Lesson Up Literatuur Les 8: Vrouwenemancipatie en Romantiek in Nederland


Literatuur Les 8


Vrouwenemancipatie
&
Romantiek in Nederland

1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4-6

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les


Literatuur Les 8


Vrouwenemancipatie
&
Romantiek in Nederland

Slide 1 - Tekstslide

Herhalen 
Les 6 en Les 7

Slide 2 - Tekstslide

Wat is waar?
A
Broodschrijvers konden goed leven van hun werk
B
Broodschrijvers leden een hard bestaan
C
Broodschrijvers waren financieel onafhankelijk
D
Broodschrijvers werden goed beschermd

Slide 3 - Quizvraag

Betje Wolff en Aagje Deken schreven aan het einde van de achttiende eeuw over de:
A
adel
B
burgerij
C
geestelijken
D
literaire wereld

Slide 4 - Quizvraag

De Bataafse Republiek was een staatsvorm in de Lage Landen
A
van 1790 tot 1800
B
van 1795 tot 1825
C
van 1790 tot 1806
D
van 1795 tot 1806

Slide 5 - Quizvraag

Voordat ze Aagje Deken leerde kennen schreef Betje Wolff:
A
gedichten en pamfletten over kolonialisme
B
gedichten en pamfletten tegen zeer streng gelovigen
C
gedichten en pamfletten tegen de uitbuiting van arbeiders
D
gedichten en pamfletten tegen de ondergeschikte positie van de vrouw

Slide 6 - Quizvraag


Spinoza was geen voorstander van:
A
scheiding van kerk en staat
B
vrijheid van meningsuiting
C
vrijheid van denken
D
het idee dat God een menselijke gedaante zou hebben

Slide 7 - Quizvraag

De Verlichting had als doel meer "licht in de duisternis te brengen". Wat werd daarmee bedoeld?
A
meer kennis hebben leidt tot meer geluk
B
meer mogelijkheden voor de arbeidersklasse
C
meer ontplooiing van en voor vrouwen
D
religie toegankelijker maken voor alle mensen

Slide 8 - Quizvraag


De bloei van het verschijnsel broodschrijver in de achttiende eeuw is onlosmakelijk verbonden met het verlichte ideaal van:
A
aandacht voor de gevoelens van de burgerij
B
kritiek op de adel
C
navolging van de kerk
D
kennis vergaren en verspreiden

Slide 9 - Quizvraag


Wat is een spectatoriaal tijdschrift?
A
Een periodiek over van alles en nog wat
B
Een beschouwend tijdschrift geschreven voor een kleine groep mensen
C
een tijdschrift dat maar twee keer per jaar uitkwam
D
een tijdschrift met rebelse ideeën

Slide 10 - Quizvraag

In de achttiende eeuw werd scholing steeds belangrijker. Er kwamen ook steeds meer leer-en leesboeken voor kinderen. Belangrijk was ook de oprichting van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen. Dankzij dit genootschap kregen voortaan ook:
A
arme kinderen les
B
meisjes les
C
meisjes en jongens verplicht basisonderwijs
D
nationale examens een eerste aanzet

Slide 11 - Quizvraag

Waarom waren koffiehuizen zo populair in de 18e eeuw?
A
Daar hoorde je het laatste nieuws
B
Alleen daar kon je koffie drinken
C
Alleen daar werden de spectatoriale tijdschriften te koop aangeboden
D
Alleen daar mochten broodschrijvers hun werken verkopen

Slide 12 - Quizvraag



Welke onderwerpen belichten Wolff en Deken niet?
A
opvoeding
B
religie
C
vaderlandsliefde
D
vrouwenemancipatie

Slide 13 - Quizvraag

Wolff en Deken leefden een tijd in Frankrijk maar ze kwamen terug naar Nederland omdat ze:
A
berooid waren
B
het schrijven misten
C
te veel heimwee hadden
D
zoveel invloed hadden

Slide 14 - Quizvraag

Wat was volgens Spinoza NIET waar?
A
Dat de natuur zichzelf in beweging houdt
B
Dat God verantwoordelijk is voor de natuur
C
Dat geesten en wonderen niet bestaan
D
Dat de scheiding van kerk en staat een slecht idee is

Slide 15 - Quizvraag

Literatuur Les 8

Vrouwenemancipatie
&
Romantiek in Nederland

Slide 16 - Tekstslide

Historische context
  • 1815: Napoleon verslagen. Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden herenigd in een koninkrijk: koning Willem I.
  • 1830: Zuidelijke Nederlanden zijn achtergesteld worden beu en willen onafhankelijkheid. 1939: Koninkrijk België.
  • 1848: revolutiejaar: Johan Rudolf Thorbecke, liberaal politicus, stelt Grondwet op, koning tekent, Nederland wordt         een  parlementaire democratie.
  • 1848 - 1870: Macht in handen van welgestelde burgerij.
  • 1870: Samenwerking tussen protestanten, katholieken en socialisten. Gingen zich politiek organiseren.
  • 1887: Verkiezingen: macht nu bij 'bescheiden' burgerij en ook arbeiders parlementair vertegenwoordigd.
  • Moderniteit: politieke bewustwording, natievorming, kolonialisme, imperialisme, toenemende ontkerkelijking en secularisatie. Dominante positie voor natuurwetenschappen. Industrialisatie. 1939: Eerste stoomtrein Amsterdam-Haarlem.
  • Nieuwe laag in maatschappij: arbeiders.  Steden groeien (verstedelijking).
  • 1824: Oprichting van de Nederlandsche Handelsmaatschappij: Handel in producten uit Nederlands-Indië. (Uitbuiting, cultuurstelsel.)
  • Verzuiling en individualisering, loslaten oude zeden en traditioneel denken (bv. over gezin als hoeksteen van de samenleving)
  • Emancipatie: het organiseren van eigen partijen, kranten, verenigingen. Verzuiling.

