B4, T9, paragraaf 3, voelen, proeven en ruiken

Thema 9
Het zintuig
 
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Thema 9
Het zintuig
 

Slide 1 - Tekstslide

Paragraaf 3

Voelen, proeven en ruiken

Slide 2 - Tekstslide

Doelen
9.3.1 Je kunt aangeven waar de zintuigen in je huid liggen en op welke prikkels deze zintuigen reageren.
9.3.2 Je kunt aangeven waar het reukzintuig ligt en op welke prikkel dit zintuig reageert.
9.3.3 Je kunt aangeven waar het smaakzintuig ligt en op welke prikkels dit zintuig reageert.

Slide 3 - Tekstslide

In deze lesson up:

  • Instructie paragraaf 3
  • Maken paragraaf 3

Slide 4 - Tekstslide

Introductie paragraaf 3
Eén van de klachten bij Corona was het verliezen van smaak en geur, maar wat hebben deze met elkaar te maken? 
Een klein experiment!!!
Probeer te proeven zonder geur en waarom werkt de Air-Up?

Slide 5 - Tekstslide

Zintuigen in de huid
Tastzintuigen
Drukzintuigen
Koudezintuigen
Warmtezintuigen
Pijnpunten (pijnzintuigen)

Slide 6 - Tekstslide

Tastzintuigen
Deze liggen in tastknopjes. Tastzintuigen liggen vlak onder de opperhuid en reageren op lichte aanraking van je huid.

Slide 7 - Tekstslide

Drukzintuigen
Liggen dieper in de huid. Ze reageren wanneer er op je huid wordt gedrukt. Drukzintuigen zijn belangrijk bij het regelen van de kracht waarmee je iets vastpakt.

Slide 8 - Tekstslide

Koudezintuigen
Een ijsblokje voelt koud aan. Je huid geeft namelijk warmte af aan het ijsblokje. De huid koelt op die plek af. Dit prikkelt de cellen van het koudezintuig.

Slide 9 - Tekstslide

pijnpunten (pijnzintuigen)
Pijnpunten verschillen van de andere zintuigen:
• Pijnpunten zijn de vrije uiteinden van gevoelszenuwen. Ze zitten dus niet in knopjes of groepjes. 
• Pijnpunten zijn gevoelig voor verschillende prikkels, zoals een te hoge temperatuur of chemische prikkels (zoals het eten van hete pepers).
• Pijnpunten komen op allerlei plaatsen in je lichaam voor, ook in dieper gelegen organen. In de hersenen zitten geen pijnpunten.

Slide 10 - Tekstslide

Proefje!
De werking van het koude zintuig en het warmte zintuig.

Wie wil dit uitproberen? 

Slide 11 - Tekstslide

Het reukzintuig
Bovenaan in de neusholte liggen in het neusslijmvlies de reukzintuigcellen met reukharen  Deze vormen het reukzintuig. Deze zintuigcellen worden geprikkeld door geuren.

Slide 12 - Tekstslide

Het smaakzintuig
bevindt zich in het oppervlak van de tong. Over de tong lopen fijne groefjes. Aan de zijkanten van die groefjes liggen de smaakknopjes
Hier liggen de smaakzintuigcellen. Ze reageren op opgeloste stoffen. Ze onderscheiden alleen zoet, zuur, zout, bitter en umami (hartig).

Slide 13 - Tekstslide

Waarneming
Omschrijven
Even in de herhaling!
Waarnemen gaat namelijk gedeeltelijk over feiten. Die feiten kun je omschrijven zonder je mening te geven. Bijvoorbeeld ‘Suiker is zoet’. Omschrijven zoals de feiten zijn, noem je objectief. Een waarneming kan ook een mening zijn. Bijvoorbeeld ‘Een frietje ruikt lekker’. Beschrijven met een mening noem je subjectief.

Slide 14 - Tekstslide

Waarneming
Wat zie je op dit plaatje?

Waarnemingen kunnen dus verschillend zijn!!!
Kun je het plaatje ook objectief beschrijven?




Slide 15 - Tekstslide

OBJECTIEF BESCHRIJVEN
Binnen het biologische onderzoek is het heel belangrijk om dingen objectief te kunnen beschrijven!
Bijv: 'de geur die van deze vrucht afkomstig is, is nogal een sterke geur' ipv 'deze vrucht stinkt!'

Slide 16 - Tekstslide

Huiswerk 
Lezen: thema 9 paragraaf 4 en 5
Maken: Thema 9 paragraaf 3 en 4
Leren: flitskaarten basisstof 1
en maken test jezelf

Slide 17 - Tekstslide