Schrijven 3.2 en Goed gebekt 7 en 8

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 2

Waar werd je blij van tijdens de vakantie?

Doelen

Je kunt een zakelijke mail opstellen;

Je breidt je woordenschat uit.

Plan

Terugblik;

Uitleg;

Opdrachten;

Nakijken;

Opdrachten;

Afsluiting.

Dit is de man ... ik al 5 jaar samen ben.

1. waarmee
2. met wie

De agent liet de knuppel zien ... het slachtoffer geslagen was.

1. waarmee
2. met wie

Het meisje ... daar loopt, verft elke maand ... haar in een andere kleur.

1. die, het
2. die, haar
3. dat, zij
4. dat, haar

We vertrekken morgen vroeg, ... we goed geslapen hebben.

1. mits
2. tenzij
3. omdat
4. desondanks

Hoe herken je de opbouw van een tekst?

1. Tussenkopjes
2. Inleiding dikgedrukt
3. Afbeeldingen
4. Alinea's

Wat doe je met een advertentie?

1. Een evenement aankondigen.
2. Reclame maken.
3. Een boodschap uitdragen.
4. Geen van de hiervoor genoemde opties.

In een informatief artikel ...

1. geef je achtergrondinformatie over een bepaald onderwerp. De tekst bevat alleen feiten, geen meningen.
2. geef je informatie over een onderwerp. Je maakt de tekst persoonlijk door eigen voorbeelden.

Een artikel bestaat uit ...

1. 2 delen
2. 3 delen

Zakelijke e-mail

Mensen kennen;

Formeel;

[e-mail];

Onderwerpregel.

Indeling

Aanhef:       Kies een juiste > Geachte.. of Beste..

Inleiding:     Wie ben je en waarom schrijf je deze e-mail?

Middenstuk: Welke informatie wil je hebben? Wat is je boodschap? Welke vragen heb je?                       Stuur je een bijlage mee? Dan zet je dat ook in je tekst.

Slot:            Beschrijf wat je van de lezer verwacht en bedank hem of haar alvast.

Afsluiting:    Sluit je e-mail af met ‘Met vriendelijke groet’ en je volledige naam (dus voor                     en achternaam).

Verder...

Spel- en taalfouten;

Bijlage.

Opdrachten

Maak de opdrachten van Schrijven 3.2.

Nakijken

Goed gebekt 5 & 6

Opdrachten

Maak alle opdrachten van goed gebekt 7 & 8.

Wat is het belangrijkste dat je deze les geleerd hebt?

Tips en tops?