Slide 17 - Tekstslide

Vrouwenemancipatie
  • Feminisme: eind negentiende eeuw, vrouwen eisten gelijke rechten op, zoals recht op betaalde arbeid en het passief kiesrecht (1917) In 1919 ook actief kiesrecht gekregen.
  • Beroemde namen: Aletta Jacobs (eerste aan de universiteit afgestudeerde vrouwelijke arts) en Wilhelmina Drucker
  • Oprichting Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht 1894
  • Twee 'kampen': mensen die de vooruitgang positief zagen en anderen die negatief en afwijzend tegenover de industrialisatie stonden. Optimisme tegenover vervreemding, vooruitgangsdenken tegenover vluchten in de nog ongerepte natuur. Dit zien we uiteraard ook terug in de literatuur van die twee tegengestelde reacties op de moderniteit: de romantiek en het realisme.
  • Beroemdste emancipatieroman: Majoor Frans van Geertruida Bosboom-Toussaint (Maar ook dit verhaal eindigt in een keurig huwelijk!)
  • Multatuli (rond 1860) in zijn Minnebrieven en Ideeën I: ' Ook het vrouwelijk geslacht is in staat tot de hoogste wetenschap en kunst.'
  • 1870 - 1919 : Eerste feministische golf, verschijnen van tijdschriften die volledig in het teken van de vrouwenemancipatie staan, feministische bestseller: Hilda van Suylenburg (1897) van Cecile Goekoop- de Jong van Beek en Donk.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Aletta Jacobs
VvVK

Slide 20 - Tekstslide

Lord Byron
Byron getekend door fan in 2023

Slide 21 - Tekstslide

Romantiek in Nederland
Kenmerken:
  • Originaliteit: kunstvormen worden gemengd: bijvoorbeeld een roman met daarin brieven, gedichten, liederen naast proza. Dit   zie je terug in architectuur, stijlen uit het verleden worden gecombineerd.
  • Onverklaarbaarheden van het leven: onheilsplekken, spoken, levende doden, heksen, voorspellingen & waarzegsters boeien   meer dan de realiteit.
  • Geschiedenis: stromingen uit het verleden worden opnieuw gebruikt en zeker ook met elkaar gecombineerd. De   middeleeuwen zijn een bron voor romans, gedichten en schilderijen.
  • Contrastwerking: eeuwig - tijdelijk/ verleden-heden/ hoop-wanhoop/ verval-bloei/ dood-leven/ leed-vreugde/ etc.
  • Beroemde Nederlandse schrijvers uit de Romantiek: Willem Bilderdijk, Jacob van Lennep (geïnspireerd door Sir Walter   Scott!),  Nicolaas Beets, Aernout Drost, A.L.G. Bosboom-Toussaint, J.F. Oltmans: De schaapherder. (Meest romantische   historische roman.)
  • Studenten in Leiden richtten '(romantische) letterkundige club' op: gedichten voordragen of eigen werk. (De Rederijkers-Kamer voor Uiterlijke Welsprekendheid.) Bekendste onder hen waren Nicolaas Beets (Hildebrand) en Johannes Hasebroek (Jonathan) en Jan Kneppelhout (Klikspaan).


Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide


In welk jaar kregen vrouwen in Nederland actief kiesrecht?
A
1917
B
1918
C
1919
D
1915

Slide 27 - Quizvraag

Welke van de vier onderstaande begrippen hoort NIET bij de Romantiek?
A
contrastwerking
B
geschiedenis
C
vormvastheid
D
originaliteit

Slide 28 - Quizvraag

In welk jaar werd Nederland een koninkrijk?
A
1850
B
1830
C
1814
D
1815

Slide 29 - Quizvraag



Wat is de naam van de eerste vrouw in Nederland die aan een universiteit afstudeerde als arts?
A
Wilhelmina Drucker
B
Geertruida Bosboom Toussaint
C
Aletta Jacobs
D
Cecile Goekoop-de Jong

Slide 30 - Quizvraag


Welk tijdvak hoort bij de eerste feministische golf?
A
1850-1914
B
1914-1918
C
1880-1920
D
1870-1919

Slide 31 - Quizvraag


In welk jaar kregen vrouwen in Nederland passief kiesrecht?
A
1914
B
1917
C
1919
D
1921

Slide 32 - Quizvraag



Wie zie je op de afbeelding?
A
Wilhelmina Drucker
B
Geertruida Bosboom Toussaint
C
Aletta Jacobs
D
Hilda van Suylenburg

Slide 33 - Quizvraag


Welke van onderstaande begrippen hoor NIET bij de Romantiek?
A
onverklaarbaarheden
B
liefde en vriendschap
C
originaliteit
D
geschiedenis

Slide 34 - Quizvraag


In welk jaar werd België een koninkrijk?
A
1830
B
1839
C
1850
D
1835

Slide 35 - Quizvraag


Welke schrijver hoort niet bij de periode van de Romantiek?
A
Nicolaas Beets
B
Willem Bilderdijk
C
Aernout Drost
D
Van Alkemade

Slide 36 - Quizvraag