen, tekstberichten
B
eerste, mailtjes, dus
C
internet, militairen, wetenschappers
D
later, elkaar, sturen

Slide 9 - Quizvraag

Opdracht
Lees de alinea: Internet in Europa.
Hierin staan 2 kernzinnnen. Arceer deze.  

Slide 10 - Tekstslide

Alinea: Internet in Europa. Wat zijn de kernwoorden?
A
hyperlink, wereldwijd web
B
verbindingen, andere landen, wetenschappers
C
Amsterdam, afkorting, websites
D
knooppunt, .nl, miljoenen pagina's

Slide 11 - Quizvraag

Wat voor soort bijzaken zie je in regel 18-21 (Nederland....(it).
A
herhalingen
B
voorbeelden
C
details
D
conclusies

Slide 12 - Quizvraag

Opdracht
Lees alinea: Kijken en zoeken
Wat is de kernzin in deze alinea? Onderstreep met arceerstift. 
Wat zijn de bijzaken in deze alinea? Onderstreep met potlood. 

Slide 13 - Tekstslide

De bijzaken in de alinea: Kijken en uitzoeken zijn:
A
details
B
herhalingen
C
voorbeelden
D
conclusies

Slide 14 - Quizvraag

Lees de alinea: Meer uitwisselen. Wat is de kernzin?
A
In ..... internet (r. 33 en 34)
B
Filmpjes... 2005 (r. 35 en 36)
C
Een... uitwisselen (r. 34 en 35)
D
Het.... gebruikt (r 36 en 37)

Slide 15 - Quizvraag

Opdracht
Lees de alinea: In contact blijven
Markeer de kernzin.

In deze alinea staat ook de hoofdgedachte van de tekst: wat wil de schrijver ons vertellen? Markeer deze hoofdgedachte met een andere kleur. 

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht
Maak een samenvatting van deze tekst. Pak een blaadje en..
  • schrijf bovenaan de titel van de samenvatting
  • noteer de kernzinnen . Zo nodig gebruik je de kernwoorden om de zinnen uit te leggen
  • eindig met de hoofdgedachte. 
  • lees nog eens door. Staat alle belangrijke info er in (hoofdzaken). Kunnen er nog woorden weg (bijzaken)? 

Slide 17 - Tekstslide

Wat heb je in deze les geleerd over samenvatten?

Slide 18 - Woordweb